Crisiswoningen in tuin de Bremstruik in Roeselare klaar: “Bewoners kunnen nergens anders terecht”
Op zaterdag 17 september vindt de officiële opening plaats van zes nieuwe crisiswoningen in de tuin van de Bremstruik in de Arme-Klarenstraat. Er worden vier studio’s met één slaapkamer en twee appartementen met drie slaapkamers ingehuldigd.
“In Roeselare is een grote nood aan crisiswoningen voor wie geen dak boven het hoofd heeft”, begint deken Renaat Desmedt zijn verhaal. “Wij bieden nu al een twintigtal crisiswoningen in Roeselare aan voor mensen die door de mazen van ieder sociaal netwerk vallen en begeleid worden door de Kerit. Er is de laatste tijd een dringende nood aan bijkomende crisiswoningen want de Paterskerk met klooster en bijhorende huizen waar de Kerit noodopvang organiseerde voor kansarmen, werd verkocht aan een Gentse projectontwikkelaar. Triginta zal op die site tien wooneenheden bouwen voor mensen met een beperking, de bestaande kloostergebouwen worden kantoorruimtes en in de kerk komt een ontmoetingsruimte voor horeca en kantoren. We hebben wel een afspraak kunnen maken dat de Kerit het appartement van de zusters en de vier huizen in de Sint-Alfonsusstraat mogen blijven gebruiken tot die worden afgebroken.”
“Om die reden heeft de dekenij het initiatief genomen om in de tuin van de Bremstruik zes crisiswoningen te bouwen. In zo’n woning kan men tijdelijk verblijven voor maximum vier maanden. In deze tussentijd gaan de mensen van de Kerit samen met de bewoners op zoek naar een betaalbare huurwoning. Wij vinden het heel belangrijk dat er ook voor de mensen wordt gezorgd die werkelijk bij geen enkele officiële instantie terecht kunnen om geholpen te worden. Maar precies dan moet de kerk er staan om die mensen de hand te reiken. Voor ons is dat dé nieuwe vorm van ‘kerk-zijn’ vandaag. Dat is voor mij één van de essenties van de hedendaagse kerk. Monseigneur Gaillot kon het niet mooier verwoorden: als de kerk niet dient, dient ze tot niets.”
Buddies helpen mee
Mensen die tijdelijk in een crisiswoning verblijven, krijgen een buddy aan hun zijde. Léo Banezerwe en Marjolijn Vergote zijn twee vrijwilligers in de Kerit die fungeren als buddy. Léo is tien jaar logistiek medewerker geweest in Sint-Idesbald en Marjolijn is stafmedewerker geweest in Dominiek Savio. Beiden werden na hun pensioen nauw betrokken bij de Kerit. “Toen ik nog in Burundi woonde, was ik verpleegster en wanneer Maria Seurinck mij, bij mijn pensioen, vroeg om te helpen in de Kerit stapte ik graag mee in hun verhaal”, vertelt Léo. “Bij mij ging het precies zo”, lacht Marjolijn. “Ik had de vraag al eens gekregen van Maria, maar dat was te vroeg. Ik werkte nog, ik had een zorgbehoevende vader en was ook betrokken bij SOS Zoutmijnkinderen India. Nu ik met pensioen ben, heb ik meer tijd.”
“Marjolijn en ik vormen een vrijwillig poetsteam en we verzorgen ook de permanentie: ik doe dat op zaterdag en Marjolijn op maandag. Nu werden we ook gevraagd om buddies te zijn voor de bewoners van de crisiswoningen.”
“Wat houdt dit in?”, herhaalt Marjolijn onze vraag. “Goh, een heleboel en soms zaken waar wij al helemaal niet meer bij stilstaan. Zoals leren afval sorteren en in de correcte afvalzakken doen. Diezelfde afvalzakken op het juiste ogenblik buiten zetten en hen leren hun woning poetsen. En er dan ook op toezien en controleren dat ze hun huis ook effectief poetsen. Maar we staan die mensen ook bij met praktische zaken: hen doorverwijzen naar het OCMW of andere instanties, een afspraak maken op het stadhuis om hun domicilie in de Kerit aan te vragen.”
Serieuze rugzak
“En vooral, als het anderstaligen zijn, hen naar de Nederlandse les sturen”, neemt Léo over. “Wie de taal spreekt, heeft zoveel meer kansen om er te geraken. Daar moeten wij veel mensen dagelijks van overtuigen.”
“De mensen die wij begeleiden, hebben inderdaad een serieuze rugzak maar ze verdienen ook een nieuwe kans”
“De mensen die wij begeleiden, hebben inderdaad een serieuze rugzak. Het zijn bijvoorbeeld mensen die geen recht hebben op een leefloon, mensen zonder papieren, verslaafden, ex-gevangenen of slachtoffers van zwaar intrafamiliaal geweld. Die mensen hebben al heel wat meegemaakt in hun leven en het is dikwijls moeilijk om een nieuwe kans te krijgen. Zo herinner ik mij iemand die met een enkelband de gevangenis mocht verlaten, hij had een job gevonden en mocht naar een huisbaas om een huurhuis te bekijken. Hij deed dat echter in een korte broek en toen die huisbaas de enkelband zag, was het meteen over voor die man. Ik wil maar zeggen: had die man toen een lange broek gedragen, dan was er geen vuiltje aan de lucht geweest. Nu kreeg hij opnieuw een opdoffer te verwerken. Wel, dan zijn wij er om die man bij te staan in dat moeilijk moment.”
Sarepta
Sommige mensen kunnen vreemd opkijken als ze de naam van de nieuwe crisiswoningen zien. Sarepta is nu eenmaal geen veel voorkomende naam in vastgoedmiddens. Maar ook hier geeft de bijbel een antwoord. “We zijn heel vlug bij de naam Sarepta gekomen”, vertelt deken Renaat Desmedt. “De Bremstruik en de Kerit zijn twee begrippen uit het levensverhaal van de profeet Elia uit de achtste eeuw voor Christus. Wanneer Elia op de vlucht is voor zijn leven, vindt hij kracht onder de bremstruik en tot twee keer toe zal een engel hem brood brengen. In het dal van de Kerit moet Elia leren leven met open handen. Raven brengen hem ‘s morgens en ‘s avonds brood en vlees en water vindt hij in de beek. Wanneer Elia in een klein dorp Sarepta komt, bakt een arme weduwe een brood voor Elia met het weinige meel dat haar rest. En het verhaal vertelt: ‘de pot met meel raakte niet op en de kruik met olie niet leeg.’ En het verhaal herhaalt zich vandaag opnieuw, want het is zoals Maria Seurinck zegt: we doen niets anders dan weggeven en steeds is er nieuwe voorraad”, aldus de deken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier