Terug naar Loppem met minister-president Jan Jambon (63): “Vlaanderen en Nederland samen, wat een belangrijke macht zouden wij zijn!”
Het Kasteel van Loppem is een inspirerende plek, ook voor Vlaams minister-president Jan Jambon. De N-VA’er doet opvallende voorstellen om het land in een nieuwe plooi te leggen. Jambon maakt zich sterk dat de Franstaligen eindelijk klaar zijn voor confederalisme. Vlaamse onafhankelijkheid noemt hij een “onbezonnen avontuur”. Maar als Nederland op tafel komt, laat Jambon zich toch even gaan …
De Vlaamse minister-president wordt stipt op het afgesproken tijdstip afgeleverd door zijn chauffeur. “Wacht even met foto’s nemen”, wenkt Jan Jambon als hij de Mercedes uitstapt. “Ik doe eerst mijn vest en das aan. Dat staat beter in dit decor.” Beginnen doet de struise N-VA’er met een bekentenis. Dat hij toch even gevloekt heeft, toen zijn adviseurs hem overhaalden om dit gesprek te doen. “In Loppem of all places. (blaast) Het interview wou ik graag doen, maar van Brasschaat naar hier ben je al snel anderhalf uur onderweg. Daar kan ik soms tegenop zien.”
Wie is Jan Jambon?
– Geboren op 26 april 1960 in Genk
– Licentiaat in de Informatica (VUB)
– Woont in Brasschaat. Getrouwd. Vader van vier kinderen
– Federaal parlementslid van 2007 tot 2014
– Vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken van 2014 tot 2018
– Vlaams minister-president sinds oktober 2019
Jambon kent Loppem alleen bij naam, en dan nog van de prestigieuze reeks die in deze krant verscheen. “Ik wist niet dat er hier vlak na de Eerste Wereldoorlog zulke belangrijke hervormingen beslist zijn.” Als de magische contouren van het kasteel opdoemen uit de ochtendmist, verandert de sfeer. Jambon – informaticus van opleiding – is zichtbaar onder de indruk van de neogotische stijl. “Wat een indrukwekkend gebouw, zeg!”
Bent u geboeid door geschiedenis?
“Het prikkelt mij meer en meer – met dank aan de tv-reeks Het Verhaal van Vlaanderen. Ik heb intussen alle boeken van Edward De Maesschalck uit. Héél interessant. Men doet soms alsof Vlaanderen een romantische uitvinding is, maar als je wat verder graaft, zie je dat Vlaanderen diepere wortels heeft dan België.”
Veel regeringsleiders zoeken graag de beslotenheid van een kasteel op voor lastige onderhandelingen. Doet u dat ook?
“Neen, met de Vlaamse regering doen we onze onderhandelingen het liefst op het Martelarenplein (waar zijn kabinet is, red.) of in het Errerahuis (zijn ambtswoning, red.). We hebben daar alles wat we nodig hebben, ook goede catering. Mijn kabinet beschikt bovendien over een ondergrondse garage. Dat is soms handig om te ontsnappen aan de pers.” (lacht)
Een goed glas wijn helpt om mensen dichter bij elkaar te brengen, liet Egbert Lachaert (Open VLD) in deze reeks optekenen. Vindt u dat ook?
“Samen iets lekkers eten, helpt als de onderhandelingen moeizaam verlopen. Eén glas wijn moet ook kunnen, maar meer is niet bevorderlijk, vind ik. Ik heb het op federaal niveau – tijdens de onderhandelingen van 2010 – meegemaakt dat de whisky al om 16 uur op tafel komt. Daarna verdween alle ernst en begon men te roepen en te free-wheelen. Wie? Ik ga geen namen noemen. (lacht) Los daarvan: als wij met de regering een moeilijk akkoord sluiten, laat ik nadien wel een fles champagne aanrukken. Dat is belangrijk voor de sfeer, vind ik.”
De dromen van Jambon
Genoeg voorafjes. We gaan plaatsnemen in het verwarmd salon, waar de geur van verse koffie en croissants hangt. Jambon is intussen helemaal ontspannen. Hij zegt volmondig akkoord te gaan met de insteek van deze reeks dat België aan grondige hervormingen toe is. “België is zo’n complex kluwen geworden. Laat ons nu toch eindelijk eens op een onbevangen manier naar de toekomst te kijken.”
Wat zou uw politieke hervorming zijn?
“De invoering van het confederaal model. Dat betekent dat we alle domeinen overhevelen naar de deelstaten, behalve die domeinen waarvan de deelstaten zélf vinden dat ze beter op Belgisch niveau blijven. Defensie bijvoorbeeld. Ikzelf ben voorstander van Vlaamse onafhankelijkheid, maar dat zou nu – vrees ik – een onbezonnen avontuur worden, omdat er daarvoor weinig draagvlak is onder de bevolking.”
Waarom zou een confederaal België beter werken dan het huidige federale België?
“Omdat vandaag alles blokkeert. En waarom? Omdat wij hier amechtig proberen om water en vuur te verzoenen. Laten we daarmee stoppen. Vlaanderen en Wallonië denken fundamenteel anders over de organisatie van de samenleving: wij eerder centrumrechts, Wallonië eerder centrumlinks. Dat zorgt ervoor dat je bijvoorbeeld op vlak van arbeidsmarkt geen stappen meer vooruit kunt zetten.”
Uw Vlaamse regering kreeg stikstof ook niet opgelost …
(pikt in) “Maar finaal wél. Geen enkele democratie werkt perfect. Ook de Vlaamse zal niet perfect werken. Maar wij zitten niet met twee maatschappelijke stromingen die voortdurend botsen en ervoor zorgen dat bijna elk belangrijk dossier blokkeert.”
De vraag is: hoe wil u het confederale model invoeren?
“Loppem is daarom wel een inspirerende plek. Je hoeft voor belangrijke hervormingen niet meteen de grondwet aan te passen. Dat kan ook in een latere fase. Dat is hier bewezen (met de ‘Coup van Loppem’ na WO I, red.). Wat er moet gebeuren, is dit. Na de verkiezingen moeten de leidende krachten van Vlaanderen en Wallonië een politiek akkoord sluiten, dat vervolgens uitvoeren en ten slotte de wetten aanpassen.”
Krijgt u hiervan de PS en de MR, de leidende krachten in Wallonië, overtuigd?
“Zij beginnen eindelijk dezelfde analyse te maken, namelijk dat België zélf de oorzaak is van de blokkeringen. Dat is een groot verschil met pakweg tien jaar geleden. Dat geven zij informeel ook zelf toe. Alleen is er nog geen consensus over de oplossing. Er zijn ook krachten in Wallonië die alles opnieuw naar het Belgisch niveau willen overhevelen. Uiteraard zal er vóór 9 juni geen enkele Franstalige partij akkoord gaan met het confederalisme. De vraag is wat zij na de verkiezingen zullen zeggen.”
“Ik ben voorstander van Vlaamse onafhankelijkheid, maar dat zou nu – vrees ik – een onbezonnen avontuur worden”
Wat doet u met de koning?
“We laten die man zitten, maar we beperken zijn rol tot het puur protocollaire. Wij vinden niet dat de koning een rol te spelen heeft in de regeringsvorming.”
Maar u behoudt dus wel de monarchie?
“Wij zijn republikeinen, dus in een ideale wereld is het antwoord neen. Maar van alle problemen waar we vandaag mee geconfronteerd worden, is dat wel het minst prangende. Onze koning is trouwens een correct man. Ik kan daar geen verkeerd woord over zeggen. Toen mijn vader vorige zomer stierf, heeft hij mij persoonlijk opgebeld. Dat zegt iets over hem. Ik heb daar veel respect voor.”
Er zijn veel politici, zeker in de Vlaamse beweging, die dromen van een hereniging van Vlaanderen met Nederland. Hoe ziet u dat?
“Ik ben een orangist, dus ik zou dat een goede zaak vinden. (enthousiast) Vlaanderen en Nederland samen, wat een belangrijke macht zouden wij zijn in Europa! Als je kijkt naar de waarde van onze havens: we zouden economisch zelfs een grootmacht zijn. Trouwens: ook in Nederland zijn er veel stemmen die daar zo over denken, hoor. Als ik met Nederlandse contacten wat napraat bij een goed glas wijn, dan gebeurt het dat deze dromen naar boven drijven. (even stil) Maar laat me duidelijk zijn: dat is de visie van Jan Jambon, niet van de minister-president.”
Het tweede luik dan: wat is uw economische hervorming?
“Het vergunningenbeleid vereenvoudigen. Onze regelgeving is véél te complex en houdt economische vooruitgang tegen. Dat is vooral te wijten aan Vlaamse en Europese regelgeving, dus we moeten in deze mea culpa slaan. Het is duwen en trekken geworden om in Vlaanderen nog een groot project te realiseren.”
Dat doet me denken aan het stadiondossier van Club Brugge.
(knikt) “Dat is een goed voorbeeld. Als de regelgeving zo complex is, dan vinden individuen altijd wel iets om een project tegen te houden. Dat zou niet mogen. Het algemeen belang moet uiteindelijk primeren op het individueel belang. Of kijk naar de gevangenis van Dendermonde: het heeft twintig jaar geduurd vooraleer dat gebouw er kon komen, terwijl álle verkozenen op álle politieke niveaus akkoord gingen. Dan klopt er iets niet. Hoe complexer de regels, hoe makkelijker voor een individu om iets tegen te houden. Maar op de duur is dat nefast voor de welvaart.”
Hoe gaat u dat veranderen?
“Dat is de vraag, hé. Er zijn enkele decreten die mogen verdwijnen, al zit daar niet het grootste probleem. Het zijn vooral de regels die later toegevoegd worden, bijvoorbeeld door de administratie. Dat is een oud zeer in Vlaanderen. Ook Europa worstelt daarmee. (denkt na) Het wordt een huzarenstuk om te realiseren, maar het moet zeker en vast een prioriteit zijn voor de volgende Vlaamse regering.”
Wat is uw maatschappelijke hervorming?
“Digitalisering is dé weg vooruit, ook in kader van die vereenvoudiging. Vlaanderen moet daarin de lead nemen. Máár: we mogen niemand achterlaten. Anders dreigt een tweedeling in de samenleving en dat moeten we absoluut voorkomen. Dat zal grote inspanningen vragen op verschillende niveaus. Van het onderwijs, van de overheid. Maar zolang er één burger is die niet mee kan, moeten we ook de analoge weg openhouden. Daarnaast moeten we de mensen nog meer overtuigen van de voordelen van digitalisering. Dat doen we met Flanders Technology & Innovation.”
Het verrast mij dat u deze uitdaging noemt. Van een N-VA’er zou eerder verwacht worden dat hij bijvoorbeeld pleit voor een strenger migratiebeleid.
“Ik ben daarover bezorgd, want een tweedeling is gevaarlijk voor een samenleving. Dat leidt tot extremisme. We zitten vandaag nog maar aan het begin van de digitalisering, dus nu kan het nog. Als de trein op volle toeren draait, wordt het moeilijker.”
U bent 63 jaar geworden. Bent u helemaal mee of voelt u soms ook een kloof?
“Ik ben mee, maar ik ben informaticus van opleiding. Dat maakt een verschil. Het is niet dat ik alle snufjes wil kennen, maar recent ben ik wel begonnen met ChatGPT.”
U had deze chatbot (met artificiële intelligentie) beter gevraagd om een sterk stikstofdecreet voor u te schrijven.
(schatert het uit) “Dat had ik misschien wel moeten doen, ja. Dat had mij veel werk bespaard. Neen, de dag dat ik zo aan politiek moet doen, stop ik beter. (even stil) Let wel: er is nog een gevaar verbonden aan de digitalisering, namelijk onze privacy. Bedrijven zoals Apple en Google hebben makkelijk toegang tot onze data. Dat is niet gezond. De burgers moeten daar weer zelf controle over krijgen en wat er daarmee gebeurt.”
De hervormingen van Jan Jambon
Politiek: De invoering van het confederaal model. Na de verkiezingen moeten de leidende krachten van Vlaanderen en Wallonië daarover een politiek akkoord sluiten.
Economie: Het vergunningenbeleid vereenvoudigen, omdat de regelgeving te complex is en economische vooruitgang tegenhoudt.
Maatschappij: Vlaanderen moet de lead nemen inzake digitalisering, maar tegelijk voorkomen dat er een tweedeling ontstaat in de samenleving.
Is privacy geen concept van de 20ste eeuw?
(benadrukt) “Absoluut niet! Het is een begrip dat in ere hersteld moet worden. Dat is ook de reden waarom wij Athumi opgericht hebben, het Vlaams Datanutsbedrijf. Dat moet ervoor zorgen dat data op een veilige manier verwerkt worden.”
Naar de studiebanken
De oefening is gemaakt. De kaarten zijn gelegd. Jan Jambon vraagt nog een zjat koffie en grijpt een kleine croissant van de schaal. Dat er binnenkort verkiezingen zijn, werp ik op. Of de minister-president daarnaar uitkijkt? Hij aarzelt even. “Ik voer graag campagne, dat wel. Maar het is tegelijk een moment van grote onzekerheid. In welk spel gaan wij de dag na de verkiezingen belanden? Als de peilingen uitkomen, dan gaan we allemaal eens goed in de haren krabben. Wat zal er dan nog mogelijk zijn? Maar goed: laat de kiezer eerst maar spreken.”
Hij doet nóg een opvallende bekentenis. Als de politiek zou wegvallen, zou hij graag opnieuw op de studiebanken gaan zitten, zegt hij. “Ik zou graag kunstgeschiedenis studeren, maar ik besef dat hoe langer ik dat uitstel, hoe moeilijker het wordt. Of ik zelf creatief ben? Helaas niet, neen. (lacht) Ik zing wel graag. Als ik één talent had mogen kiezen, dan had ik graag kunnen zingen. Muziek kan me echt raken.”
We zijn intussen ruim anderhalf uur aan het praten. Zijn adviseur, oude bekende Pol Van Den Driessche, wenkt dat hij moet vertrekken, maar niet vooraleer een mooie boodschap neer te schrijven in het gastenboek van het kasteel. “Wel, meneer Cobbaert, ik moet zeggen: Loppem is meer dan de moeite waard, ook als het een ommetje vraagt van anderhalf uur. Ik ben onder de indruk.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier