Amper vijf jaar geleden was Annick Lambrecht nog de Vlaamse nummer één van de socialisten. Vandaag dreigt het einde van haar politieke carrière. Het kan verkeren. Toch klinkt ‘Annick Energiek’ strijdvaardiger dan ooit – met dank aan haar dochters en… partner Renaat Landuyt. Voor het eerst heeft ze het openlijk over haar relatie met de ex-minister en voormalig burgemeester van haar Brugge. “Het doet mij deugd om iemand naast mij te hebben die begrijpt waarover het gaat, die weet hoe politiek werkt.”
Het is een regenachtige maandagmorgen in Brugge. Het plan om een wandeling te maken, valt letterlijk in het water. Dan maar binnen bij Annick Lambrecht thuis – in het pittoreske Colettijnenhof, waar vroeger alleen kloosterzusters woonden. “Zó spijtig”, zucht het Vlaams parlementslid. “Ik had je graag eens meegenomen langs de Vesten. Ik ga daar minstens twee keer per week lopen. Dat zijn momenten van bezinning, maar ook van dienstbetoon – hoe raar dat ook klinkt. Onderweg word je dikwijls aangesproken door mensen die iets kwijt willen. Zo hou je de vinger aan de pols. Ik zeg soms: zelfs als ik loop, ben ik aan het werken.” (lacht)
De Vooruit-politica heeft enkele woelige maanden achter de rug. Tot haar eigen verbazing werd ze gepasseerd voor het lijsttrekkerschap voor het Vlaams parlement. Een beslissing van toenmalig voorzitter Conner Rousseau. Haar opvolger luistert naar de naam Pablo Annys, die ook eerste schepen is in Brugge.
Was de afspraak niet dat Annys de man was in Brugge en u de vrouw in Brussel?
(knikt) “Dat is zo. Dat leek me ook logisch. Maar Conner wou het plots anders aanpakken. Hij wou de kandidaat-burgemeesters van de grootste steden ook bovenaan de nationale lijsten. En als de voorzitter iets beslist, dan hebben wij ons daarbij neer te leggen. En dus kon ik geen lijsttrekker meer zijn.”
Is het gezond dat voorzitters zoveel macht hebben?
“Dat is een andere discussie. (wikt haar woorden) Soms wel, soms niet. Maar het is nu eenmaal het recht van de voorzitter om te bepalen wie de lijsten trekt. Wij moeten dat aanvaarden en ik doe dat ook. Er zijn geen verworvenheden in de politiek. Er is maar één manier om stand te houden en dat is veel stemmen halen.”
Voelt dat niet aan als een miskenning van uw werk?
“Ik ga niet ontkennen dat het niet fijn was. Ik had het ook niet verwacht. Tegelijk moet je dit niet groter maken dan het is. Ik kreeg misschien niet altijd waardering van de partijtop, maar ik voel wel veel waardering van de mensen op straat. En uiteindelijk is het voor hen dat je aan politiek doet. Van wat liggen de mensen wakker? Niet van de plek die Annick Lambrecht krijgt, wél van hun koopkracht. En terecht. Je hoeft met mij geen medelijden te hebben. Van Melissa (Depraetere, de huidige voorzitter, red.) krijg ik trouwens wel waardering.”
Hebt u gedacht aan stoppen met politiek?
“Dat heeft heel even door mijn hoofd geflitst. Dat is ook menselijk, denk ik. Je wentelt je een beetje in zelfbeklag en zelfmedelijden. Maar lang heeft dat allemaal niet geduurd. Ik ben ongelooflijk weerbaar. Al wie mij kent, zal dat bevestigen. Ik ben Annick Energiek, hé. Ik ben strijdvaardiger dan ooit.”
Toen uw Brugse collega Franky Demon (CD&V) te horen kreeg dat hij geen burgemeester zou worden, is hij enkele weken thuisgebleven op doktersadvies.
“Wat hij heeft meegemaakt, is toch nog een graad erger, vind ik. Hij had de belofte gekregen dat hij burgemeester zou worden. Toen ik hoorde dat de partij mij op de derde plaats wou voor het federaal parlement, kreeg ik weer moed. Ook daar kan ik op boeiende thema’s werken zoals koopkracht, voedselveiligheid, maar ook mobiliteit. De invoering van nultolerantie voor alcohol bijvoorbeeld, waar ik al zo lang op hamer: dat is federale materie. Dit kan dus een opportuniteit zijn.”
Maar zijn uw kansen niet heel miniem? Vorige keer behaalde uw partij ondanks een sterke score van John Crombez ook maar twee zetels.
“Het wordt niet evident, maar wie weet krijgen we hier wel een Melissa-effect? Vraag me niet hoeveel procent we exact nodig hebben – het systeem zit ingewikkeld in elkaar –, maar met vijftien procent moet die derde zetel mogelijk zijn. Ik geloof erin. Het zál lukken.”
Wat gaat u doen als het niet lukt?
“Daar wil ik zelfs niet over nadenken. Ik ben nog altijd bezeten door politiek. Ik sta daarmee op en ik ga daarmee slapen. Dat is waarom ik de derde plaats aanvaard heb. Ik ben nog lang niet klaar om te stoppen. Maar kom anders op 10 juni eens terug.” (lacht)
Wie vormt uw klankbord in moeilijke tijden?
“Dat is een kleine kring van familie en vrienden. In de eerste plaats zijn er mijn twee dochters. Er zijn veel dingen die ik eerst met hen aftoets. En natuurlijk is er ook Renaat, mijn partner (Landuyt, ex-minister en ex-burgemeester, red.). Hij heeft mij ongelooflijk goed gesteund. Het doet mij deugd om iemand naast mij te hebben die begrijpt waarover het gaat, die weet hoe politiek werkt.”
(lees verder onder de foto)
Hijzelf is wel gestopt. Heeft hij u niet geadviseerd om hetzelfde te doen?
“O neen. Zo zit Renaat niet in elkaar. Hij vindt dat ik mijn hart moet volgen. Hij steunt mijn beslissing om verder te gaan, maar hij zou me ook steunen als ik zou stoppen. Voor hem is de politiek inderdaad een afgesloten hoofdstuk. Hij is nu voltijds advocaat en studeert ook filosofie aan de universiteit. Ik zie dat die combinatie hem echt gelukkig maakt.”
Bent u blij dat Rousseau van het toneel verdwenen lijkt?
“Blij? Neen, natuurlijk niet. Ik heb nooit leedvermaak. Hij heeft natuurlijk een zware fout gemaakt. Dat waren racistische uitspraken, ik ga dat niet verbloemen. Maar ik heb begrepen dat hij dat zelf ook inziet en dat hij aan het reflecteren is.”
Vindt u dat hij nog kan terugkeren als lijstduwer?
“De Oost-Vlaamse leden vinden van wel. Als hij wil, kan hij dus terugkeren. Daarna is het aan de kiezer om te oordelen. Ik vind dat eigenlijk wel democratisch.”
Is uw partij niet hypocriet als het gaat over racisme? Als het van de eigen partij komt, blijkt het soms toch relatief te zijn.
(windt zich op) “Dat is niet waar. Racisme is altijd verschrikkelijk. Ook wat Tom Meeuws zei, was verschrikkelijk fout. Woorden doen ertoe. Bovendien hebben wij als politici een voorbeeldfunctie. Tegelijk mogen we toch benadrukken dat Tom geen racist is? Kijk naar alle wetteksten die ooit geschreven zijn over discriminatie en racisme. Wij zijn altijd voortrekker geweest. Net daarom zijn die twee gevallen zo pijnlijk. Maar Melissa gaat hiermee aan de slag. Zij laat dit niet passeren.”
Zijn we in ons diepste binnenste niet allemaal een beetje racist, zoals uw partijgenoot Louis Tobback zegt?
“Neen. Helemaal niet. Ik vond dat een héél ongelukkige uitspraak.”
Laten we eens terugblikken op uw eerste volle legislatuur in het parlement. Hebt u het verschil kunnen maken?
“Ik denk van wel. Zoals je weet, heb ik vooral mobiliteit opgevolgd. Ik heb de bevoegde minister Lydia Peeters (Open Vld) dikwijls ambetant kunnen maken. Dan ben je goed bezig, denk ik. Natuurlijk wil je ook zelf dingen realiseren, maar als lid van de oppositie is dat moeilijk. Ik heb wel dingen in beweging kunnen zetten door voortdurend vragen te stellen.”
(lees verder onder de foto)
Welk rapport krijgt Peeters van u?
(blaast) “Vier op tien. Een buis dus. Er zijn wel wat kruispunten conflictvrij gemaakt: dat is positief. Maar het nieuwe bussenplan is een ramp en finaal telt er eigenlijk maar één cijfer: het aantal verkeersdoden. En wat zien we? Dat het aantal fietsdoden historisch hoog is, ook in onze provincie. (benadrukt) Om de twee dagen sterft er een voetganger of een fietser in het verkeer. Maar wat doet Peeters? Treuzelen, omdat ze bang is om stemmen te verliezen.”
Ook vorig weekend was weer dodelijk. Denk aan de twee fietsers die doodgereden werden in Gent. Maar vindt u dat de schuld van de minister?
“Neen, dat zeg ik niet. Maar zij toont geen daadkracht. (op dreef) Waarom geen zone-30 invoeren in bebouwde kommen zonder veilige fietspaden? Waarom krijgt ze haar budget voor fietsinfrastructuur niet uitgegeven? Alles begint bij veilige infrastructuur. Dat heb ik in Kopenhagen geleerd. Zat ik op haar stoel, ik zou dag en nacht zagen en aandringen om de dingen in beweging te krijgen. Zij niet. Zij doet alles zo traag. Dat is mijn grootste kritiek. (denkt na) Het ongeval in Gent heeft te maken met alcohol. Waarom dringt zij niet aan bij haar federale collega om nultolerantie in te voeren? Wij hebben daarover in 2020 al een wetsvoorstel neergelegd. Alle experten zijn voor, maar toch doet men het niet.”
Is dat geen vals debat? Ook als u nultolerantie had ingevoerd, was die man, die zelfs geen rijbewijs had, achter het stuur gekropen.
“Dat weet ik nog zo niet. Misschien zou hij zich dan meer bewust zijn van de gevaren van alcohol. Maar oké: ik ga niet beweren dat één maatregel alles kan oplossen.”
Waarom geen alcoholslot verplichten in élke auto? Zou dat het probleem niet oplossen?
“Ik ben voorstander, op voorwaarde dat het betaalbaar is. De prijs is vandaag het grote probleem. Een alcoholslot kost bijna 3.000 euro. Niet iedereen kan dat betalen. Als je een formule vindt om dat standaard in elke auto te krijgen, zonder de prijs de hoogte in te jagen, zeg ik direct ja.”
Als de overheid een premie van 5.000 euro kan uitreiken voor een elektrische wagen, dan moet dit ook wel lukken, denk ik.
“Dat is inderdaad een waanzinnige premie. Wie koopt er een elektrische wagen? De mensen die al geld hebben. Peeters zou die middelen beter gebruiken voor verkeersveiligheid.”
(lees verder onder de foto)
Hoe kijkt u naar het nieuwe bussenplan van De Lijn? Ik hoor goede dingen in mijn gemeente Koekelare.
“Is dat zo? Misschien dat dat in enkele gemeenten goed uitpakt, maar over het algemeen is dat een ramp. Er zijn in onze provincie maar liefst 1.400 haltes geschrapt. Als je weet dat negen op de tien busgebruikers geen alternatief heeft, dan weet je dat dit een grote impact heeft. Ik kan je zeggen dat er intussen in Brugge alleen al bijna 1.500 klachten ingediend zijn. Peeters wou geen extra middelen vrijmaken voor het bussenplan. Dan is dit natuurlijk het gevolg. Bovendien lijkt het plan opgemaakt door mensen die zelf héél weinig de bus nemen.”
Over Brugge gesproken: zou u de auto helemaal weren uit de binnenstad?
“Neen, niet voor de bewoners en de handelaars. Wel voor de toeristen en de mensen die daar niet moeten zijn. Tegelijk moet je werk maken van goede randparkings met deelfietsen, van meer shuttlebussen en van goede buslijnen. Brugge heeft op dat vlak een grote inhaalbeweging te maken. Gelukkig zie ik dat de neuzen stilaan in dezelfde richting komen te staan. Toen ik tien jaar geleden meer comfort voor de fietser bepleitte, werd ik scheef bekeken. We gaan van de autobestuurder toch niet de nieuwe roker maken, zei CD&V. Vandaag spreken zelfs zij andere taal.”
Is het denkbaar dat u hier opnieuw schepen wordt?
“Ik sta straks op de tweede plaats in Brugge en ga dus zeker nog een rol spelen. Ik heb Brugge nooit losgelaten, integendeel. In het parlement heb ik keihard gestreden voor onze regio. Maar verder kan ik daar nu nog niets over zeggen. Eerst de nationale campagne. Het beloven nog drie stresserende maanden te worden.”
Met uw bijnaam moet campagne voeren één groot feest zijn.
(lacht) “Dat is overdreven, hoor. Ik zit misschien boordevol energie, maar soms kan ik ook moe zijn. Weet je wat mij dan helpt? Een toerke gaan lopen of wandelen langs de Vesten. Daar word ik altijd weer energiek en welgezind van.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier