Deerlijkse Gerard Ghesquiere (71) werkte zes jaar aan restauratie oldtimer uit 1927: “Het resultaat moest perfect zijn”
Oldtimers restaureren met oog voor de authenticiteit en de techniek, dat is de grote hobby van Gerard Ghesquiere. De autoliefhebber in hart en nieren werkte zes jaar aan de bouw van zijn Corre La Licorne, een oldtimer uit 1927. Dit weekend is hij als enige niet-Fransman present tijdens een groots treffen bij onze zuiderburen. “Het is allemaal puur handwerk”, vertelt hij fier over zijn juweeltje.
Gerard Ghesquiere is 71 jaar jong, woont in de Stationsstraat en heeft een grote liefde voor auto’s en autosport. Hij is al van jongsaf aan gefascineerd door alles wat met auto’s te maken heeft. Tijdens zijn actieve loopbaan was hij automecanicien, in 1978 stond hij aan de wieg van de Tacot Club Mouscron en hij is in het wereldje ook bekend als de archivaris van ‘Rally in Ieper’. Zes jaar geleden was hij ook de initiatiefnemer van de geslaagde expo ‘25 year Ypres Historic’.
Perfectie nastreven
Maar bovenal is Gerard een echte ‘doener’. Een achttal jaren geleden was hij klaar met de afwerking van zijn eerste oldtimer. “Dat was een Speedsport, een wagen van Belgische makelij”, verduidelijkt Gerard. “Voor de afwerking kreeg ik hulp van mijn schoonzoon, Geert Coucke. We streven beiden de perfectie na. Het kan niet goed genoeg zijn. Vandaar dat de bouw zoveel tijd in beslag neemt. Eind 2015 hebben we onze eerste ritjes kunnen doen met de Speedsport. Geweldig was dat.”
“Van de 33.000 die er ooit gemaakt zijn, blijven er nog een 300-tal over”
“Maar mijn restauratiehonger was nog niet gestild. Tijdens een openbare verkoop in 2013 heb ik een bod gedaan op een wagen van het Franse automerk Corre La Licorne. De wagen stond in een vervallen fabriek op een eiland midden de rivier de Marne en bevond zich in heel slechte staat. Eerst heb ik een plan gemaakt op ware grootte. Kwestie van een duidelijk zicht te hebben hoe de wagen er daadwerkelijk uitzag.”
Beukenhout
“Daarna kon het echte restauratiewerk beginnen. De Licorne is volledig vernieuwd. Aan elk onderdeel hangt wel een verhaal vast, want het is bijzonder moeilijk om nog originele stukken terug te vinden. Het is een kwestie van opzoeken, beurzen bezoeken om iets bruikbaars te vinden… bijna altijd in Frankrijk. De wagen is helemaal, van a tot z, met de hand gemaakt. Beetje bij beetje heb ik de auto zien evolueren. De wagen is voor een groot gedeelte uit beukenhout gemaakt. Daar heeft mijn schoonzoon Geert voor gezorgd. Mijn vrouw, Marie-José Vervaeke, heeft de zetels en de zijkanten in leder voor haar rekening genomen. Zij heeft ook het dekzeil gemaakt.”
Nieuwe plannen
“Via een klein onderdeeltje van het koetswerk zijn we te weten gekomen dat de wagen een blauwe kleur had. Vandaar dat we gekozen hebben voor capriblauw. Het was echt monnikenwerk, want we leggen de lat hoog. Vorige zondag ben ik samen met mijn vrouw met mijn oldtimer naar Moeskroen gereden voor een meeting van de Tacot Club Mouscron. Een club die 45 jaar geleden gesticht werd. Over vijf jaar kunnen we koninklijk worden… En ja, we hadden veel bekijks langs de weg. Het is ook geen sinecure om er mee te rijden. Met dat dubbel ontkoppelen, is het hard werken.”
“Dit weekend zijn we present tijdens een meeting in Rebréchien in het departement Loiret, een kleine 400 kilometer van hier, iets boven Orléans. De verplaatsing gebeurt met een aanhangwagen. Er zullen enkele Licornes te zien zijn. Van de 33.000 die er ooit gemaakt zijn, blijven er nog een 300-tal over. Ik zal er de enige buitenlander zijn met een Licorne. Ze gaan voor de eerste keer internationaal. Ik kijk er naar uit. Ik heb nog heel wat plannen. Mijn volgende ‘wrak’ is klaar om aangepakt te worden. Ook een Corre La Licorne, maar een kleinere 5 CV. En ik heb ook nog een ander project in petto want er zijn plannen beginnen rijpen om een boek te schrijven over de geschiedenis van de Licorne. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan…”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier