Op donderdag 7 oktober wordt – met een jaartje corona-uitstel – de honderdste verjaardag van WiegWijs (het vroegere Kind en Preventie) gevierd. De vele vrijwilligers doen er belangrijk werk. In Izegem is dat niet anders.
Wiegwijs is een onderdeel van Kind en Gezin en ging vroeger door het leven als Kind en Preventie. Kind en Gezin werd kort na de Eerste Wereldoorlog opgericht, onder de noemer Nationaal Werk voor Kinderwelzijn.
De preventieve gezondheidszorg van baby’s en peuters, onder meer via het opvolgen van de verplichte inentingen, is al een eeuw een van de doelstellingen van Kind en Gezin. En die inentingen gebeuren bij WiegWijs, dat in Izegem een onderkomen heeft in de Sint-Jozefskliniek. Ieder jaar komen er ruim 3.000 kinderen met hun moeder uit Izegem of omgeving op consultatie. “En vorig jaar waren dat er zelfs 3.200.”
Boven de Gilde
“In 1953 werd in Izegem het 25-jarig bestaan gevierd, wat betekent dat men de stichting in 1927 plaatste”, zegt Mieke Werbrouck-Houthoofd. “Maar er blijkt al in 1920 sprake te zijn van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn in Izegem. Dat was in de Kruisstraat 2, boven de spaarkas van de Gilde. In 1948 werd verhuisd naar de Meiboomstraat. De jongste decennia bevindt de uitvalsbasis zich bij de Sint-Jozefskliniek. Daar heeft men recent intrek genomen in het oude kinderdagverblijf naast het ziekenhuis.”
De dienst is volledig gratis en wordt gedragen door vrijwilligers. “Voor de kinderen dertig maanden oud zijn, zijn er tien consultatiemomenten. Daarbij worden de kindjes telkens gemeten en gewogen, maar vindt er ook een gehoortest plaats en worden de inentingen geplaatst. Meestal gaat dat om combinatiespuitjes met vaccins tegen kinkhoest, tetanus, mazelen, meningitis, polio… Vroeger werd er ook tegen de pokken gevaccineerd, maar dat zorgde vaak voor een blijvend litteken.”
De bestuursgroep van WiegWijs wil graag iedereen bedanken die de voorbije honderd jaar zijn steentje heeft bijgedragen. ” Met onze vrijwilligers doen wij de ontvangst. De meeste hebben ervaring als verpleegkundige, maar dat is niet vereist. Wij doen de voorbereiding, waarna moeder en kind naar de dokter mogen. De dokter en de verpleegster worden daarvoor uiteraard wel vergoed. Zij staan er beroepshalve.”
Mieke Gahide is nu voorzitster, in opvolging van Mieke Werbrouck-Houthoofd. Ook Andrea Geldhof en Lisette Vens waren ooit voorzitster. Mieke Gahide: “Momenteel hebben we een vijftiental vrijwilligers. Allemaal vrouwen, maar mannen zijn uiteraard ook welkom. We hebben een moeilijk jaar achter de rug: we waren drie weken gesloten en moesten daarna een inhaalbeweging maken. Om de drie maanden komen we samen om het beurtsysteem voor de komende periode vast te leggen.”
Gebarentaal
De vrijwilligers komen dus in contact met de jonge moeders. “Er is heel wat veranderd. Vroeger moest een pas bevallen vrouw tien dagen in het ‘moederhuis’ blijven, nu zijn ze vaak al na twee nachten naar huis. Zeker wie een eerste kindje heeft, zit vaak nog met vragen. Wij geven mensen tips, maar voor medische vragen moeten ze uiteraard bij de dokter zijn. De jongste jaren krijgen we ook veel anderstaligen over de vloer. Omdat die Frans noch Engels spreken, is het vaak behelpen met gebarentaal. Bijna iedere weekdag zijn er consultaties. Dat vergt heel wat engagement van onze vrijwilligers.” (WVS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
