Brugse Ann Demeester ruilt Frans Halsmuseum voor Zürich

Ann Demeester, directeur van het Frans Hals museum. © Jacqueline de Haas Jacqueline de Haas
Stefan Vankerkhoven

Nog tot het voorjaar van 2022 is de Brugse Ann Demeester directeur van het Frans Halsmuseum in Haarlem, waar er momenteel een grote expo rond Jacob Jordaens loopt. Nadien vertrekt zij naar Zwitserland om het Kunsthaus van Zürich te gaan leiden.

“Ik behoor tot de laatste lichting baby’s die nog in het oude Sint-Janshospitaal in Brugge geboren zijn”, vertelt Ann Demeester (46), die in het polderdorpje Vlissegem opgroeide. Na haar humaniora aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege in Oostende studeerde zij Germaanse filologie aan de Gentse Universiteit.

“Mijn interesse voor kunst stak de kop op, toen ik in het amateurtoneel in Stene meespeelde en een collega-acteur mij een abonnement op het kunsttijdschrift De Witte Raaf cadeau gaf. Ik begreep als tiener niks van die hedendaagse kunst, maar raakte er wel door gefascineerd. En in De Haan woonde er een Hongaarse schilderes naast mijn tante. Haar vreemde zeelandschappen intrigeerden mij.”

Jan Hoet

“Toen ik in 1997 als Germaniste afstudeerde, wou ik iets doen dat dicht bij de kunst en de literatuur stond. Maar wat? Dat wist ik niet. Na een extra jaar culturele studies aan de KU Leuven belandde ik als stagiaire bij de krant De Morgen en mocht ik een brede waaier aan culturele artikels schrijven. Als freelancer waagde ik mij niet aan recensies van tentoonstellingen, want ik had geen kunstgeschiedenis gestudeerd. Pas toen mijn baas mij in die richting duwde, met als argument dat hij zelf socioloog was, deed ik het. Je opleiding was van weinig tel, op voorwaarde dat je je vooraf goed informeerde.”

“Op een dag, in het millenniumjaar, belde de Vlaamse kunstpaus Jan Hoet mij op. Hij was op zoek naar een assistente. Ik antwoordde hem dat hij verkeerd verbonden was, de publiciteitsafdeling hield zich bezig met de werkaanbiedingen. Waarop hij zei: ik wil jou, ik heb al met genoeg kunsthistorici gewerkt! Tentoonstellingen maken is net als zwemmen: je wordt in het water gegooid en je moet je zien te redden. Kom met mij lunchen!”

“Omdat ik nieuwsgierig was en open sta voor nieuwe avonturen wellicht een reactie op het feit dat ik als tiener in het kleine dorp Vlissegem woonde ben ik met Jan Hoet gaan eten. Ik ben eerst parttime, nadien voltijds voor deze flamboyante maar omstreden figuur beginnen werken. Ik moest voor hem de vroedvrouw van de kunst worden, eerst in het SMAK in Gent, nadien in het Duitse Herford.”

“Alles uitproberen is mijn motto”

“Op laatstgenoemde plek beleefde ik een turbulente periode, toen ik in 2002 een black metal tentoonstelling van een Noorse kunstenaar op het getouw zette. Omdat het werk vol satanische symboliek zat, sloot de Duitse overheid de expo. We werden zelfs vervolgd wegens de verheerlijking van geweld, terwijl die expo enkel kritische vragen stelde.”

“Een jaar later kreeg ik de aanbieding om directeur te worden van de kleine kunstinstelling W139 in Amsterdam. Waarom niet? Alles uitproberen was en is mijn motto. Het was hoog tijd om van onder de vleugels van Jan Hoet weg te vliegen, anders blijf je zijn leerling-tovenaar. Amsterdam was aanvankelijk een ontgoocheling: niet zo wild en zo vrij als een meisje uit een West-Vlaams polderdorpje gehoopt had.”

“Ik wou de wereld ontdekken en Nederland leek een progressief land, maar alles is er over gereglementeerd. Ik dacht: work hard and party all night, maar de cafés sloten toen om 1 uur ‘s nachts!”

“Nadien leidde ik nog van 2008 tot 2014 kunsthal De Appel in Amsterdam, tot ik directeur werd van het Frans Halsmuseum in Haarlem. Dat is een ‘Vlaams’ stadje in Nederland, de helft van de inwoners in de 17de eeuw bestond uit Vlamingen. Vooral veel West-Vlamingen uit de vlasstreek emigreerden naar Haarlem, waar damast werd geproduceerd.”

“Toen ik mijn contract tekende, kondigde het gemeentebestuur van Haarlem aan dat ze fiks zou besparen op zijn museum. Dat was geen positieve start. Samen met mijn voorganger heb ik hard gelobbyd om die bezuinigingen ongedaan te maken. Dat is ten dele gelukt en we hebben een kring van private donateurs opgericht.”

“Het Frans Halsmuseum heeft een collectie Haarlemse barok, maar ook hedendaagse kunst. Ik vond het spannend om beide te vermengen. Je kunt een lekkere kunstcocktail bereiden door een film of foto’s van een actuele fotografe naast een oude meester te plaatsen. Bovendien wou ik de apartheid tussen de Nederlandse en Vlaamse kunst doorbreken. In de 17de eeuw was er een wisselwerking tussen de schilders uit Amsterdam en Antwerpen. De huidige expo rond Jacob Jordaens, de derde, vergeten man tussen Rubens en Rembrandt, kadert in die optiek.”

Allesvreter

“Ik ben een allesvreter wat kunst betreft. Voor mij moet kunst niet alleen mooi en verleidelijk zijn, ze heeft ook een verhaal te vertellen, ook al is die boodschap soms ambetant. Vooral hedendaagse kunst stelt vragen over de werkelijkheid. Dat zette mij ook aan om een nieuwe uitdaging aan te gaan in het Kunsthaus van Zürich. Ik trek er volgende zomer met mijn man Gerbrand en onze twee kinderen naartoe. We zijn toe aan een nieuwe hobby: bergwandelen!”

Ann Demeester

Privé

Geboren op 27 maart 1975 in Brugge. Dochter van twee belastinginspecteurs. Opgegroeid in Vlissegem. Gehuwd met Gerbrand Korevaar, moeder van twee kinderen: Werner en Marcel. Woont in Haarlem, verhuist in de zomer van 2022 naar Zürich.

Carrière

Middelbaar aan OLV-college in Oostende, Germaanse aan UGent. Journaliste voor De Morgen en De Tijd. Assistente van Jan Hoet. Directeur van het Frans Halsmuseum sinds 2014. Wordt in 2023 directeur van het Kunsthaus van Zürich.

Hobby’s

Roeien, romans lezen en heel veel kunst kijken.