Ook al werd hij nadien nooit meer burgemeester, André Bourgeois bleef een monument voor Izegem

© Foto Frank
Jos Remaut

We wisten dat hij zwaar ziek was, maar toch kwam het bericht van zijn overlijden deze morgen nog als een verrassing : André Bourgeois is niet meer : de man die Izegem in de gouden jaren zestig op de kaart zette en die jarenlang hét nationale politieke boegbeeld is gebleven van die stad.

Dit jaar is het net vijftig jaar geleden dat André Bourgeois als frisse dertiger – wat in die tijd erg jong was – de troon besteeg in Izegem, dat door de fusie met Emelgem plots de vijfde grootste stad werd van onze provincie. Met zijn frisse ideeën en vooral ook zijn elan -hij kon het goed zeggen en zag de dingen graag groot- gaf hij met zijn ploeg de stad een heel nieuw gezicht.

Niet alleen economisch, met de uitbouw van de industriezone Mandeldal in de slipstream van de verbreding van de vaart én de bouw van de fameuze centrale brug, maar ook op het vlak van bijvoorbeeld cultuur of verenigingsleven. Hij was met de eerste aanzetten tot de adviesraden ook een voorloper op het gebied van inspraak en participatie van de bevolking.

Kortom : onder zijn burgemeesterschap werd Izegem een moderne stad, en dat vertaalde zich ook in talrijke, telkens keurig verzorgde uitgaven van het stadsbestuur naar de bevolking toe. Ook op het vlak van de public relations was hij zijn tijd vooruit.

Ik begreep het niet…

Toen bij mij als tienjarig jochie de eerste politieke interesses ontwaakten, was André Bourgeois mijn burgemeester. En ook die van mijn ouders, die kleine middenstanders waren en maar één politieker kenden : André Bourgeois : de man van de middenstand, die ze door dik en dun trouw bleven. Zo ging dat toen.

En inderdaad : met grote bevlogenheid ging André Bourgeois voor zijn NCMV. Een beetje té misschien, want het heeft hem ook zijn burgemeesterschap gekost. Izegem was en is immers een stad van werkmensen, en de arbeidersvleugel van de CVP kreeg hij niet echt mee in zijn verhaal. Bij zoverre dat het ACW bij de verkiezingen van 1970 afzonderlijk opkwam…

Ik herinner me nog hoe André Bourgeois voor die verkiezingen een nooit eerder geziene campagne op gang trok, met een heus campagneteam dat de straten afdweilde. En hoe hij met zijn Lijst van de Burgemeester (lijst nummer 1, ik weet het nog goed) ook die verkiezingen won. Maar hoe onbegrijpelijk en onrechtvaardig was het voor mij als klein manneke dat hij toch niet opnieuw burgemeester werd, want de lijsten 2 en 3 deden samen tegen hem… Mijn ouders probeerden me dat uit te leggen, ik had alweer iets bijgeleerd over de politiek.

Voor het eerst in de geschiedenis van Izegem werd er, met steun van het ACW, een socialist burgemeester, en André Bourgeois belandde op de oppositiebanken. Een plaats die echt niet aan hem was besteed : André was de man van het bestuur en het beleid, niet van de oppositie…

Blijven vechten voor zijn plaats

Maar gelukkig voor hem, pushte dat toen nog erg machtige NCMV André Bourgeois bij de parlementaire verkiezingen van 1971 en raakte hij nationaal verkozen. Al moest hij, ondanks schitterende verkiezingsresultaten, blijvend vechten voor zijn brok, want er was in het arrondissement ook nog Robert Gheysen uit Roeselare en Rik Vankeirsbilck van Ingelmunster, die de twee andere standen uit de CVP belichaamden. De CVP had niet altijd drie verkozenen, en zo verkaste André Bourgeois al eens tijdelijk naar de Senaat. Zo ging dat toen.

Niettemin ontwikkelde André Bourgeois zich snel tot een hardwerkende en gerespecteerde streekparlementariër, beslagen in justitie en binnenlandse zaken. Wat echter niet wilde zeggen dat zijn ambitie in de plaatselijke politiek gedoofd was : hij wou kost wat kost opnieuw in de meerderheid komen, en het liefst nog als burgemeester. Vol vuur stond hij in 1976 dan ook aan de kop van de eenheidslijst van de CVP. En door de fusie met het katholieke Kachtem was er goede hoop dat die CVP de absolute meerderheid zou halen en de socialisten verdreven konden worden.

Die absolute meerderheid kwam er, maar er waren twee maars : de twee boerenclans uit Kachtem die elkaar het licht in de ogen niet gunden, waardoor die meerderheid eigenlijk meteen al verloren ging en er een PVV’er en later zelfs een VU’er in het schepencollege kwam. En, ten tweede, de hoge prijs die aan het ACW moest betaald worden om opnieuw naar de CVP-stal te komen : zij eisten het burgemeesterschap op en dat kon dus niet voor André Bourgeois zijn….

Intelligent als hij was, begreep André Bourgeois toen al dat hij wellicht nooit meer burgemeester van Izegem zou worden, en dus schikte hij zich met een groot hart in zijn rol van eerste schepen, onder de politiek totaal onervaren Werner Vens.

Hij begreep het…

En met eenzelfde bevlogenheid heeft André die schepenrol ingevuld. Ik heb hem in die periode van heel nabij leren kennen, want hij was schepen voor de jeugd toen wij als over-enthousiaste jongelingen uit het laatste jaar middelbaar met de vernieuwde Izegemse jeugdraad van start gingen. Wij konden ons echt geen betere schepen dromen : wat in die periode eind de jaren zeventig begin de jaren 80 allemaal gerealiseerd werd… De jeugdraden uit de omliggende steden en gemeenten waren wel een beetje jaloers toen wij met ‘onze André’ ergens verschenen. Temeer daar hij nooit verlegen zat om een wat plezier, een complimentje naar een mooie vrouw of een speechke dat hij vlot uit de mouw schudde.

André Bourgeois is dus ook de man die mijn interesse voor de politiek verder aanwakkerde en mij er smaak in gaf. Bij zoverre dat hij thuis bij ons over de vloer kwam om te ronselen voor de KJM en alles wat er uit voort zou vloeien. Al was dat voor ons dan weer net een brug te ver. Wij waren absolute believers van de basisdemocratie en minder van de partijpolitiek. En we wilden, toen al, neutraal blijven. Ook dat begreep André, hij bleef niet aandringen.

Net zoals hij het begreep dat hij, komende uit een klein arrondissement ver van Brussel – zo ging dat toen- binnen zijn partij niet meteen op de eerste rij stond voor een ministerpost, iets wat zijn collega-concurrent Rik Vankeirsbilck overigens ook wel wilde…. Uiteindelijk werd hij voor zijn geduld beloond. Landbouw en KMO, het was niet meteen de belangrijkste portefeuille, en ja, natuurlijk had hij liever justitie gewild, maar opnieuw ging hij er met grote bevlogenheid tegenaan, ook al was hij ondertussen de 60 voorbij. En bleef hij het hoofd koel houden, ook toen boze boeren meermaals zijn woning belegerden in de Sint-Tillostraat.

Man van zijn stand

Tot voorbij zijn 70ste is André Bourgeois in het parlement gebleven : hij haakte af in 1999, net ook het jaar waarin CVP veranderde in CD&V. Uiteráárd bleef hij zijn partij na die naamsverandering trouw, maar vergeef het ons als we concluderen dat André Bourgeois écht wel in het tijdvak van de CVP thuishoorde, en een man van zijn stand was. Letterlijk en ook figuurlijk : de manieren had hij wel, en wie hem niet kende vond hem daardoor misschien wel wat te afstandelijk. Maar wie hem wél kende, wist dat dit allerminst waar was : hij was een man met een warm hart en een groot engagement in alles wat hij deed. Eigenlijk verdient hij wel een straatnaam in Izegem…

André Bourgeois ten tijde van zijn burgemeesterschap, bij de opening van een kunsttentoonstelling.
André Bourgeois ten tijde van zijn burgemeesterschap, bij de opening van een kunsttentoonstelling.© Archief Ten Mandere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier