Hilde Crevits over ons land, onze regering en politieke zeden net voor de Vlaamse feestdag: “Ik laat mijn vlag niet kapen door extreemrechts”

Hilde Crevits was blij dat het gesprek aan zee doorging: “Te lang binnen zitten werkt op mijn gemoed.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Tegen de muur gekwakt of niet: Hilde Crevits is al zestien jaar minister en nog altijd dé leading lady van CD&V. Aan de vooravond van de Vlaamse feestdag pleit de Torhoutse voor een grondige staatshervorming in de richting van het confederalisme. Een jaar voor de finish maakt Crevits ook de balans op van de regering. “We hebben vooral meer volwassen politici nodig.”

Onze plek van afspraak: de duinen van Bredene. “Ik ben blij dat we dit gesprek in de buitenlucht doen”, zegt de minister zichtbaar goedgeluimd. “Te lang binnen zitten, werkt op mijn gemoed. Ik ben de voorbije dagen te weinig buitengekomen.” De zon schijnt, maar de wind waait ook hard. “Ik ga moeten oppassen, want dat spel waait hier omhoog”, wijst ze lachend naar haar lichtblauwe hemdje.

Over naar de orde van de dag: 11 juli is een belangrijke feestdag ten huize Crevits, al van toen ze kind was. “Vooral mijn vader heeft een sterke Vlaamse reflex. Hij heeft mij geleerd om trots te zijn op onze taalgemeenschap. Ik betreur dat er zo weinig mensen deze fierheid durven te tonen. Velen lijken zich te schamen voor alles wat Vlaams is.”

Omdat er een donker randje aan de Vlaamse vlag hangt?

(windt zich op) “Maar we moeten die perceptie omkeren. De Vlaamse Leeuw is niet van Vlaams Belang. De Vlaamse Leeuw is van ons allemaal. De Vlaamse identiteit kan perfect samengaan met een open blik op de wereld. Ook de christendemocratie heeft wortels in de Vlaamse beweging. Dat is een van de redenen waarom ik voor deze partij heb gekozen. Ik laat mijn vlag niet kapen door extreemrechts.”

Vlaams Belang wil Vlaamse onafhankelijkheid. Is het denkbaar dat u ooit meestapt in zo’n scenario?

“Dat is zo onrealistisch dat het buiten mijn ideaal denkkader staat. Ik voel me goed als Vlaming binnen België. Waarom zouden we het land splitsen? Waarom zou je zó klein willen worden? Ik ga wel akkoord dat het land niet goed werkt. Er zitten nog te veel weeffouten in de structuur. Ik voel dat ook op de domeinen waar ik bevoegd voor ben. Dat is dikwijls frustrerend omdat je niet het beleid kan voeren dat je wil.”

Vlaanderen is nog niet de volwassen deelstaat die u zou willen?

“Neen. Een volgende staatshervorming is daarom superbelangrijk voor mij. Wij willen minstens de domeinen arbeidsmarkt en gezondheidszorg helemaal overhevelen. Het is tijd om het zwaartepunt écht te verleggen naar de deelstaten. Ik ben voorstander van een België met twee sterke deelstaten: Vlaanderen en Wallonië. Zij moeten vervolgens samen beslissen wat ze nog op Belgisch niveau willen doen. Brussel en het Duitstalig deel kunnen dan een apart statuut krijgen. Het is voor mij wel elementair dat Vlaanderen Brussel niet loslaat.”

Dat doet denken aan het confederaal model van N-VA?

“N-VA is niet de bedenker daarvan, hoor. Ook Kris Peeters (CD&V) pleitte daarvoor toen hij Vlaams minister-president was. Hij wou een dialoog opzetten van gemeenschap tot gemeenschap om te bekijken wat we nog samen willen doen. Dat is ook het model waar ik voor sta.”

De deelstaten hebben al meer dan genoeg bevoegdheden, zegt PS-voorzitter Paul Magnette in De Zondag. Hij wil alleen praten over meer bevoegdheden voor het Belgisch niveau. Dat belooft voor na de verkiezingen.

(zucht) “De uitspraken van Magnette, maar ook die van Bart De Wever, voorspellen inderdaad weinig goeds. Ik zou het sowieso spijtig vinden als we weer oeverloos gaan discussiëren over een staatshervorming. Dat is niet mijn ambitie. Ik vind dat we zo snel mogelijk een Vlaamse regering moeten vormen. We moeten daarvoor niet wachten op het federale niveau en al zeker niet op de lokale verkiezingen zoals De Wever suggereert.”

Worden de Vlaamse en de federale regeringsvorming niet beter aan elkaar gekoppeld? Het vechtfederalisme van deze legislatuur – waarbij de regeringen elkaar stokken in de wielen steken – is toch geen mooi schouwspel?

“Maar dan stap je af van de autonomie die Vlaanderen verworven heeft. We hebben nu een eigen regering en eigen verkiezingen. Als je Vlaanderen serieus neemt, dan begin je direct na de verkiezingen aan de regeringsvorming. (gooit de armen in de lucht) En hebben de regeringen andere samenstellingen, so be it. Het is aan de politici om daar op een volwassen manier mee om te gaan. Maar akkoord: dat blijkt niet altijd goed te lukken. (fijntjes) We hebben misschien vooral meer volwassen politici nodig.”

(lees verder onder de foto)

Crevits spreekt klare taal: “De Vlaamse Leeuw is niet van Vlaams Belang. De Vlaamse Leeuw is van ons allemaal. De Vlaamse identiteit kan perfect samengaan met een open blik op de wereld.”
Crevits spreekt klare taal: “De Vlaamse Leeuw is niet van Vlaams Belang. De Vlaamse Leeuw is van ons allemaal. De Vlaamse identiteit kan perfect samengaan met een open blik op de wereld.” © Christophe De Muynck

Even tussen haakjes: koning Filip zit volgende week tien jaar op de troon. Bent u een monarchist?

(aarzelend) “Dat is een moeilijke vraag. Sta me toe hier voorzichtig te antwoorden. Ik heb namelijk een goede relatie met de koning en de koningin. (glimlacht) Ik heb weinig affiniteit met koningshuizen, maar ik heb wel geleerd – door minister te zijn – dat onze koning een belangrijke rol speelt. Hij opent deuren die anders gesloten blijven. Dat is waarom onze ondernemers zo graag met hem op handelsreis gaan.”

Begrepen. Is de regering-Jambon reclame voor Vlaams zelfbestuur, vindt u?

“Ik vind van wel, ja. Ik vind dat wij deze legislatuur moedige beslissingen hebben genomen in moeilijke tijden. Het budget voor welzijn is met bijna dertig procent verhoogd. Als je kijkt naar de investeringen in innovatie en ontwikkeling, dan zijn wij Europees koploper. Bovendien hebben we ons budget op orde, wat andere regeringen in ons land niet kunnen zeggen. Helaas zit de perceptie fout.”

Dat is zacht uitgedrukt. Zowat elke analist maakt kipkap van deze regering.

“Ik vind de kritiek overdreven. Alles wat we doen, is blijkbaar slecht. Als we onze budgetten niet op orde hebben, is het slecht. Maar als we besparen, is het ook slecht, want dan zijn we hardvochtig. Tegelijk kan ik toegeven dat wij ook zelf hebben bijgedragen aan het negatieve imago. We hebben te veel gekibbeld in het openbaar. Dat is mijn grootste ontgoocheling van deze legislatuur. We zijn allemaal wel een keer uit de bocht gegaan. Ikzelf ook, terwijl dat helemaal niet in mijn aard ligt.”

“Dat ze u tegen de muur gekwakt hebben”, zei u in het parlement.

“Dat is taal die ver van mijn leefwereld ligt, maar op dat moment voelde ik mij wel zo. Een regering beslist altijd in consensus, maar in het stikstofdossier vonden N-VA en Open VLD dat blijkbaar niet nodig. Dat was een heel moeilijke periode.”

Ik kom daar straks op terug. Eerst het positieve: wat is de verwezenlijking van deze regering waar u het meest fier op bent?

(denkt na) “De persoonsvolgende financiering voor mensen met een handicap zodat zij zelf hun leven kunnen organiseren. Het systeem werd uitgedokterd door de vorige regering, maar wij hebben daar echt een turbo op gezet. Gevolg: geen wachtlijsten meer voor de mensen met de zwaarste ondersteuningsnoden. Dat is een enorme sprong voorwaarts en het gevolg van het extra budget dat we hebben uitgetrokken. En ja, ik weet het: de uitdaging blijft groot, want lang niet alle wachtlijsten zijn verdwenen. Maar toch mogen we fier zijn op deze historische hervorming.”

“Het vuur brandt nog even hard als vroeger. Ik ben nog niet klaar om afscheid te nemen van de politiek”

De regering heeft nog een jaar te gaan. Wat is de belangrijkste uitdaging die nog op de plank ligt?

“Extra zuurstof geven aan de kinderopvang. Dat is de basis van alles. Als je meer mensen aan de slag wil, dan moet je zorgen voor kwaliteitsvolle kinderopvang. Dat wordt hét debat tijdens de begrotingsbesprekingen in september. Het grote probleem is het aantal kinderen per begeleider. Vandaag heeft elke begeleider gemiddeld 8 à 9 kinderen. Dat is te veel. Als je dat met één wil verlagen, heb je ongeveer honderd miljoen euro nodig. Dit is alleszins een dossier waar ik voor zal vechten.”

Als de regering 46 miljoen euro kan investeren in een nieuw culinair centrum voor Antwerpen, dan moet extra geld voor welzijn ook wel lukken.

“Dat is geen eerlijke vergelijking. Dat geld komt van het Europees relancefonds en kan alleen gebruikt worden voor toeristische initiatieven. Ik heb ook extra Europees geld gekregen voor welzijn.”

Je kan je toch dikwijls vragen stellen bij de besteding van ons belastinggeld?

“Dat is wel een terecht punt en ik ga akkoord dat het kerntakendebat gevoerd moet worden. Maar ik wil ook waarschuwen: als je de overheid te slank maakt, zal je nog meer een beroep moeten doen op externen. De Vlaamse overheid botst op haar grenzen.”

Denkt u dat het stikstofdossier nog deze legislatuur gestemd raakt?

“Ik hoop het, maar ik durf dat niet te beloven. We wachten nu op de resultaten van het milieueffectenrapport. Ik heb de timing niet in de hand.”

Waarom blijft uw partij de tegenstelling tussen landbouw en natuur oppoken? Die twee moeten toch perfect samen kunnen?

“Zéker. Veel landbouwers zijn ook natuurbeheerders. Helaas worden ze niet in die rol erkend. Maar ik vind niet dat wij oppoken. Wij vragen een evenwichtig beleid. Ik vind dat legitiem.”

Zeggen dat een hele sector moet wijken voor drie vleermuizen, dat ziekenhuizen moeten wijken voor bomen, wat is dat anders dan oppoken? Zelfs Luc Van Gorp, de topman van de CM, betreurt deze polarisatie.

“Opnieuw: ik vind niet dat wij oppoken. Maar als de boeren onterecht in een hoek geduwd worden, dan mogen wij toch scherp reageren? (fijntjes) We hebben het van de beste geleerd.”

U bedoelt N-VA?

(onverstoord) “Zeggen dat de boeren een historische verantwoordelijkheid dragen, is ook de boel oppoken. Sommigen doen alsof de boeren de grote slechteriken zijn. Wij laten dat niet gebeuren. Wij pleiten voor een rationeel debat en voor proportionele maatregelen.”

Hilde Crevits over de kritiek op de regering: “Ik vind het overdreven. Alles wat we doen, is blijkbaar slecht.”
Hilde Crevits over de kritiek op de regering: “Ik vind het overdreven. Alles wat we doen, is blijkbaar slecht.” © Christophe De Muynck

Is er ooit al een ziekenhuis moeten wijken voor een boom, zoals uw partijgenoot Jo Brouns doet uitschijnen?

“Dat weet ik niet, maar ik voel mij niet aangesproken door wat u zegt. Ik ben de laatste persoon die dingen zal oppoken. Ik vind het goed dat mijn partij soms scherp uit de hoek komt, maar ik weet ook dat je geen problemen oplost met oneliners. (even stil) Kijk naar de extreme partijen: zij scoren punten met populisme. Weg is alle nuance. Ik betreur dat. Dat is niet mijn manier van werken en dat zal het nooit zijn.”

Is er dan nog plaats voor Hilde Crevits in het politieke landschap?

“Dat is aan de kiezers om te bepalen. Maar ik denk van wel. Volgens mij zijn er ook nog altijd veel mensen op zoek naar redelijkheid en respect. Ik put al zestien jaar al mijn moed en vertrouwen uit het mooie mandaat dat ik van de kiezer krijg.”

Zou u nog een legislatuur zien zitten als minister?

“Jawel, want het vuur brandt nog even hard als vroeger. Ik doe het nog elke dag ongelooflijk graag. Wat als dit wegvalt? Ik mag er niet aan denken. (lacht) Neen, ik ben nog niet klaar om afscheid te nemen van de politiek. Let op: het is een slopende job. Ik heb vorig jaar een stevige wake-up-call gehad. Ik was echt op (Crevits heeft toen zes weken rust genomen, red). Ik ben daar heel hard van geschrokken.”

Let u vandaag beter op uw mentaal welzijn?

“Jawel, het móet. Ik probeer vooral om de traagte meer te omarmen. Zeker in het weekend: ik doe minder activiteiten, maar wat ik doe, doe ik bewuster. Ik neem ook meer tijd voor mezelf en mijn gezin. Wat ook helpt: ’s morgens vroeg gaan lopen of ’s avond laat een wandeling maken met mijn echtgenoot. Zoals ik al zei: ik heb de buitenlucht nodig om me goed te voelen.”

Waar gaat de zomervakantie naartoe?

“Naar Santiago de Compostela. Een heel spirituele vakantie dus. (lacht) We vertrekken aan de Spaans-Portugese grens en gaan 140 kilometer wandelen. We zullen een week onderweg zijn, dus ongeveer 20 kilometer per dag.”