Op een mooie donderdagmiddag in mei, op het moment dat er volop campagne gevoerd werd voor de verkiezingen, nodigde Lydie Vivier de burgemeesters van Menen en Halluin op de koffie uit. Lydie Vivier woont in Menen maar is schepen in het Noord-Franse Halluin.
De beide burgemeesters zagen elkaar voor het eerst op een officiële ontmoeting op het stadhuis in Menen. Martine Fournier wijst er op dat het er toen vrij heftig aan toe ging. Gustave Dassonville was verwonderd over het gebrek aan overleg tussen de beide gemeenten. Hij voelde zich persoonlijk aangesproken en gaf zijn assistent meteen opdracht om hem beter te briefen. .
De beide burgemeesters beseffen onmiddellijk dat overleg in de toekomst het sleutelwoord zal worden. Martine Fournier raakt meteen de grenscriminaliteit en de problemen op het Delorsplein aan. Ze geeft Gustave Dassonville mee dat de politie uitgedaagd wordt en dat er dringend een oplossing moet komen. Burgemeester Dassonville is het daarmee eens: “Ik ben me er heel sterk van bewust, maar de politiediensten in België en Frankrijk zijn anders georganiseerd. Ik ben jaloers als ik zie hoe het er in Menen aan toe gaat. Martine is hoofd van de politie. In Frankrijk is dat de préfect de la police en is alles regionaal georganiseerd. Ik kan niet zomaar naar de commissaris bellen. Eigenlijk snap ik niet dat Halluin, dat toch 20.000 inwoners telt, geen politiecommissariaat heeft.”
Internationale zone
Gustave Dassonville verwijt zijn voorganger dat hij Halluin niet als zone prioritaire heeft laten uitroepen: “Als zone prioritaire hadden we meer middelen en dus ook meer agenten kunnen krijgen. En zo hadden we misschien meer grensoverschrijdende patrouilles kunnen bemannen.” Martine Fournier sluit zich daar bij aan: “Ik heb het probleem van de grensoverschrijdende criminaliteit onlangs nog bij minister Milquet aangekaart. We denken aan het instellen van een internationale zone waarin politiemensen van beide landen bevoegdheden zouden krijgen. Ze zou het onderzoeken. Ze raadde ons wel aan om met gemengde patrouilles te werken maar daarvoor heb je naast mensen ook centen nodig.”
Het tweede probleem dat Martine Fournier aankaart, lijkt makkelijker om op te lossen. “Mobiliteit is een immens probleem. In het weekend staat het verkeer stil. We merken wel dat door de heraanleg van het Delorsplein het probleem makkelijker opgelost kan worden. Nu moet het verkeer dat uit Menen komt, stoppen. Maar als we daar de voorrangsregel veranderen, dan lossen we meteen een stuk van het fileleed tijdens het weekend op.”Gustave Dassonville en Martine Fournier bevestigen dat er ook werk gemaakt zal worden van een nieuwe parking. “Net over de grens ter hoogte van de supermarkt Roby in de Hoornwerk staat een leegstaande fabriek. We gaan die afbreken en daar een parking voor 25 wagens aanleggen. Niet groot, maar het helpt enigszins om de parkeerdruk te verminderen” , geeft burgemeester Dassonville mee. “Klinkt in elk geval hoopgevend”, vindt Martine Fournier.
Martine Fournier en Gustave Dassonville zijn duidelijk bereid om er samen iets van te maken. “Het is belangrijk dat we elkaar leren kennen en meer zaken samen doen. We delen tenslotte een stuk cultureel erfgoed en dat wordt veel te weinig uitgespeeld.” (CR)
Lees meer in Krant van West-Vlaanderen, editie De Weekbode De Leie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier