Drie nieuwe strijders voor dialect: Chantal Florizoone, Katrien Verfaillie en Dominique Persoone geëerd
De Confrerie Eversam heeft Dominique Persoone, Chantal Florizoone en Katrien Verfaillie officieel opgenomen als ridder en jonkvrouwen en als ambassadeurs van het Dialectgenootschap Bachtn de Kuupe, nadat ze de gelofte hadden afgelegd ‘te vichtn voe’t diejalekt en die sjchooëne taale te bluuvn klapn, oovrol woa dat ‘t meuglik is’.
Het West-Vlaamse dialect promoten, in het bijzonder dat van de regio Bachten de Kupe, én het Dialectgenootschap Bachtn de Kuupe meer bekendheid geven: ziedaar de bedoeling van de Confrerie Eversam.
Tijdens de officiële plechtigheid werd ook de legende toegelicht, over de ridders van Haverskerque. Uit jaloezie omdat zijn broer eerst een everzwijn had gedood, vermoordde ridder Sam zijn broer en claimde de jachttrofee. Toen hij jaren later de moord opbiechtte, bouwde hij als boetedoening een kapel op de plek van de moord. Zo ontstond later de abdij van Eversam. De naam is een samenstelling van ‘ever(zwijn)’ en ‘Sam’.
Knepen van de consul
De eerste dame die met het zwaard tot jonkvrouw werd geslagen, was Chantal Florizoone, ereconsul van de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Chantal groeide op in Veurne en herinnert zich levendig haar jeugdjaren in de Zwarte Nonnenstraat, haar eerste toneelrol samen met grootofficier Wilfried Delanghe als Tijl en Nele in een koets, de schelletjes hespenworst bij slager Vandendries… “Maar eigenlijk was mijn moeder, Denise Tricot, mijn grote voorbeeld en een echte pionier die deze regio op de kaart heeft gezet”, zegt Chantal. “Zij heeft de Gidsenkring gesticht, de VVV (de huidige dienst Toerisme, red.), stond aan de wieg van de Ghesellen van de Kastelnij… Op mijn beurt heb ik onder meer vanuit mijn functie als consul al meermaals uitstappen georganiseerd om de Westhoek en het West-Vlaams in de kijker te zetten.”
Groensels? Chocola!
Ridder en meester-chocolatier Dominique Persoone heeft zijn jonge jaren doorgebracht op internaat in Veurne, voor hij afstudeerde aan Ter Groene Poorte in Brugge. “Ik trok naar Parijs om ervaring op te doen in vlees, vis, ‘groensels’, patisserie… Maar toen ging de wereld van chocolade voor me open, en dat vond ik geestig! Ik volgde mijn vaders raad: ‘Ga voor je droom’!”
Dominiques The Chocolate Line in Brugge is intussen wereldberoemd, maar hij werkt zich regelmatig in de kijker met stunts en zijn ongezouten West-Vlaamse commentaren. “Het begon met mijn ‘snufchocola’ voor de Rolling Stones, er was mijn massagecrème… Om een aantal madammen in te smeren met chocola, heb ik eerst mijn vrouw om toestemming gevraagd. Toen ze hoorde dat het goed betaalde, ging ze akkoord. Maar als vent tussen zoveel vrouwen in hun bloot gat ben je wel braaf! Omdat bepaalde cacaosoorten uitsterven, begon ik te dromen van een eigen plantage… in Mexico! En daar hebben ze ook goeie tequila!”
Later toonde Dominique ook zijn grote hart, toen hij samen met prins de Merode in Congo een chocoladefabriek opstartte. “Zo kregen gezinnen met tien tot twintig kinderen werk, en kunnen we vermijden dat ze olifanten doden om aan geld voor eten te geraken. Mijn chocolade is dus niet ‘te diere’, omdat ik alleen de beste cacaobonen koop en drie keer de prijs van een ander betaal aan lokale boeren. En, kwaliteitschocola is een kleine luxe die iedereen zich wel eens kan veroorloven!”
Estafettestok
Jonkvrouw Katrien Verfaillie uit Stavele (Alveringem) beroerde heel Vlaanderen met haar coronaliedje ‘Kunnik nemi na joen komn’. “Ik zat daar zelf in mijn kot, met mijn piano, en wist niet wat er gebeurde”, vertelt Katrien. “Ik schrok me een ongeluk toen dat ontplofte, met een half miljoen views in 24 uur! Van de 10.000 cd-exemplaren heb ik er 9.000 aan de mensen van de zorg geschonken. In Brugge heb ik onlangs mijn nieuwe cd ‘Vanuut mien erte’ gebracht in het Concertgebouw, met allemaal liefdesliedjes in het West-Vlaams en enkele in het Frans. En ik geloof ook 100% in mijn nieuwste project ‘Van Dorp tot Dorp, van Krak tot Krak’. Met mijn ‘coronaliedje’, dat de meeste mensen vooral kennen als ‘Het dorp’ van Wim Sonneveld, wil ik in West-Vlaanderen van dorp tot dorp trekken en daarin telkens een stuk zingen over elk dorp. In elk dorp organiseert een dorpsbode het concert en die geeft dan de estafettestok door naar het volgende dorp. Zo wordt dit het langste lied ooit!”
Erfgoed
Burgemeester Peter Roose stak tot slot nog een vinger omhoog: “Taal leeft. Nieuwe dingen worden opgenomen, woorden en spreekwijzen geraken in onbruik, worden vergeten. Soms breidt een spreekgebied uit, om dan later weer in te krimpen. Op tv zien we dat het West-Vlaams in opmars is, en door de vele West-Vlaamse studenten wordt Gent wel eens gezien als hoofdplaats van West-Vlaanderen. Maar ons dialect verliest vaste voet aan de grond. We willen voorkomen dat onze eigen manier van spreken verloren gaat. Dialect is immaterieel erfgoed dat we moeten bestuderen en koesteren! We zijn er trots op dat deze vereniging zich hiervoor inzet, onder meer met het repertoriëren en archiveren van woorden en uitdrukkingen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier