Arsène (82) krijgt lifetime achievement award: “Ik was de tamboer-majoor van de fanfare”
Tijdens de uitreiking van de eerste Olivierkes afgelopen vrijdag kreeg Arsène Verbeke de lifetime achievement award uitgereikt. De pionier van de Tieltse cultuurraad kan terugblikken op een rijkgevulde carrière en heel wat mooie culturele momenten. “We hebben héle grote namen naar Tielt gekregen.”
De Tieltse cultuurraad valt in het culturele leven in Tielt al lang niet meer weg te denken. Ooit stond Arsène Verbeke mee aan de wieg van die stedelijke culturele raad, die intussen een zestigtal Tieltse verenigingen samenbrengt.
Als we even terugkeren in de tijd: hoe is die cultuurraad toen ontstaan?
“Ik was voorzitter van het Davidsfonds en het waren vrienden van mij die vonden dat die taak wel bij mij zou passen. Ze stimuleerden me om de schouders te zetten onder het project. We spreken van het jaar 1980. We moesten toen absoluut een culturele raad hebben om een erkende bibliotheek en erkend cultureel centrum te verkrijgen in Tielt. Het was een periode van heel wat decreten en als je daaraan kon voldoen, kon je subsidies binnenrijven en personeel betalen. Dat was iets wat we niet mochten laten schieten. Ik was de eerste keer voorzitter van de cultuurraad tot en met 1982, daarna was het even tijd voor pauze. Maar ik ben het daarna nog een paar keer geweest. Zo’n 18 jaar in totaal. Nu, achteraf bekeken, hebben we bijna het onmogelijke gedaan in die beginperiode.”
Hoe heeft u die eerste jaren beleefd?
“We spreken van een heel andere tijd, waar we bijvoorbeeld nog een katholieke en socialistische bibliotheek hadden. De huidige stadsbib is een fusie van die twee. In die eerste culturele raad zaten de kopstukken van het Tieltse culturele leven, of ze nu van links of van rechts kwamen. Blijkbaar kon ik daar goed mee overweg, was ik een soort verzoeningsfiguur, en zo zijn we er toch in geslaagd de cultuurraad over de politieke grenzen te tillen. Iedereen zag ook wel de noodzaak ervan in en bij het stadsbestuur werd men toen meer vatbaar voor inspraak, wat toch nieuw was. We gaven adviezen en die werden regelmatig gevolgd. We hebben steeds een goede verstandhouding gehad met om het even wie in het bestuur zat. Daar ben ik echt gelukkig om. Ik heb met fijne mensen mogen werken.”
Is het culturele leven sinds die beginjaren veel veranderd?
“Toch wel, zo zie je nu overal professionalisering. Wij moesten dat indertijd allemaal zelf regelen, met vrijwilligers. Geert Van Hecke was toen mijn secretaris en wij zaten samen op het stadhuis in een lokaaltje adviezen te schrijven en verslagen te maken. Aan het einde van dat eerste jaar kwam Wim Vanseveren dan in dienst in het cultuurcentrum en als ondersteuning van de cultuurraad. Hij was een bijzonder goede kracht, daar heb ik hele warme herinneringen aan.”
“Jan Terlouw, dé auteur van de Lage Landen, kwam hier zelfs op bezoek”
“Die professionalisering zie je bijvoorbeeld ook in het programma dat het Gildhof nu kan maken. Voor hele grote namen moest je naar de grootsteden, nu komen die ook naar Tielt. Maar daarnaast is het ook moeilijker geworden om mensen buiten te krijgen. De televisie geeft elke dag gedocumenteerde en uitgebreide informatie, daar moesten de mensen vroeger voor naar een lezing trekken.”
Waarop blik je zelf met het meeste trots terug?
“Het subsidiereglement dat we gemaakt hebben voor de verenigingen. Er is ontzettend veel voor vergaderd. Stel je voor: vijf harmonieën in Tielt rond de tafel krijgen om de regels op te stellen. Maar kijk, het reglement bestaat nog steeds. Daarnaast is er de Jeugdboekenweek, iets wat Wim Vanseveren en ikzelf in 1981 gelanceerd hebben en dat nu overal in Vlaanderen te vinden is en zelfs een Jeugdboekenmaand is geworden. Met een bus kwamen ze vanuit Antwerpen naar Tielt afgezakt. Nog een goede herinnering is het bezoek van Jan Terlouw, voor mij toch nog steeds dé grootste auteur van de Lage Landen. Maar ook iemand als Gerard Walschap mochten we hier verwelkomen.”
U kreeg nu een lifetime achievement award, welk gevoel overheerst?
“Een blij gevoel. Ik heb eigenlijk nooit gedacht dat ik voor mijn werk een bekroning of trofee moest krijgen. Maar als ik er nu over nadenk: we hebben toch wel heel wat gedaan, dingen in gang gestoken die er soms nog steeds zijn. Denk aan de 11-juliviering of Openmonumentendag. Er zijn ook dingen die niet meer bestaan, zoals Tielt Boekenstad, de prijskamp voor het jeugdboek in samenwerking met Lannoo. Kinderboekenschrijfster Sylvia Vanden Heede won daar toen de eerste prijs. Ze heeft altijd gezegd dat die prijs de stimulans is geweest om verder te gaan en intussen kent iedereen haar van Vos en Haas. Ook was er de poëzieprijskamp Dichter bij Jeugd, de eerste editie werd gewonnen door professor Brems. Stel je voor, een prof die meedoet aan een prijskamp… Ik zeg het zo: de cultuurraad was de fanfare en jarenlang was ik de tamboer-majoor. Het is echt de moeite geweest.”
Arsène Verbeke
Privé: Arsène (82) woont samen met zijn echtgenote Janine Folens in Tielt. Ze hebben drie kinderen – Bart, Stijn en Karolien – en vijf kleindochters.
Studies en loopbaan: De lagere school doorliep Arsène in geboortedorp Markegem. Daarna is hij de normaalschool van Torhout gaan volgen om uiteindelijk regentaat Nederlands-geschiedenis te studeren. Hij gaf vanaf 1962 het vak Nederlands in het VTI in Tielt. Op zijn 65ste ging hij met pensioen.
Vrije tijd: Arsène leest graag de krant, hij heeft een aantal abonnementen, en is ook voorzitter van de vereniging van oud-leraren van het VTI. Daarnaast is hij al jaren bezig met genealogie en blijft hij geïnteresseerd in voetbal- of basketmatchen op tv.
Belfortbabbel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier