Bram Verrecas te zien in Callboys: “Op mijn oude dag een villa aan de Spiegelrei”

Bram Verrecas. © Davy Coghe
Thomas Rosseel
Thomas Rosseel Journalist

“Of ik een naakte rol vertolk? Je zal moeten kijken, hé”, knipoogt Bram Verrecas. De geboren en getogen Brugse acteur is vanaf donderdag te zien in het tweede seizoen van de razend populaire Vier-reeks ‘Callboys’. Zijn eerste stappen als acteur zette de twintiger aan de Brugse kunstacademie. “Maar eigenlijk wist ik als heel klein manneke al dat ik dit wou doen en ook goed kon. Er was geen ander plan.”

Het televisiescherm krijgt steeds meer Bram Verrecas te zien. Enkele jaren geleden schitterde hij in een grappig reclamespotje op een tram, was hij te zien in De Ideale Wereld en vertolkte hij een rol in langspeelfilm Ventoux. Sinds kort is Bram te zien in succesvolle series zoals De Twaalf op Eén en vanaf donderdag ook in het tweede seizoen van Callboys op Vier. Wij waren razend benieuwd naar hoe een geboren en getogen jonge Bruggeling zich een weg in de televisie- en filmwereld baant.

Laat ons beginnen bij je jeugdjaren. Hoe zijn die verlopen?

“Ik ben geboren en getogen in Brugge. Ik heb een vrij goeie en gewone jeugd gekend, alhoewel mijn ouders uit elkaar zijn gegaan toen ik acht was. Maar ik ben altijd hier kunnen blijven wonen, wat makkelijk was. Ik ben niet de getormenteerde kunstenaar die zijn verleden met zich meedraagt, absoluut niet.”

Wanneer wist je dat je iets anders dan ‘het gewone’ wou doen?

“Heel vroeg al, hoor. In het eerste leerjaar. Ik wist toen ook al dat ik er best goed in was. Kinderen worden vaak onderschat. Ik wist als kind al wat ik moest doen om een lach te krijgen. Als ik een mop maakte, dan lachte men. Dat was tof.”

Je was wellicht niet de braafste van de klas, als lolbroek?

“Ik was best braaf, hoor. In mijn puberteit kon ik wel wat sporen van ADHD vertonen, maar ik was zelden de jongen die kattenkwaad wou uitsteken. Ik was wel vaak de lolbroek en sfeermaker, maar niet op een stoute manier.”

Je studeerde in het middelbaar af aan de Brugse kunstacademie. Hoe is die keuze er gekomen?

“In het middelbaar liep ik eerst school aan de Garenmarkt, maar dat was niets voor mij. Elke dag aan een bankje theorie volgen en werken aan iets waar ik totaal geen affiniteit mee had, dat was het gewoon niet voor mij.”

Als 19-jarige ben ik in Brussel gaan studeren. Dan voel je je een kleine Bruggeling in de grote stad

“Er werd ook weinig tot niets op menselijkheid ingespeeld, terwijl je in een kunstopleiding dankzij je creatieve vakken gedwongen wordt om op een andere manier met mensen om te gaan. Dat vind ik veel interessanter. Voor sommigen werkt dat wel, hé, elke dag leerstof happen. Dat hangt ervan af wat je wil in het leven.”

Je studeerde vervolgens verder aan het RITCS in Brussel. Wie is de acteur Bram Verrecas ondertussen geworden?

“Ik word voornamelijk voor comedy gevraagd en dat doe ik supergraag. Maar ik speel ook graag serieuzere rollen. Ik zou graag de combinatie nog wat meer vinden. Een rol waar je echt je tanden in kunt zetten en een transformatie ondergaat, is het fijnst. Niet per se fysiek, alhoewel dat ook nice is. (lacht) Ik bedoel vooral een personage dat heel ver van mijn eigen persoon ligt.”

Is comedy het moeilijkste genre, zoals vaak beweerd wordt?

(twijfelt) “Ik ervaar dat zelf niet zo. Dat gaat mij eigenlijk gemakkelijkste af. Ik weet niet hoe dat komt. Misschien heeft dat met timing te maken. Ik haal heel vaak de mosterd bij onnozele internetfilmpjes. Echte mensen zijn zo dankbaar om naar te kijken. De gewone mens in de straat uitvergroten, wordt grappig.”

Je bent 28, waar wil je op je 38ste staan?

“Er is niet echt een groot doel. Ik laat de dingen graag op me afkomen zoals ze zijn. Ik ben vier jaar geleden afgestudeerd en er zijn al heel wat toffe dingen op me afgekomen. Stap voor stap, en dat is leuk. Ik hoef de grote klepper niet meteen op mijn bord te krijgen. Zo wordt mijn leven een project van lange termijn.”

Hoe onderhoud je dat ondertussen? Een pianist kan elke dag repeteren, een acteur heeft niet elke dag een rol om te spelen.

“Als ik niet aan het werk ben, werk ik aan mezelf. Ik sport heel veel, ik doe aan yoga en meditatie. Ik spreek af met gelijkgestemden. Ik sta niet thuis voor de spiegel te oefenen. Acteren is parate kennis, een rugzak die je altijd meehebt. Als het nodig is, trek je hem open en komt het eruit. Daar moet je op vertrouwen.”

Drie jaar geleden verruilde je Brugge voor Gent. Waarom?

“Ik had het hier wel wat gezien. Ik zeg dit met alle respect, maar als er in Brugge iets gebeurt, is dat altijd met een rem op. Benenwerk is superleuk. De hele stad staat plots te dansen in het centrum, maar om 2 uur moet alles uit. Van zodra het te plezant wordt, mag het niet meer. Dat is jammer.”

Bram Verrecas.
Bram Verrecas.© Davy Coghe

“De Gentse Feesten zijn dan weer misschien té, tien dagen aan een stuk volle bak, maar je biedt wel de mogelijkheid aan je inwoners om zich keihard te amuseren zonder beperkingen. Voor mij speelde het werk ook een rol om te verhuizen. Ik moet vaak in Brussel en Antwerpen zijn, of zelfs in Gent. Dan is het makkelijker om daar te wonen.”

Komiek David Galle woont en werkt hier wel bijzonder graag.

“En dat snap ik ook wel. Begrijp me niet verkeerd. Ik kom nog altijd heel graag terug naar Brugge. Maar op dit moment in mijn leven, met wat ik allemaal wil doen, is dit niet de meest geschikte locatie om te wonen. Ik sluit een terugkeer op mijn oude dag niet uit. In een villa aan de Spiegelrei. (knipoogt) Je kunt hier de rust vinden. Er zijn veel toeristen, maar na 21 uur gaan die naar hun hotel en dan wordt Brugge op zijn leukst.

Stel: niemand moest jou als acteur. Wat was je dan geworden?

“Niets. Er is nooit een plan B geweest. Ik wijk daar ook nooit van af. Ik heb nul andere interesses. Ik moest en zou acteur worden. Zelfs al loopt het slecht of voel ik me slecht in mijn vel, dan nog zet ik door.”

Improviseer je soms?

“Als dat toegelaten is en het de scène iets bijbrengt wel. In mijn rol in het tweede seizoen van Callboys was dat bijvoorbeeld niet nodig. Dat scenario was al zo goed en zo afgelijnd, tot op elk lettertje bedacht, dat je dan niet gaat improviseren.”

Kun je wat meer vertellen over je rol?

“Ik speel een assistent van twee rijke kerels die met de Callboys te maken krijgen.”

Mag je je kleren aanhouden?

“Daarvoor moet je kijken.” (lacht)

Sta je open voor het betere functionele naaktwerk?

“Tuurlijk. Daar schaam ik me niet voor. Een lijf is maar een lijf. Je moet ervoor zorgen, natuurlijk. Maar iedereen heeft een lul of een foef en tetten. Dat boeit allemaal niet.”

Was dit de meest bijzondere set die je al meemaakte?

“Het was vooral bijzonder omdat ik niet op casting ben moeten gaan, maar regisseur Jan Eelen rechtstreeks vroeg of ik die specifieke rol wou spelen. Een hele eer. Ik ben met Jans werk opgegroeid. Zijn series zijn geweldig.”

Of ik mijn kleren uittrek in Callboys? Je zult moeten kijken, hé

“Het toeval wil dat ik Jan drie jaar geleden al een mail had gestuurd met mijn showreel (montage met het werk van een acteur, red.). Dezelfde dag kreeg ik een antwoord, dat ik al aan zijn bord hing. Hij was toen net bezig met het maken van de tweede reeks van Callboys. Ik voelde vertrouwen en dat is fijn. Ik mocht zelfs mijn eigen kostuum kiezen.”

De opnames zijn achter de rug, wat ligt er voor jou nog op de plank?

“Ik speel binnenkort een rol in Mijn Vader is een Saucisse, het langspeeldebuut van Anouk Fortunier. Ik speel ook nog een rolletje in een nieuwe productie van Koeken Troef! en doe mee in Eén-series De Twaalf en Black-out. Ik heb mijn werk, maar ik weet nooit ver op voorhand wat er gaat komen. Dat is ook prima. Ik sta nu op dit punt in mijn leven omdat ik vertrouwen heb dat alles goedkomt. Mijn carrière kent een domino-effect. De ene opdracht lokt een andere uit. Zo komt alles altijd goed.”

Zo’n kijk op het leven is niet iedereen gegeven.

“Ik vind het altijd jammer als ik mensen hoor zeggen: ‘Ik had ook toneelschool willen doen, maar ik heb het niet gedaan omdat het geen zekerheid biedt.’ Dat is de grootste bullshit ooit. Als je iets wil bereiken, moet je alles op alles zetten en geen excuses verzinnen. Als 19-jarige ben ik in Brussel gaan studeren en dan voel je je een kleine Bruggeling in de grote stad. Ik heb zaken moeten opofferen om te doen wat ik wou. De tijd passeert toch, je kunt maar beter iets doen waardoor je echt gepassioneerd bent.”

(Thomas Rosseel)


DE TIPS VAN BRAM


Lievelingsplekje

“Het brugje over de Spiegelrei. ‘s Nachts is dat een supermooie plek en bijzonder rustig om te zitten. Als je geluk hebt, passeert er dan net een hele horde zwanen. Dat zicht is formidabel. Wat fijn is aan Brugge: als er niets te doen is op een gewone weekdag, lukt het altijd wel om op een creatieve manier zelf iets te doen met je vrienden.”

Hobby’s

“Yoga en meditatie. Ik word daar rustig van in mijn hoofd en het is ook heel goed voor je fysiek. Wanneer ik op sommige dagen geen werk heb, geeft dat zin aan mijn leven. Ik zou kunnen piekeren over het gebrek aan zekerheid op werkvlak, maar dankzij yoga en meditatie gebeurt dat amper. Pas wanneer je het even niet doet, merk je wat mediteren met je doet. Veel filosofischer moet dat niet worden.” (lacht)

Muziek

“Mijn stijl is heel breed. Ik zet wel nooit de radio op, want een popmens ben ik niet. Dat is allemaal eenheidsworst. Ik ga graag op zoek naar muziek. Ik maak ook zelf elektronische muziek, maar dat is nog pril. Ik draai graag, maar ik heb geen Tomorrowland-allures of zo. Ik vind het gewoon leuk om met muziek bezig te zijn. En om te zien dat mensen zich amuseren op muziek die ik heb gekozen.”

Eten en drinken

“Ik vind Tom’s Diner geweldig. Prijs-kwaliteit is dat top. Ook De Republiek is heel goed. Sinds de vernieuwing is de keuken erg lekker. Een goeie lasagne van L’Estaminet gaat ook altijd binnen. En om te drinken Het Verdriet Van België, mijn stamcafé in Brugge. ‘t Poatersgatvond ik vroeger ook heel goed. Het enige café waar wel eens een hele cd van Pink Floyd werd afgespeeld. Muziek geeft ziel aan een pand. Anders word je het zoveelste toeristenkot.”

Televisie

“Alle grappige dingen van Woestijnvis en Jan Eelen eigenlijk. Het Geslacht De Pauw, Willy’s en Marjetten, Het Eiland, In de Gloria. Het is leuk dat de mensen naar wie je toen opkeek, quasi collega’s zijn geworden. Maar starstruck ben ik niet. Ik heb veel respect voor wat zij al allemaal hebben bewezen, maar het zijn ook gewoon mensen zoals jij en ik.”