Koen Bellers, directeur Heilige Familie in Deerlijk, over één jaar corona

Koen Bellers.© DRD
Koen Bellers.© DRD
Redactie KW

Nergens was de impact van de coronapandemie zo hevig als in de woonzorgcentra. Koen Bellers kan ervan meespreken. Hij is sinds ruim een jaar directeur Organisatieontwikkeling van de vzw Seniorenzorg Heilige Familie. “Het was een bewogen periode, waarin alle medewerkers in heel moeilijke omstandigheden schitterend werk hebben geleverd. We gaan bewust verder investeren in warme zorg.”

Koen Bellers (47) zal zijn eerste jaar als directeur van de vzw Seniorenzorg Heilige Familie ongetwijfeld nooit meer vergeten. Hij begint zijn relaas met een kleine, verduidelijkende omweg: “De familienaam Bellers klinkt niet echt West-Vlaams en is dat ook niet. Ik woon samen met mijn vrouw en drie zonen in Scheldewindeke, bij Oosterzele, maar ben afkomstig van Sint-Truiden en opgegroeid in het Antwerpse Mortsel.”

“Na mijn studies psychologie aan de UGent ben ik mijn professionele loopbaan gestart in Cambridge. Mijn vrouw was er actief in het kader van haar huisartsenopleiding en ik heb er een jaar als opvoeder gewerkt bij mensen met zware psychiatrische problemen.”

Broeders van Liefde

“Daarna werkte ik in de geestelijke gezondheidszorg in het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist in Zelzate: eerst als psycholoog en therapeut, later als stafmedewerker Patiëntenzorg. Daarbij was ik verantwoordelijk voor het uitwerken van zorginhoudelijke thema’s en de realisatie van het beleidsplan van de sector verzorgingsinstellingen van de Broeders van Liefde. Uiteindelijk werd ik er directeur Patiëntenzorg. Allemaal functies die ik met heel veel passie heb uitgeoefend, en dat geldt ook voor mijn nieuwe uitdaging in Deerlijk.”

Geen oudemannenhuis

“Dat ik qua infrastructuur in een hedendaags woonzorgcentrum terecht ben gekomen? Dat klopt zeker, een ‘oudemannenhuis’ is het hier allerminst… ( lacht ) Tijdens het jongste decennium hebben de beleidsverantwoordelijken, directeur Johan Wastijn op kop, enorme energie gestoken in de modernisering van de accommodatie. Proficiat daarvoor.”

“Met een honderdvijftigtal medewerkers biedt ons woonzorgcentrum nu een kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan, in 155 woongelegenheden, vier woongelegenheden voor kortverblijf, 43 assistentiewoningen en een centrum voor dagverzorging waarop dagelijks een tiental mensen een beroep doet. Dat willen we graag verder uitbouwen. Ook het opstarten van een lokaal dienstencentrum, vanuit de optiek buurtgerichte zorg, in samenwerking met het Sociaal Huis en het gemeentebestuur, staat op mijn verlanglijstje.”

Achter de feiten aan

“De coronacrisis blijft een serieuze dobber. Ik heb de indruk dat we als woonzorgcentrum te vaak georganiseerd achter de feiten aanliepen of -lopen. Het coronavirus heeft lelijk huisgehouden in de ‘ouderenzorg’. De woonzorgcentra bleken kwetsbaar, maar dat was niet onze schuld. Onze bewoners zijn per definitie op leeftijd en ze lijden vaak aan aandoeningen die juist maken dat corona dodelijker kan toeslaan. Eten en ontspannen gebeurt in redelijk grote groepen. Er is nauw contact met voortdurend wisselende hulpverleners, die helpen bij het wassen, eten, medicatie toedienen en toiletbezoek.”

“Het blijft jammer dat de beleidsmakers niet sneller in actie zijn geschoten. Wij hebben de nodige dynamiek getoond en zelf initiatieven genomen, zoals het personeel mondkapjes laten opzetten en op zoek gaan naar tests voor personeel en bewoners. Driewerf helaas dat de officiële richtlijnen er pas weken later kwamen. In die moeilijke omstandigheden heeft ons personeel altijd het beste van zichzelf gegeven en schitterend werk geleverd. Alle medewerkers verdienen een dikke duim.”

Onnatuurlijk

“Ik fungeerde de jongste maanden allicht meer als crisismanager. Inzetten op samenhorigheid en communicatie waren essentieel om het geheel vlot draaiend te houden. Zoals iedereen hoop ik dat we de coronacrisis onder controle krijgen en dat we onze focus kunnen veranderen. De nadruk lag nu te? veel op veiligheid. We hebben heel onnatuurlijke dingen gedaan: mensen uit elkaar trekken en scheiden, in plaats van verbinden. Het is tijd om meer te mikken op warme zorg en welzijn. In een woonzorgcentrum waar er aandacht is voor ‘het volledige zijn’ van de bewoners.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier