Bart (51) is de Krak van Wevelgem: “Voor het festival Alcatraz mogen ze me altijd vragen als Rode-Kruismedewerker”

Voor de collega’s van het Rode Kruis zoals voorzitter Bram Maes en penningmeester Dieter Deschuymer is Barry (in het midden) de evidente Krak van 2024. © Stefaan Lernout
Stefaan Lernout

Voor de collega’s van het Rode Kruis is de verkiezing van Bart Cuylits tot Krak van 2024 niet meer dan logisch. Al meer dan dertig jaar lang kunnen ze op Barry rekenen. Niet alleen bij het Rode Kruis, maar ook in jeugdclub Ten Goudberge.

Lees hier de verhalen van alle Kraks van 2024.

Als je het over ‘Barry’ hebt in Wevelgem, dan weet zowat iedereen dat het over Bart Cuylits gaat. De naam kreeg hij ooit in jeugdclub Ten Goudberge, waar hij al meer dan 30 jaar op regelmatige basis achter de toog staat. Hij kwam even verkennen als 15-jarige en ging er nooit meer weg. En ondertussen zetelt hij ook al 20 jaar in het bestuur van de JC.

Jeugdclub

“Vroeger ging iedereen naar de jeugdclub”, vertelt Barry. “Toen ik 16 jaar was, begon ik mee te draaien in de werking en het is eigenlijk niet meer gestopt. Vroeger bestelde ik een tweetal dagen per week, nu enkel nog op zondagmorgen als er Stripkeet is. Wanneer straks De Stripkeet verhuist, zal de jeugdclub wellicht gesloten blijven op zondagmorgen. Ik blijf wel nog aan boord, maar dan meer achter de schermen om de voorraden te tellen en de bestellingen door te geven.”

Het was ooit anders. Meer dan 30 jaar lang kenden Wevelgemse jongeren Barry. Altijd vrolijk, altijd bereid, altijd klaar voor een babbel. “Ik ken daardoor veel volk en zij kennen mij. De jongeren die nu aan de toog zitten, zijn de kinderen van de jongens en meisjes die vroeger aan dezelfde toog zaten. Maar er is veel veranderd”, kijkt hij met enige weemoed terug. “Vroeger leefden we voor de jeugdclub. Nu komen jongeren slechts sporadisch langs. Momenteel zijn er slechts vijf ‘openhouders’, vroeger stonden we in de rij om open te houden. Het leukste waren de weekends met de vrijwilligers, de bedankingsfeestjes en ook de spontane feestjes.”

Alcatraz

De andere grote liefde van Barry is het Rode Kruis. Daar tuimelde hij ook als vanzelf in. “Toen ik een jaar of 14 was, nam een vriend me mee naar het Rode Kruis, pannenkoeken ophalen die hij had gekocht voor het goede doel. Ze spraken ons aan en zo begon ik deel te nemen aan de activiteiten van het Jeugd Rode Kruis. Een logische volgende stap was dan het volgen van een opleiding, nu ben ik medewerker bij de hulpdienst.”

Die dienst biedt hulp bij festivals en sportwedstrijden, overal waar veel volk naartoe komt. Ideaal voor Barry, die niet alleen graag onder het volk is, maar ook kan genieten van dergelijke evenementen. “Ik ga graag mee naar Club Brugge, ik hou wel van voetbal. En voor een evenement als Alcatraz mogen ze me ook altijd vragen. De muziek die ze daar spelen, vind ik wel fijn maar vooral de sfeer is er prachtig. Het publiek van Alcatraz is fantastisch en heel dankbaar voor onze inzet.”

“Het Rode Kruis is een gezellige bende, iedereen is gelijk bij ons. Dat apprecieer ik enorm. Onze beloning is ‘een merci’, dat schenkt ons voldoening, want voor het geld moet je het niet doen.”

Het laatste woord is aan Bram en Dieter, collega’s bij het Rode Kruis. Is Barry een terechte Krak? Het antwoord komt onmiddellijk: “Ongetwijfeld. Op Barry kan je altijd rekenen! Het is een droom om zo iemand in je vereniging te hebben. Hij komt altijd op tijd en waar je ook gaat, iedereen kent hem! En hij is altijd welgezind!”

BIO BART ‘BARRY’ CUYLITS

Privé: De jeugd van Bart ‘Barry’ Cuylits (51) speelde zich af op de Wijnberg. Het ouderlijke huis van Bart, zus Eva en broer Henk stond in de Jan van Eyckstraat. Vrijgezel Barry woont momenteel in de Egelantierstraat, nog altijd op de Wijnberg.

Loopbaan: Bart behaalde aan het VTI Sint-Lucas het diploma schrijnwerker. Na een jaartje legerdienst in Büren (Duitsland) kon hij aan de slag bij Vanca Group in Gullegem, waar hij nog altijd werkt. Je kan hem vinden in de afdeling vlakverlijming.

Vrije tijd: Wanneer hij niet in jeugdclub Ten Goudberge of bij het Rode Kruis vertoeft, gaat Barry graag wandelen. In de winter een kleine 10 kilometer, in de zomer wandelt hij met de 7 mijlstappers vlot 15 kilometer. Alle verplaatsingen doet hij met de fiets.

DRIE VRAGEN AAN BART

Iedereen noemt je ‘Barry’, vanwaar de naam?

“Niet iedereen noemt me ‘Barry’. Mijn oversten bij Vanca noemen mij gewoon Bart. Maar voor de rest zegt zowat iedereen Barry. De naam komt natuurlijk van Bart, ik meen me te herinneren dat het ooit begon in de jeugdclub. Het was een heel drukke vrijdagavond en ik stond achter de bar. De bestellingen kwamen van overal, Bart hier – Bart daar – Bartje… Ik moet gezegd hebben, roep maar eens iets anders. Met de bedoeling dat ze iemand anders zouden roepen, maar het werd dus ‘Barry’.”

Ooit kon je in de frituur een ’Barry’ bestellen?

“Dat was in frituur Pickles. Iedere week bestelde ik hetzelfde: een klein pakje friet met stoofvleessaus en een plat water. Die combinatie was blijkbaar uniek, in die mate dat de uitbaters het in hun menu hebben opgenomen. ‘De Barry’ kreeg een eigen toets op de kassa.”

Je reist graag?

“Dat is pas sinds een jaar of acht. Voor die tijd trok ik mee op kamp als kookouder voor maatschappelijk kwetsbare jongeren, een organisatie van het Rode Kruis. Dat werd uiteindelijk iets te lastig. Nu zoek ik cultuur en mooie natuur op.”