Arne Vanhaecke maakt muzikaal journaal op de radio: “Brugge is een prachtig mysterie”

Arne Vanhaecke. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Blijven plakken in Gent na de studies. Het was net als zoveel andere West-Vlamingen ook de lotsbestemming van muzikant-presentator Arne Vanhaecke (31). De roots van deze spring-in-‘t-veld liggen in geboortedorp Oedelem én op de middelbare school in Assebroek, waar Arne de microbe voor een leven in de spotlights opliep. “Als tiener wou ik indruk maken op meisjes, nu wil ik gewoon mijn vak goed beheersen.”

Van liedjes schrijven en ze begeleiden met stem en gitaar of ukelele, tot vloggen en presenteren op radio en televisie. Arne Vanhaecke is een duizendpoot van de creatieve soort. Als een raket schoot hij zich een weg doorheen showbizzland, tot hij enkele jaren geleden zijn eigen ambitieuze tempo bijna niet meer kon volgen. Vanhaecke werkte noest, zoals het een West-Vlaming betaamt, aan verschillende projecten voor tv en radio en ging op tournee met een handvol bands.

“Op een bepaald moment werd het allemaal wat te veel en moest ik gas terugnemen. Op zich deed het wel deugd om dan te kunnen zeggen: ‘nu stop ik met tv en hou ik me enkel nog bezig met muziek’.” Die muziek brengt hem elke avond rond 18 uur op Radio 2. Voor de zender maakt hij het muzikaal journaal: een origineel nummer van een minuut over het nieuws van de dag.

Elke dag een nieuw liedje maken, dat lijkt me aartsmoeilijk.

“Dat is het soms ook. Ik wil altijd een leuke insteek brengen. Neem nu de stakingen op Zaventem. Die zijn niet meteen sexy. Op twee à drie uur tijd moet het liedje ook af zijn. Maar ik heb die druk nodig. Het is een uitdaging, zowel muzikaal als inhoudelijk, om je craft in iets leuks om te zetten. Bovendien is het heel tof dat ik van thuis uit kan werken. Vroeger moest ik altijd naar Brussel pendelen om zo’n item te maken. Nu heb ik een studio gebouwd op mijn zolder waar ik alles kan afwerken. WeTransfer doet de rest. (glimlacht)

Je bent van vele markten thuis, maar zie je jezelf dan vooral als singer-songwriter?

“Dat blijft de kern van wie ik ben. Ik doe al de rest ook heel graag, maar waarin ik me echt kan onderscheiden, is dat ik heel snel een liedje kan schrijven. Dat is mijn talent. Er zijn mensen die studeren om te presenteren of om radio-dj te worden. Zij kunnen dat dan ook veel beter dan ik. Als ik voor iets wordt gevraagd, dan is dat toch vooral om snel een liedje te schrijven.”

Waarom gaat dat eigenlijk zo vlot?

“Ken je die regel van Malcolm Gladwell (Canadees schrijver, red.)? Hij stelt dat als je iets 10.000 uur oefent, je daar heel goed in wordt. Ik deed niets anders in mijn studententijd en later ook voor Radio Donna. Dat talent groeit, zoals een spier bij een sportman. Je blijft er ook voortdurend mee bezig, onbewust zelfs. Terwijl we hier zitten, schieten er zaken door mijn hoofd. Niet dat ik rijmpjes zit te maken over jou, hoor. (lacht) Ik kan dat eigenlijk moeilijk verklaren. De woorden en melodieën schieten gewoon in mijn hoofd en komen er via mijn mond en gitaar weer uit.”

Waar is dat begonnen? Op de muziekschool?

“Nee, ik heb nooit muziek gevolgd. Als 16-jarige ben ik toneel beginnen spelen op school in den Olva in Assebroek. Ik wou gewoon op een podium staan en mezelf tonen. Ik heb een gitaar vastgepakt en begon te spelen. Ik was fan van Gorki en Luc De Vos, die trouwens ook niet kon zingen. (glimlacht) Hij was mijn puberheld. Mijn eerste liedje schreef ik voor de godsdienstles: ‘Ik zoek en ik wacht’. De leerkracht snoof eens en keek wat raar op, maar mijn medeleerlingen vonden het fantastisch. Toen dacht ik: ‘allright, dat Nederlands staat me wel aan’.”

De show stelen dus.

“Ja, natuurlijk. Vroeger veel meer dan nu. Je begint met spelen om indruk te maken op meisjes. Je wil ergens bij horen. Als je ouder wordt, is dat minder belangrijk. Je hebt je vaste groep vrienden en een vast lief. Je moet de wereld niet meer veroveren. Nu is het leuk om echt een vak te hebben en te beheersen. Weet je, ik zou heel graag terugkeren in de tijd om de 14-jarige Arne te vertellen dat alles wel goed komt. Ik hoopte zo innig dat ik ooit zoiets ging mogen doen zoals presentator worden, maar ik wist hoe klein de kans was.”

Ik was fan van Gorki en Luc De Vos, die trouwens ook niet kon zingen

“Ik heb al mijn kinderdromen waargemaakt: presenteren, acteren en muziek maken. De droom die ik nu nog heb, is ook aan het uitkomen. Ik maak liedjes voor heel veel verschillende mensen en kan werken waar en wanneer ik dat wil. De moeder van een bruid vroeg me bijvoorbeeld onlangs om een liedje te schrijven voor het trouwfeest van haar dochter. Zo’n dingen doe ik het liefst van allemaal. Je betekent zoveel voor heel weinig mensen. Iedereen mag me contacteren.”

Je jeugd speelde zich op school af in Brugge. Speelde de stad een rol in je carrière?

“Een van mijn allereerste Nederlandstalige optredens was hier in wijnbar Est. In het Minnewaterpark hebben we nog met The Fuckuleles en Radio Oorwoud gestaan. Ik heb hier dus wel flink wat herinneringen. Brugge is altijd een beetje een mysterie geweest voor mij. Een prachtig mysterie wel. Als tiener heb ik hier zoveel doorheen gefietst, maar ik heb de stad pas de laatste jaren leren appreciëren door de ogen van een toerist. Nu denk ik: wat is het hier ongelooflijk. Enkele jaren geleden kwam ik hier met een Amerikaanse vriend. Voor hem was dit een unieke plek. Hij begreep niet dat sommige gebouwen eeuwen oud zijn. Pas dan ga je daar zelf ook wat meer over nadenken.”

Is het eigen aan de leeftijd van een jonge dertiger om andere prioriteiten in het leven te kiezen dan zomaar de show te stelen?

“Ja, je wil meer zekerheid. Vier à vijf jaar geleden was het heel druk en deed ik van alles tegelijk: Kzoom, Qmusic, op tournee met Radio Oorwoud en de vtmKzoom Band. Ik dubde zelfs films in het Nederlands. Maar op den duur merkte ik dat ik er minder van begon te genieten. Ik stond op een podium en was tegelijk al aan het nadenken over wat ik twee uur later zou moeten doen in de studio. Ik ken mensen met een burn-out en dat had ik zeker niet, maar het werd wel echt te veel.”

Als tiener heb ik zoveel door Brugge gefietst, maar ik heb de stad pas later leren appreciëren. Nu denk ik: wat is het hier ongelooflijk

“Mijn lief is psychologe, en zei me dat ik zoveel meemaakte op een korte periode en geen tijd had om het allemaal te verwerken. Er zijn artiesten die één keer per maand op een podium staan, maar bij mij waren dat soms twee of drie opdrachten op een dag. Allemaal toffe dingen, hé. Ik ging zwemmen met dolfijnen en even later stond ik met mijn gitaar op de Grote Markt van Brussel. Dat is waanzinnig leuk allemaal. Het klinkt misschien verwaand om dan te zeggen dat ik er niet meer van genoot, maar op een bepaalde manier deed het deugd om te beslissen: ik stop met televisie en richt me volle bak op mijn muziek.”

Zakte je daarom in 2017 ook voor vier maanden af naar Australië? Om de drukte te ontlopen?

“Ja, eigenlijk wel. Ik wou zo graag eens enkele maanden op reis gaan. Maar plots vroeg HLN me om een vlog bij te houden voor hun website. Het doel: kun je als onbekende artiest een tournee maken in Australië en er bekend worden? Zo had ik er toch weer iets werkgerelateerd van gemaakt en kwam er dus opnieuw geen rust. Vier maanden lang zat ik alleen aan de andere kant van de wereld.”

Arne Vanhaecke.
Arne Vanhaecke.© Davy Coghe

“In de filmpjes toonde ik altijd ‘hoe tof’ het er wel was. Veel onderdelen van die reis werden betaald door reisbureaus. Dan ga je in je filmpje niet zeggen: ‘hey, ik zit op een schip en ik voel me miserabel’. Die dure trip werd ondertussen wel voor me betaald. Ik heb daar toch een flinke klop van gekregen. Na Australië heb ik het vijf maanden rustig aan gedaan. Als liedjesschrijver bij Radio 2 vind ik nu wel weer mijn rust en plezier.”

Tot slot: zijn er zaken die je niet liggen eigenlijk?

“Ik heb eens auditie gedaan voor de rol van de prins in de musical ‘Doornroosje’. Ik zong echt rampzalig slecht. Met een gitaar zingen en binnen je eigen stembereik blijven, of staan zingen en dansen zoals in een musical, dat is toch wel een groot verschil. Stany Crets zat in de jury en ik zakte door de grond van schaamte omdat het zo slecht was. Maar dan wist ik meteen: dit hoef ik geen tweede keer meer te proberen. (lacht) Ik ben een momentenplukker. Ik wil van alles iets leuks maken, zelfs bij iets saais zoals de wachtzaal bij de dokter. Dat is de kracht van wat ik doe. Ik wil mooie momenten creëren voor anderen, of dat nu op tv of met mijn muziek is. Zo kun je niets doen wat je niet graag doet.” (Thomas Rosseel)


Wil je zelf ook een lied laten maken door Arne? Stuur een mail naar
arne_vanhaecke@hotmail.com.

De tips van Arne


Eten en drinken

“Ik ben eens heel chic gaan eten in het knappe Hotel Duke’s Palace. Daar kom je nu ook niet elke dag. Mijn vriendin en ik zijn er geweest voor het jubileum van een voormalig leraar uit OLVA en zijn vrouw. Mede dankzij hem heb ik destijds de smaak te pakken gekregen. We zijn al die jaren contact blijven houden en hij is zo een van mijn beste vrienden geworden. Dat etentje waar ik dus over sprak kwam voor mij als een oase van rust in een hele drukke periode. Ik zit ook graag in de Zevende Hemel op het Walplein, om lekkere mosselen te eten. Het is een heel tof en gezellig pleintje.”


Reizen

“Ik ben al op heel veel plaatsen geweest, maar waar ik echt het allerliefst kom, is het zuiden van Spanje, in de regio Andalusië. Malaga, Sevilla, Granada, die plaatsen. In het zuiden van Spanje vind ik het lekkerste eten, de tofste mensen en de mooiste streek. Het moet dus zo ver niet zijn, zoals helemaal naar Australië. De Filipijnen vond ik ook wel heel tof. Om te gaan duiken is dat een echte aanrader. Aan Rwanda heb ik ook mooie herinneringen. Maar als ik toch moet kiezen, dan verkies ik dus in Europa, in het zuiden van Spanje.”


Mooiste plekje

“In Brugge is er keuze zat, maar ik zie spontaan dat kleine brugje aan het Groeningemuseum voor me. Je mag er niet langs met de auto, het is op dat binnenplein. Ik heb trouwens nog als straatmuzikant gespeeld in Brugge. Dan verdien je echt ontzettend veel geld. Die Japanners geven je echt veel. (lacht) Op een uur had ik eens 80 euro verdiend. Als busker is dat best zot. In Gent maak je dat niet mee, hoor.”


Muziek

“Op Pukkelpop ging ik twee jaar geleden kijken naar The War On Drugs. Dat is onvergetelijk. Ik vind het Cactusfestival sowieso een van de beste festivals. Ik vond John Hiatt hier eens heel goed. Dat is wat oudere muziek, uit de tijd van mijn pa, maar wel heel sterk. Dat zit in mijn geheugen gegrift. Ik zou zelf ook graag ooit op het Cactusfestival spelen. Geef me nog een jaar of twee met mijn huidige project Tatata en dan kan het misschien wel. Ik hoop het alvast.”