“1.000 keer beter dan opsluiting”

Giovanni V. moet 400 uur werken in een containerpark. "Als ik mensen help die het huis van een overleden familielid aan het leegmaken zijn, of een doofstom koppel wegwijs kan maken, dan haal ik daar echt voldoening uit." De persoon op de foto heeft niets met dit verhaal te maken. (Foto SB) © Stefaan Beel
Ilse Naudts

“Ik heb velen onrecht aangedaan. Door mensen te helpen, heb ik het gevoel dat ik het weer goed maak.” Giovanni V. werkt voor de tweede keer een werkstraf af. Elke zaterdag staat hij paraat in het containerpark. “Ik voel mij goed bij wat ik doe. Door met de mensen te praten, ontdek ik dat ik niet de enige ben met problemen.”

Deze reportage is het hoofdartikel van ons ‘Dossier Werkstraffen in West-Vlaanderen’.

“Ik heb niet de reputatie van brave jongen. Dat besef ik”, legt Giovanni V. (40) uit. “Ik heb een zwaar verleden. En zat zelfs al binnen. Wie niet in de gevangenis heeft gezeten, weet niet wat zo’n straf inhoudt. Daar kom je alleen maar slechter uit. Je leert er nóg lepere trucs en je maakt kennis met echt zware gangsters. Criminelen die binnen hebben gezeten, blijven in circulatie. Er is daarbinnen net zoveel drugs als erbuiten. Je komt eruit en je denkt dat je de man bent.”

Tweede kans

“Nu ben ik bezig aan een werkstraf van 400 uur. Ik heb zonder rijbewijs, inschrijving- en verzekeringsdocumenten met de motor gereden. Daarbovenop ben ik nog eens weggereden van de zwaantjes. Waardoor er dus vluchtmisdrijf bijkwam. Van de rechtbank in Brugge kreeg ik een rijverbod en een effectieve celstraf. De rechter wou een voorbeeld stellen omdat het niet de eerste keer was dat ik voor dergelijke feiten moest verschijnen. Een vijftal jaar geleden had ik al eens een werkstraf in de kringloopwinkel gedaan.”

Toch besloot Giovanni samen met zijn advocaat om in beroep te gaan. “In de periode na de uitspraak had ik mijn leven weer opgebouwd. Ik had een job, zorgde voor mijn gezin… De rechter besloot mij een tweede kans te geven en sprak een werkstraf uit. Maar we gaan niet mild zijn, klonk het. Daar ben ik ongelofelijk dankbaar voor.”

Giovanni is een grote voorstander van werkstraffen. “Ik besef dat ik nood heb aan structuur. Van zodra die wegvalt, loop ik het gevaar om weer op het slechte pad te belanden. Geloof me: zelfs als je de deur van je foute leven achter je gesloten hebt, gaat ze sneller weer open dan je denkt. Daarom vind ik werkstraffen zo belangrijk. Het geeft je niet alleen een nieuwe kans, het zorgt ook voor regelmaat in je leven. Je bouwt iets nieuws op. In detentie blaas je alle bruggen op. Dan verlies je structuur. Wat steek je daarvan op? Mijn werkstraf neem ik heel serieus. Ik ben nooit te laat en doe mijn uiterste best om een goede collega te zijn en een goede hulp voor de bezoekers van het containerpark.”

Toch kwam hij na zijn celstraf en zijn eerste werkstraf terug op het slechte pad. Bood die vorige werkstraf dan niet genoeg structuur? “Jawel. Maar het schuilt soms in een klein hoekje. Ik had werk, maar door rugklachten zat ik thuis. Ik had te veel tijd, de structuur was weg. De verleiding was groot om weer de slechte weg op te gaan. Voor ik het goed besefte, zat ik weer helemaal in het milieu. Pas toen ik opnieuw tegen de lamp liep, besefte ik plots hoe fout ik bezig was. Ik had een relatie, kinderen… Het was een wake-up call. Ik wou echt niet terug naar de gevangenis. Ik heb mij onmiddellijk herpakt en weer structuur ingebouwd. Gelukkig besloot de rechter mij nog een kans te geven.”

Toch is zijn werkstraf van 400 uur absoluut geen lachertje. Elke zaterdag is hij zeven uur lang paraat in het containerpark, iets wat hij moet combineren met zijn voltijdse job als glazenwasser. “Ik zit nu aan 290 uur. Dat vergt inspanningen van mij, maar ook van mijn gezin. Zelfs in mijn vakantie heb ik een deel van mijn werkstraf ingelost. Maar ik ga absoluut niet klagen. Het is niet te vergelijken met opsluiting. Ik ben duizend keer beter af. Maar ik doe nu wel mijn best voor de maatschappij.”

Band met collega’s

“Wanneer ik vroeger naar het containerpark ging, dacht ik altijd: waarover gaan ze nu weer zagen? Nu probeer ik alle aandachtspunten te verkopen als hulp. Mensen appreciëren dat. Het voelt niet als kritiek. Ik heb veel mensen onrecht aangedaan. Als ik mensen help die het huis van een overleden familielid aan het leegmaken zijn, of een doofstom koppel wegwijs kan maken op het containerpark, haal ik daar echt voldoening uit. Dan heb ik het gevoel dat ik – op mijn manier – iets aan het goedmaken ben. Wat maak je goed als je achter tralies zit? Je kost de maatschappij alleen maar geld.”

Of zijn collega’s en de bezoekers van het containerpark weten dat hij een werkstraf uitvoert? “De bezoekers niet. Tegen hen zeg ik dat het een bijverdienste is. Sommige collega’s weten het wel. Je bouwt een band op en dan wil je eerlijk zijn. Ik voel me thuis tussen hen. Mijn baas heeft al gevraagd om deel te nemen aan selectieproeven voor medewerker in het containerpark. Weet je, er zijn mensen die speciaal op zaterdag komen om door mij geholpen te worden. Mijn werkstraf heeft dus nieuwe deuren geopend in plaats van deuren gesloten.”

“De gevangenis? Daar leer je nóg lepere trucs en maak je kennis met echt zware gangsters”

Zijn er mensen voor wie een werkstraf niet werkt? “Ik vind dat je iedereen de kans moet geven. Maar er zijn natuurlijk altijd mensen die die niet grijpen. Misschien is dat ook omdat de werkstraf hen niet ligt. Ik zou meer werkgevers willen aanmoedigen om zulke goedkope werkkrachten een kans te geven. Je hebt er zelf iets aan en doet iets goed voor de maatschappij.”

“Ik ben mij er heel goed bewust van dat ik op het rechte pad moet blijven. Stel dat ik iets fout doe, dan moet ik mijn volledige celstraf uitzitten. Zelfs al zit ondertussen twee derde van mijn werkstraf erop. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen straf. Het ligt in mijn handen.”

“Ik heb vier kinderen. Twee oudere zonen van 18 en 15 uit mijn eerste huwelijk. En twee jongere kinderen: eentje van 7 en een baby’tje. Hier moeten ze klusjes doen, niet als straf, gewoon omdat het zo hoort. Met de hond wandelen, helpen in de tuin… Engagement is belangrijk.”

Moeder nooit gekend

Verantwoordelijkheid en structuur heb ik gemist in mijn opvoeding. Mijn moeder en vader waren er niet. Mijn grootouders hebben mij in huis genomen. Ze vonden dat ik niet thuis hoorde in de bars die mijn moeder uitbaatte, mijn vader was amper 18 en leefde erop los. Ik heb mijn moeder nooit gekend. Ik dagdroomde over haar. Ik dacht dat iemand mij op een dag op straat zou tegenhouden en zou zeggen dat ze mijn moeder was. Op mijn 21ste vond ik ze en stond ik bij haar voor de deur. Ze zei dat ze niets met mij te maken wou hebben… Mijn meter en peter deden hun best. Maar mijn jeugd was allesbehalve ideaal. Ze hadden het niet breed en ik mocht doen wat ik wou. Of ik nu met 2/10 naar huis kwam of met 8/10, dat maakte geen verschil. Ik was een ongeleid projectiel.”

“Mijn oudste zoon vond mijn leven spannend en avontuurlijk. Het heeft heel wat gesprekken gekost om hem op andere gedachten te brengen. Mijn ergste nachtmerrie is dat mijn kinderen dezelfde weg opgaan als ik. Ik wil een goede papa zijn, vanaf nu een voorbeeld zijn. Mijn zonen weten dat ik een werkstraf doe. Mijn dochter van 7 nog niet. We hebben hier nog altijd thuisbegeleiding. Een goede zaak. Mijn vrouw gaat nu ook boekhouding studeren. En mijn oudste zoon start de opleiding bakkerij en patisserie. We zetten stappen vooruit. Ik wil bewijzen dat structuur mij op het rechte pad kan houden. Voor mezelf, en vooral voor mijn vrouw en kinderen…”

8 op 10 werkstraffen worden succesvol afgerond

“Wie een werkstraf krijgt, is vaak euforisch omdat hij zwaarder heeft vermeden”, klinkt het bij Justitiehuis Brugge. “Maar als de werkstraf uitgevoerd moet worden, verdwijnt die euforie al snel. Een werkstraf is wél een straf. Als je voltijds werkt en ook nog eens élke zaterdag gratis moet werken… Er wordt ingegrepen in iets waar we steeds meer belang aan hechten : vrije tijd, momenten met familie en vrienden… Het is ook geen kamp. Je moet op tijd zijn, bij ziekte moet je een attest afgeven…”

Acht op de tien werkstraffen worden succesvol afgewerkt. Wie te laat komt of niet gemotiveerd oogt, krijgt het bezoek van een justitie-assistent en zal zich mogelijk moeten verantwoorden voor de probatiecommissie. Of er volgt een tweede kans, of de vervangende geld- of celstraf wordt uitgevoerd. Bij het goed afsluiten van een werkstraf behouden de daders een blanco strafblad. Werd er tegelijkertijd door de rechter een geldboete uitgesproken, komt die wél op het strafblad. Al is daarover binnen justitie veel discussie. Een werkgestrafte is vrij om zijn situatie mee te delen op zijn tijdelijke werkplek. Wil hij dat niet, dan wordt hij voorgesteld als vrijwilliger. (ON)

Werkstraf bepalen zoals bij een interim: wat zijn de capaciteiten?

Na de beroepstermijn van het vonnis nodigen justitie-assistenten van het Justitiehuis de beklaagde uit om de werkstraf te bespreken. “We werken zoals een interimbureau. We gaan op zoek naar de capaciteiten van de mensen én de wensen van de werkplaatsen. Bij het invoeren van de werkstraf heerste het idee dat de werkstraf in de lijn van het misdrijf moest liggen. Wie een ongeval veroorzaakte, moest in een ziekenhuis gaan werken. Dat is niet evident, en zelden nuttig. Ook houden we rekening met gevoeligheden. Een dief zal niet in aanmerking komen om te werken in een rusthuis.”

Werkplaatsen kunnen heel divers zijn: groendiensten, rusthuizen, scholen, kringloopwinkels, dierenasielen… Justitie heeft zelf drie vaste werkplaatsen in West-Vlaanderen: in Kortrijk, Roeselare en Oostende. Er is ook een mobiele werkplaats, voor klusjes op verplaatsing. “Met een permanente begeleiding. Dit is vooral voor mensen zonder arbeidsattitude, anderstaligen en mensen met onregelmatige werkuren. Zo rijdt ons busje bijvoorbeeld naar Ostend Beach, om dat evenement te helpen opbouwen.” (ON)

8 op 10 werkstraffen worden succesvol afgerond

“Wie een werkstraf krijgt, is vaak euforisch omdat hij zwaarder heeft vermeden”, klinkt het bij Justitiehuis Brugge. “Maar als de werkstraf uitgevoerd moet worden, verdwijnt die euforie al snel. Een werkstraf is wél een straf. Als je voltijds werkt en ook nog eens élke zaterdag gratis moet werken… Er wordt ingegrepen in iets waar we steeds meer belang aan hechten : vrije tijd, momenten met familie en vrienden… Het is ook geen kamp. Je moet op tijd zijn, bij ziekte moet je een attest afgeven…”

Acht op de tien werkstraffen worden succesvol afgewerkt. Wie te laat komt of niet gemotiveerd oogt, krijgt het bezoek van een justitie-assistent en zal zich mogelijk moeten verantwoorden voor de probatiecommissie. Of er volgt een tweede kans, of de vervangende geld- of celstraf wordt uitgevoerd. Bij het goed afsluiten van een werkstraf behouden de daders een blanco strafblad. Werd er tegelijkertijd door de rechter een geldboete uitgesproken, komt die wél op het strafblad. Al is daarover binnen justitie veel discussie. Een werkgestrafte is vrij om zijn situatie mee te delen op zijn tijdelijke werkplek. Wil hij dat niet, dan wordt hij voorgesteld als vrijwilliger. (ON)

Aanranders, gijzelaars en doders maken geen kans op een werkstraf

Van de werkgestraften is 9 op de 10 een man, er worden nu eenmaal veel meer mannen dan vrouwen veroordeeld. Voor bijna alle misdrijven kan je een werkstraf krijgen, behalve voor zedenfeiten, gijzeling, aanranding van de eerbaarheid en alle vormen van doodslag en moord. Maar: het kan wel zijn dat een persoon eerder al veroordeeld werd voor zwaardere feiten en voor nieuwe feiten wel in aanmerking komt voor een werkstraf.

De rechter kan een werkstraf van maximaal 300 uur (600 uur bij recidive) uitspreken. Zestig procent van de werkstraffen liggen tussen 46 en 105 uur, 20 procent tussen 106 en 165 uur. Kortom: bijna 80 procent ligt tussen 46 en 165 opgelegde uren. Te lange werkstraffen werken niet, weten de rechters. “We raden hen ook aan om geen werkstraf te geven aan mensen die geen Nederlands, Engels of Frans spreken. Zonder communicatie werkt het niet”, klinkt het bij het Justitiehuis Brugge. “Ook voor mensen met een handicap ligt het moeilijk. Ze zijn arbeidsongeschikt voor de staat, maar zouden dan wel moeten strafwerken… Drugsverslaafden slagen zelden. Zij moeten anders aangepakt worden.” (ON)

Werkstraf bepalen zoals bij een interim: wat zijn de capaciteiten?

Na de beroepstermijn van het vonnis nodigen justitie-assistenten van het Justitiehuis de beklaagde uit om de werkstraf te bespreken. “We werken zoals een interimbureau. We gaan op zoek naar de capaciteiten van de mensen én de wensen van de werkplaatsen. Bij het invoeren van de werkstraf heerste het idee dat de werkstraf in de lijn van het misdrijf moest liggen. Wie een ongeval veroorzaakte, moest in een ziekenhuis gaan werken. Dat is niet evident, en zelden nuttig. Ook houden we rekening met gevoeligheden. Een dief zal niet in aanmerking komen om te werken in een rusthuis.”

Werkplaatsen kunnen heel divers zijn: groendiensten, rusthuizen, scholen, kringloopwinkels, dierenasielen… Justitie heeft zelf drie vaste werkplaatsen in West-Vlaanderen: in Kortrijk, Roeselare en Oostende. Er is ook een mobiele werkplaats, voor klusjes op verplaatsing. “Met een permanente begeleiding. Dit is vooral voor mensen zonder arbeidsattitude, anderstaligen en mensen met onregelmatige werkuren. Zo rijdt ons busje bijvoorbeeld naar Ostend Beach, om dat evenement te helpen opbouwen.” (ON)

8 op 10 werkstraffen worden succesvol afgerond

“Wie een werkstraf krijgt, is vaak euforisch omdat hij zwaarder heeft vermeden”, klinkt het bij Justitiehuis Brugge. “Maar als de werkstraf uitgevoerd moet worden, verdwijnt die euforie al snel. Een werkstraf is wél een straf. Als je voltijds werkt en ook nog eens élke zaterdag gratis moet werken… Er wordt ingegrepen in iets waar we steeds meer belang aan hechten : vrije tijd, momenten met familie en vrienden… Het is ook geen kamp. Je moet op tijd zijn, bij ziekte moet je een attest afgeven…”

Acht op de tien werkstraffen worden succesvol afgewerkt. Wie te laat komt of niet gemotiveerd oogt, krijgt het bezoek van een justitie-assistent en zal zich mogelijk moeten verantwoorden voor de probatiecommissie. Of er volgt een tweede kans, of de vervangende geld- of celstraf wordt uitgevoerd. Bij het goed afsluiten van een werkstraf behouden de daders een blanco strafblad. Werd er tegelijkertijd door de rechter een geldboete uitgesproken, komt die wél op het strafblad. Al is daarover binnen justitie veel discussie. Een werkgestrafte is vrij om zijn situatie mee te delen op zijn tijdelijke werkplek. Wil hij dat niet, dan wordt hij voorgesteld als vrijwilliger. (ON)

TEGEN – Peter Vandamme, politierechter Brugge

“Rijverbod is efficiënter”

“Ik heb nog nooit een werkstraf gegeven aan een verkeerscrimineel”, zegt Peter Vandamme. “We hebben zo’n 10.000 zaken per jaar in Brugge, ik denk dat we ongeveer 40 of 50 werkstraffen uitdelen. Ik heb eens een beklaagde gehad uit Brussel, en op zijn strafblad stond dat hij al eerder een werkstraf had gekregen in Brussel voor een verkeersinbreuk. Ik vroeg hem of die uitgevoerd was. Bleek dat hij twee jaar na de uitspraak eens met de groendienst was meegegaan om blaadjes op te vegen. Tjah… Ik denk dat een rijverbod een efficiëntere straf is. Het is ook makkelijker uitvoerbaar en misschien nuttiger dan heel die administratieve molen in gang zetten. Een rijverbod is niet om te lachen hoor, dat is niet leuk. Ik ben nogal voor het lik-op-stukbeleid. En wat ga je dan doen voor werkstraf? Een dag met de vuilkar meegaan? Wat brengt dat op?” (LK)

Aanranders, gijzelaars en doders maken geen kans op een werkstraf

Van de werkgestraften is 9 op de 10 een man, er worden nu eenmaal veel meer mannen dan vrouwen veroordeeld. Voor bijna alle misdrijven kan je een werkstraf krijgen, behalve voor zedenfeiten, gijzeling, aanranding van de eerbaarheid en alle vormen van doodslag en moord. Maar: het kan wel zijn dat een persoon eerder al veroordeeld werd voor zwaardere feiten en voor nieuwe feiten wel in aanmerking komt voor een werkstraf.

De rechter kan een werkstraf van maximaal 300 uur (600 uur bij recidive) uitspreken. Zestig procent van de werkstraffen liggen tussen 46 en 105 uur, 20 procent tussen 106 en 165 uur. Kortom: bijna 80 procent ligt tussen 46 en 165 opgelegde uren. Te lange werkstraffen werken niet, weten de rechters. “We raden hen ook aan om geen werkstraf te geven aan mensen die geen Nederlands, Engels of Frans spreken. Zonder communicatie werkt het niet”, klinkt het bij het Justitiehuis Brugge. “Ook voor mensen met een handicap ligt het moeilijk. Ze zijn arbeidsongeschikt voor de staat, maar zouden dan wel moeten strafwerken… Drugsverslaafden slagen zelden. Zij moeten anders aangepakt worden.” (ON)

Werkstraf bepalen zoals bij een interim: wat zijn de capaciteiten?

Na de beroepstermijn van het vonnis nodigen justitie-assistenten van het Justitiehuis de beklaagde uit om de werkstraf te bespreken. “We werken zoals een interimbureau. We gaan op zoek naar de capaciteiten van de mensen én de wensen van de werkplaatsen. Bij het invoeren van de werkstraf heerste het idee dat de werkstraf in de lijn van het misdrijf moest liggen. Wie een ongeval veroorzaakte, moest in een ziekenhuis gaan werken. Dat is niet evident, en zelden nuttig. Ook houden we rekening met gevoeligheden. Een dief zal niet in aanmerking komen om te werken in een rusthuis.”

Werkplaatsen kunnen heel divers zijn: groendiensten, rusthuizen, scholen, kringloopwinkels, dierenasielen… Justitie heeft zelf drie vaste werkplaatsen in West-Vlaanderen: in Kortrijk, Roeselare en Oostende. Er is ook een mobiele werkplaats, voor klusjes op verplaatsing. “Met een permanente begeleiding. Dit is vooral voor mensen zonder arbeidsattitude, anderstaligen en mensen met onregelmatige werkuren. Zo rijdt ons busje bijvoorbeeld naar Ostend Beach, om dat evenement te helpen opbouwen.” (ON)

8 op 10 werkstraffen worden succesvol afgerond

“Wie een werkstraf krijgt, is vaak euforisch omdat hij zwaarder heeft vermeden”, klinkt het bij Justitiehuis Brugge. “Maar als de werkstraf uitgevoerd moet worden, verdwijnt die euforie al snel. Een werkstraf is wél een straf. Als je voltijds werkt en ook nog eens élke zaterdag gratis moet werken… Er wordt ingegrepen in iets waar we steeds meer belang aan hechten : vrije tijd, momenten met familie en vrienden… Het is ook geen kamp. Je moet op tijd zijn, bij ziekte moet je een attest afgeven…”

Acht op de tien werkstraffen worden succesvol afgewerkt. Wie te laat komt of niet gemotiveerd oogt, krijgt het bezoek van een justitie-assistent en zal zich mogelijk moeten verantwoorden voor de probatiecommissie. Of er volgt een tweede kans, of de vervangende geld- of celstraf wordt uitgevoerd. Bij het goed afsluiten van een werkstraf behouden de daders een blanco strafblad. Werd er tegelijkertijd door de rechter een geldboete uitgesproken, komt die wél op het strafblad. Al is daarover binnen justitie veel discussie. Een werkgestrafte is vrij om zijn situatie mee te delen op zijn tijdelijke werkplek. Wil hij dat niet, dan wordt hij voorgesteld als vrijwilliger. (ON)

VOOR – Geert Vandaele, politierechter Veurne

“Altijd een win-winsituatie”

“Ik zou niet zeggen dat een werkstraf efficiënter is, maar ik vind ze vooral meer geschikt“, aldus Geert Vandaele, politierechter in Veurne. “Werkstraffen zijn gemeenschapsgericht en leveren een dubbele winst op. De veroordeelde levert eerst en vooral een dienst aan de gemeenschap. Die dienst kan zowel administratieve als fysieke arbeid inhouden. Zo’n werkstraf voorkomt ook dat de veroordeelde in de cel belandt, wat op die manier wat minder plaatsgebrek in de gevangenissen oplevert. Ook dat bespaart de gemeenschap heel wat geld. Daarnaast biedt een werkstraf een aantal mensen de gelegenheid om weer structuur te brengen in hun leven. Het gebeurde al dat werkloze veroordeelden zo weer hun plaats op de arbeidsmarkt konden verwerven. Ze kregen weer zin om te werken of hun werkgever was heel positief over hun geleverde prestaties. Dit is dus altijd een win-winsituatie.” (JDK)

TEGEN – Peter Vandamme, politierechter Brugge

“Rijverbod is efficiënter”

“Ik heb nog nooit een werkstraf gegeven aan een verkeerscrimineel”, zegt Peter Vandamme. “We hebben zo’n 10.000 zaken per jaar in Brugge, ik denk dat we ongeveer 40 of 50 werkstraffen uitdelen. Ik heb eens een beklaagde gehad uit Brussel, en op zijn strafblad stond dat hij al eerder een werkstraf had gekregen in Brussel voor een verkeersinbreuk. Ik vroeg hem of die uitgevoerd was. Bleek dat hij twee jaar na de uitspraak eens met de groendienst was meegegaan om blaadjes op te vegen. Tjah… Ik denk dat een rijverbod een efficiëntere straf is. Het is ook makkelijker uitvoerbaar en misschien nuttiger dan heel die administratieve molen in gang zetten. Een rijverbod is niet om te lachen hoor, dat is niet leuk. Ik ben nogal voor het lik-op-stukbeleid. En wat ga je dan doen voor werkstraf? Een dag met de vuilkar meegaan? Wat brengt dat op?” (LK)

Aanranders, gijzelaars en doders maken geen kans op een werkstraf

Van de werkgestraften is 9 op de 10 een man, er worden nu eenmaal veel meer mannen dan vrouwen veroordeeld. Voor bijna alle misdrijven kan je een werkstraf krijgen, behalve voor zedenfeiten, gijzeling, aanranding van de eerbaarheid en alle vormen van doodslag en moord. Maar: het kan wel zijn dat een persoon eerder al veroordeeld werd voor zwaardere feiten en voor nieuwe feiten wel in aanmerking komt voor een werkstraf.

De rechter kan een werkstraf van maximaal 300 uur (600 uur bij recidive) uitspreken. Zestig procent van de werkstraffen liggen tussen 46 en 105 uur, 20 procent tussen 106 en 165 uur. Kortom: bijna 80 procent ligt tussen 46 en 165 opgelegde uren. Te lange werkstraffen werken niet, weten de rechters. “We raden hen ook aan om geen werkstraf te geven aan mensen die geen Nederlands, Engels of Frans spreken. Zonder communicatie werkt het niet”, klinkt het bij het Justitiehuis Brugge. “Ook voor mensen met een handicap ligt het moeilijk. Ze zijn arbeidsongeschikt voor de staat, maar zouden dan wel moeten strafwerken… Drugsverslaafden slagen zelden. Zij moeten anders aangepakt worden.” (ON)

Werkstraf bepalen zoals bij een interim: wat zijn de capaciteiten?

Na de beroepstermijn van het vonnis nodigen justitie-assistenten van het Justitiehuis de beklaagde uit om de werkstraf te bespreken. “We werken zoals een interimbureau. We gaan op zoek naar de capaciteiten van de mensen én de wensen van de werkplaatsen. Bij het invoeren van de werkstraf heerste het idee dat de werkstraf in de lijn van het misdrijf moest liggen. Wie een ongeval veroorzaakte, moest in een ziekenhuis gaan werken. Dat is niet evident, en zelden nuttig. Ook houden we rekening met gevoeligheden. Een dief zal niet in aanmerking komen om te werken in een rusthuis.”

Werkplaatsen kunnen heel divers zijn: groendiensten, rusthuizen, scholen, kringloopwinkels, dierenasielen… Justitie heeft zelf drie vaste werkplaatsen in West-Vlaanderen: in Kortrijk, Roeselare en Oostende. Er is ook een mobiele werkplaats, voor klusjes op verplaatsing. “Met een permanente begeleiding. Dit is vooral voor mensen zonder arbeidsattitude, anderstaligen en mensen met onregelmatige werkuren. Zo rijdt ons busje bijvoorbeeld naar Ostend Beach, om dat evenement te helpen opbouwen.” (ON)

8 op 10 werkstraffen worden succesvol afgerond

“Wie een werkstraf krijgt, is vaak euforisch omdat hij zwaarder heeft vermeden”, klinkt het bij Justitiehuis Brugge. “Maar als de werkstraf uitgevoerd moet worden, verdwijnt die euforie al snel. Een werkstraf is wél een straf. Als je voltijds werkt en ook nog eens élke zaterdag gratis moet werken… Er wordt ingegrepen in iets waar we steeds meer belang aan hechten : vrije tijd, momenten met familie en vrienden… Het is ook geen kamp. Je moet op tijd zijn, bij ziekte moet je een attest afgeven…”

Acht op de tien werkstraffen worden succesvol afgewerkt. Wie te laat komt of niet gemotiveerd oogt, krijgt het bezoek van een justitie-assistent en zal zich mogelijk moeten verantwoorden voor de probatiecommissie. Of er volgt een tweede kans, of de vervangende geld- of celstraf wordt uitgevoerd. Bij het goed afsluiten van een werkstraf behouden de daders een blanco strafblad. Werd er tegelijkertijd door de rechter een geldboete uitgesproken, komt die wél op het strafblad. Al is daarover binnen justitie veel discussie. Een werkgestrafte is vrij om zijn situatie mee te delen op zijn tijdelijke werkplek. Wil hij dat niet, dan wordt hij voorgesteld als vrijwilliger. (ON)