Liberaal boegbeeld Bart Tommelein stopt met nationale politiek: “Ik wil voluit gaan voor Oostende”

Bart Tommelein stopt met nationale politiek: “Ik heb deze keuze volledig zélf en in volle onafhankelijkheid gemaakt. Ik heb de partij hier niet bij betrokken.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Verrassing: voormalig minister Bart Tommelein stopt volgend jaar met nationale politiek. Het liberale boegbeeld slash stemmenkanon wil alles op alles zetten voor Oostende. Dat vertelt hij in een exclusief gesprek naar aanleiding van de prestigieuze Noordzeetop in zijn stad. Dat betekent dat Open VLD op zoek moet gaan naar een nieuwe lijsttrekker voor onze provincie.

Het imposante Fort Napoleon in Oostende. Een koude maandagochtend. Het is een zichtbaar opgetogen Bart Tommelein die ons verwelkomt. Het is op deze plek dat komende maandag wereldleiders zoals de Franse president Emmanuel Macron, de Duitse bondskanselier Olaf Scholz en de Nederlandse premier Mark Rutte verzamelen blazen voor de tweede editie van de Noordzeetop. “Het wordt een absolute hoogdag voor Oostende”, vertelt Tommelein, burgemeester én Vlaams parlementslid.

“Ten eerste omdat het over een cruciaal thema gaat, namelijk blauwe economie en energie. Oostende is trouwens een pionier op dat vlak. Maar ten tweede ook voor het imago en het prestige van de stad. Ik was meteen enthousiast toen de vraag kwam van de kanselarij van de premier (Alexander De Croo, red). Wij gaan opnieuw bewijzen dat we de enige echte hoofdstad van de Noordzee zijn.”

Zal u straks ook zelf de hand mogen schudden van Macron en co?

“Er is mij gevraagd om de ontvangst te doen, zowel op de luchthaven als in het fort, maar de top zelf is niet mijn domein. Als burgemeester ben ik verantwoordelijk voor de veiligheid van al deze mensen. Dát wordt mijn prioriteit. De luchthaven wordt extra beveiligd, net zoals de route naar het fort en het fort zelf natuurlijk. Als je tien regeringsleiders ontvangt, dan kan je geen enkel risico nemen. De veiligheidscel, waar ik voorzitter van ben, zal alvast de hele dag stand-by staan.”

Het fort is 1812 gebouwd in opdracht van Napoleon om Oostende te beschermen tegen een Britse inval. Was het een eis van Macron om de top hier te laten plaatsvinden?

“Dat denk ik niet. (lacht) Uiteraard werd er gezocht naar een locatie die tot de verbeelding spreekt en ongetwijfeld zal er ook overleg geweest zijn met de veiligheidsdiensten van andere landen. Maar de eindverantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de kanselarij van onze premier, niet in Parijs. Onderschat niet hoeveel expertise ons land heeft als het gaat over het organiseren van grote toppen.”

Voor alle duidelijkheid: dit gaat over een Noordzeetop, niet over een Europese top.

(knikt) “De eerste Noordzeetop was vorig jaar in het Deense Esbjerg. Daar hebben vier landen – België, Nederland, Duitsland en Denemarken – zich geëngageerd om tegen 2050 maar liefst 150 gigawatt aan elektriciteit op te wekken op de Noordzee. Dat is gigantisch veel. Intussen is deze groep uitgebreid met Noorwegen, Ierland, Groot-Brittannië, Luxemburg en Frankrijk. Ook de Europese Commissie wordt uitgenodigd. Het is de bedoeling dat er hier in Oostende een nieuw engagement genomen wordt om de inspanningen op te drijven én de verschillende windmolenparken beter te verbinden.”

En u krijgt de kans om Macron aan de oren te trekken over het windmolenpark dat hij wil bouwen vlak voor de kust van Duinkerke?

(grijnst) “Ik denk niet dat maandag daarvoor het geschikte moment is, maar dat blijft inderdaad een heikel item. Ik heb alle begrip voor het ongenoegen van onze westkustburgemeesters die vinden dat het park veel te dicht bij onze kust gebouwd wordt. Dat moet dieper in zee gebeuren. Bovendien zou het park middenin de vaarroute van Oostende naar Dover vallen. Dat zou dus ook voor ons grote gevolgen hebben. Daar zal in de toekomst zeker nog over gepraat worden.”

© Christophe De Muynck

U klinkt gedreven. Ik verneem nochtans her en der dat u zou twijfelen aan uw toekomst?

(denkt na) “Dan is het tijd om duidelijkheid te scheppen. Ik heb vorige maand een bericht gekregen van het Vlaams parlement dat me heeft doen nadenken. Op 18 mei zal ik immers twintig jaar parlementslid zijn. Ik denk te mogen zeggen dat ik dit naar behoren heb gedaan, met veel enthousiasme. Maar twintig jaar is veel. Een parlementslid houdt het gemiddeld maar zeven jaar vol. Ik heb daarom voor mezelf uitgemaakt dat het genoeg geweest is. Volgend jaar stop ik ermee. Het is tijd voor vernieuwing. Ik wil bovendien voluit gaan voor Oostende. Het is geen geheim dat ik nog een termijn wil als burgemeester.”

U verrast mij. Kondigt u nu uw afscheid aan?

“Ik ben geen kandidaat meer om de lijst te trekken. Of ik de lijst zal steunen, is nog geen uitgemaakte zaak, maar sowieso keer ik niet terug naar het parlement. Ik zal deze legislatuur uitdoen en daarna is het parlement een afgesloten hoofdstuk.”

Het doet me denken aan het afscheid van Bjorn Rzoska (Groen). Heeft hij u geïnspireerd?

“Neen. Ik was wel verrast door de aankondiging van Bjorn, een uitstekend politicus met wie ik het goed kan vinden. Maar onze motivaties zijn verschillend. Hij stopt na tien jaar, terwijl ik hier al twintig jaar zit. Bovendien combineer ik dit mandaat met het burgemeesterschap van Oostende. (benadrukt) Ik heb deze keuze volledig zélf en in volle onafhankelijkheid gemaakt. Ik heb de partij hier niet bij betrokken. Zij heeft nu ruim de tijd om een nieuwe lijsttrekker te zoeken.”

Bent u de nationale politiek beu?

(aarzelend) “Beu is misschien niet het juiste woord. Ik ben wel bezorgd over de gang van zaken. Het elkaar voortdurend aanvallen en beschadigen: dat is iets wat ik wél beu ben. Ik vind dat er te vaak op de man gespeeld wordt in plaats van op de bal. Ik ben een voorstander van constructieve en positieve politiek met respect voor andermans meningen. Wat mij echt bezorgd maakt, is dat de mensen daardoor voor de extreme partijen gaan kiezen. De oplossingen van deze partijen zullen echter niet zo leuk zijn – en dan druk ik me zacht uit.”

“Elkaar voortdurend aanvallen en beschadigen: dat is iets wat ik beu ben”

Is het ook geen vaandelvlucht op een moment dat het moeilijk gaat met uw partij?

(fors) “Neen, dat speelt geen rol in mijn beslissing. Als je twintig jaar parlementslid bent, dan denk je na over je toekomst. Ik ben intussen ook een zestiger geworden, hé. De combinatie van parlementslid en burgemeester heeft ongetwijfeld voordelen, maar het vraagt ook veel energie. Ik wil daarom de positieve keuze maken voor de lokale politiek. Het zou bovendien ook fijn zijn als ik wat meer tijd zou hebben voor mijn gezin. Let wel: ik ben niet van plan om helemaal te verdwijnen uit Brussel. Als ik daar in adviesraden iets kan betekenen voor de partij en voor Oostende, dan zal ik dat graag doen. Ik ben bijvoorbeeld lid van het dagelijks bestuur van de VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, red) en ik zou dat graag blijven.”

Blijft u lid van Open VLD?

“Zeker wel. U zal me geen kwaad woord horen zeggen over de partij.”

Maar in Oostende wil u opkomen met een stadslijst?

“Wij werken inderdaad aan een lokale stadslijst met Groen, CD&V en onafhankelijken – dat is geen geheim. Lokale lijsten zijn volgens mij dé toekomst in de lokale politiek. Maar dat doet geen afbreuk aan mijn lidmaatschap van Open VLD.”

Zijn er momenten waarop u spijt hebt dat u geen partijvoorzitter bent geworden?

“Neen, of toch heel weinig. En ik zeg dat zonder leedvermaak tegenover mijn toenmalige concurrent (huidig voorzitter Egbert Lachaert, red). Zou ik het anders aangepakt hebben? Dat is moeilijk te zeggen. Je kan de geschiedenis niet herschrijven. Als je iets niet geworden bent, dan moet je daar niet blijven over praten. Voor mij is die bladzijde omgedraaid.”

U hebt veel mandaten bekleed in uw carrière: parlementslid, fractieleider, staatssecretaris, minister, burgemeester. Wat deed u het liefst?

“Wat ik vandaag doe: burgemeester. Vergeet niet dat ik destijds mijn ministerpost heb verlaten voor Oostende. Ik heb daar nog geen seconde spijt van gehad. (denkt na) Maar ik was even graag staatssecretaris voor de Noordzee. Ik heb een grote passie voor onze blauwe economie. Ik herinner mij nog dat onze windmolens toen – bijna tien jaar geleden – weggelachen werden. Men geloofde zelfs niet dat die elektriciteit leverden. Maar zie waar we vandaag staan: we zijn een wereldspeler op vlak van windenergie op zee. Ik ben daar fier op. We hebben toen de weg vrijgemaakt om de capaciteit te verdubbelen naar 2,2 gigawatt. (benadrukt) Dat is het equivalent van twee grote kerncentrales. Het is dankzij onze blauwe economie dat we voor onze energiebevoorrading onafhankelijk kunnen worden van het buitenland.”

© Christophe De Muynck

Mag ik uw euforie toch even temperen? Zelfs na alle geplande uitbreidingen zal windenergie goed zijn voor ‘maar’ 25 procent van onze elektriciteit, terwijl kernenergie – ondanks alle miserie – nog altijd goed is voor de helft.

“Oké, maar u mag niet alleen naar windenergie op zee kijken. Het gaat over de combinatie met zonnepanelen, warmtenetten, waterstof, opslag, enzovoort. Bovendien zijn de Noordzeelanden bezig om hun windmolenparken met elkaar te connecteren. Dat wordt cruciaal en België wordt daar de draaischijf van: het energie-eiland dat voor deze connectie moet zorgen, wordt in ons deel van de Noordzee aangelegd.”

Is de juiste conclusie niet dat we niet zonder kernenergie kunnen?

“Ik zeg niet neen tegen kleine modulaire centrales die flexibel aan en uit kunnen en daardoor aanvullend kunnen werken. Maar hernieuwbare energie moet de basis vormen, en niet omgekeerd zoals N-VA wil. Ik blijf rotsvast geloven in de ambitie van honderd procent hernieuwbare energie tegen 2050.”

Stelt u zich geen ethische vragen bij die blauwe economie? Gaat de mens na de aarde nu ook de zee volledig naar zijn hand zetten?

“Dat is uiteraard een belangrijk punt. België was trouwens het eerste land met een marien ruimtelijk plan. Daarin wordt duidelijk bepaald wat kan op de Noordzee, en op welke plek, en wat niet kan. Duurzaamheid staat daarbij centraal. Ik ga u een voorbeeld geven. Er was heel wat protest tegen het eerste windmolenpark. Wat blijkt vandaag? Dat de vissoorten in deze omgeving goed gedijen. En waarom? Omdat daar niet gevaren mag worden. Het hoeft dus geen of-of-verhaal te zijn. De ontwikkeling van natuur kan samengaan met de ontwikkeling van windenergie.”

Hoe gaat het trouwens met de visserij in Oostende?

“De totale zeevloot bestaat uit 63 schepen, waarvan er 14 in Oostende liggen. Dat is niet veel, maar het aantal is wel stabiel gebleven. Onze visserij heeft zeker en vast een toekomst, op voorwaarde dat zij de omschakeling durft te maken naar meer duurzaamheid. Ik vind trouwens wel dat ze daarin meer ondersteund mag worden. Ik ben al enige tijd een vurig pleidooi aan het houden bij Europa om ondersteuning toe te laten voor de aankoop van nieuwe, duurzame schepen.”

“Maar de traditionele visserij met de methoden van het verleden heeft op termijn geen toekomst meer. Ik geloof trouwens ook sterk in de ontwikkeling van aquacultuur: het kweken van vissen, oesters, mosselen, enzovoort. Dat is veel duurzamer dan de import van exotische vis. Ik vond het daarom spijtig dat zoveel vissers protesteerden tegen de komst van de zeeboerderij van Colruyt in Nieuwpoort. Duurzame visserij en aquacultuur moeten hand in hand kunnen gaan.”

Laatste ding: ik mag hopen dat u de garnaalkroket op het menu hebt laten zetten van de Noordzeetop?

(schatert het uit) “Waar u aan denkt! Neen, ik weet niet wat er op het menu staat, maar ik hoop uiteraard dat ze aan lokale producten gedacht hebben.”

Lees hier meer over de loopbaan van Bart Tommelein in de nationale politiek.