Alveringem betaalt al 42 jaar voor kerkfabriek Roesbrugge: logische bijdrage of achterhaald?
De gemeente Alveringem heeft zelf zeven kerken te onderhouden, maar draagt ondertussen ook al ruim veertig jaar bij aan de begroting van de kerkfabriek van Roesbrugge, grondgebied Poperinge. Burgemeester Liefooghe noemt de bijdrage stilaan ‘historisch achterhaald’, zijn collega Dejaegher noemt ze niet onlogisch, maar is wel bereid om erover te praten.
In 1980 ontdekte de stad Poperinge op basis van een wetsartikel op de kerkfabrieken dat de stad het recht heeft om aan de gemeente Alveringem een bijdrage te vragen voor de kerk van Roesbrugge. Beveren Kalsijde (Alveringem) gaat dan ook naadloos over naar deelgemeente Roesbrugge (Poperinge). Op de gemeenteraad van 20 november 1980 keurden de Alveringemse raadsleden met negen stemmen tegen zeven de begroting van de kerkfabriek van Roesbrugge goed én zegden ze toe om daarvan zo’n 22 procent aan bij te dragen.
“Ik ben in 1980 gemeentesecretaris geworden”, zegt Alveringemnaar Hendrik Verschave. “Fernand Feys was toen burgemeester. Dit is een dossier van heel lang geleden. Maar ik meen mij inderdaad te herinneren dat deze beslissing begin jaren ’80 onder burgemeester Feys genomen is.”
Parochiale grenzen
Op het eerste gezicht lijkt het vreemd dat een lokaal bestuur moet betalen voor een monument dat niet op het grondgebied staat. Tijs Goethals, archivaris van de stad Poperinge nuanceert dat: “Parochiale grenzen – met betrekking op de kerkgebouwen – komen niet altijd overeen met de gemeentelijke grenzen. In dit dossier is dat alvast het geval. Beveren-Kalsijde is grondgebied Alveringem, maar de kerk van Roesbrugge is voor heel wat van die inwoners even dicht of zelfs dichter dan die in Beveren. Dat speelt een rol.”
Feit is dat de gemeente Alveringem op vandaag – en dat dus al 42 jaar lang – jaarlijks 26 procent bijdraagt aan de rekening van de kerkfabriek Sint-Martinus te Roesbrugge. Voor 2020 bedroeg de financiële bijdrage vanuit Alveringem nog 4.928 euro, voor 2022 was dat 7.808 euro. Huidig burgemeester Liefooghe van Alveringem vindt dat deze betaling stilaan niet meer van deze tijd is. “Alveringem heeft zelf zeven actieve kerken en twee kapellen te onderhouden. Het lijkt mij historisch achterhaald om op basis van vroeger druk bijgewoonde erediensten heden ten dage Alveringem nog altijd te belasten. Ik zou het zeker waarderen om met mijn collega uit Poperinge het gesprek aan te gaan”, zegt Gerard Liefooghe.
Toepassing regels
“Ik heb weet van deze regeling, die volgens mij al heel lang bestaat”, reageert burgemeester Christof Dejaegher. “Ze is gebaseerd op het vroegere keizerlijke decreet over de kerkfabrieken, thans het Vlaams decreet op de kerkbesturen en geloofsgemeenschappen. Volgens mij is dit de loutere toepassing van de regels. Het is juist dat er steeds minder gelovigen zijn. Maar het is niet omdat er minder gelovigen zijn dat er minder kosten zijn, zowel voor de eredienst zelf als voor het onderhoud van de kerk.
Bovendien zijn kerkgebouwen de ziel van een dorp, zelfs als ze minder gebruikt worden. Ik heb geen weet van één of andere vraag van het gemeentebestuur van Alveringem in dit verband, maar misschien komt die nog? Hierover spreken, is uiteraard steeds mogelijk. Ik zie de Alveringemse burgemeester meerdere keren per maand.” (AB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier