Dit persoonlijke standpunt vertolkte hij maandag op een panelgesprek in Gent, maar Bart Dochy (CD&V) is daar helemaal niet gelukkig mee. Hij ondervroeg de Minister-President hier vannamiddag over in het Vlaams Parlement.
Bart Dochy is zelf burgemeester van Ledegem, een gemeente van om en bij de 9.500 inwoners. Maar dat is volgens Bourgeois te weinig om vandaag de dag nog echt bestuurskrachtig te kunnen zijn : hij stelt 20.000 als norm voorop.
Voor alle duidelijkheid : dit is een standpunt van Geert Bourgeois himself, niet van zijn partij N-VA. En in het huidige regeerakkoord is van gedwongen fusies ook helemaal geen sprake. Wel van vrijwillige fusies, die de Vlaamse regering zelfs aanmoedigt met flinke stimulansen : een schuldovername van 500 euro per inwoner, én de garantie dat de nieuw gevormde gemeente evenveel krijgt van het gemeentefonds als de twee oude gemeenten samen.
Echt succesvol is dat verhaal echter niet : tot op vandaag hebben enkel de Limburgse gemeenten Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode zich gemeld als kandidaat.
“Hiermee is meteen duidelijk dat wij als CD&V helemaal niet tegen fusies op zich zijn”, stelde Bart Dochy, “maar wij vinden dat dit een volledig vrije keuze van de lokale besturen zelf moet zijn en kunnen ons dus absoluut niet vinden in het idee van een gedwongen fusie. Voor mij is trouwens absoluut niet bewezen dat een gemeente van 10.000 inwoners niet bestuurskrachtig kan zijn, want er zijn immers ook modellen van onderlinge samenwerking mogelijk zonder dat het tot een fusie komt.”
Skandinavisch model
Geert Bourgeois beaamde hierop nogmaals dat hij, al langer dan vandaag, een groot aanhanger is van het noordelijke, zogenaamd Skandinavische model van lokale bestuursvorming. “Eén derde van onze gemeenten is kleiner dan 10.000 inwoners, de gemiddelde grootte is 14.000 inwoners. Terwijl dit in Nederland 24.000 is en in Denemarken zelfs 42.000. Grotere gemeenten zijn ook een garantie voor een groter democratisch draagvlak, want nu worden alsmaar meer bevoegdheden overgeheveld naar samenwerkingsverbanden, waar de burger geen rechtstreekse controle meer over heeft. Waardoor gemeenteraden alsmaar korter worden en minder om het lijf hebben, en alsmaar minder jongeren zich aangesproken voelen om nog aan politiek te doen.”
Dat laatste durfde Bart Dochy alvast heel sterk te betwijfelen. “Maar nog eens : we zijn niet tegen de vorming van grotere gemeenten, maar het moet vrijwillig gebeuren. De verplichte fusieronde van 1976 is het mooiste bewijs dat zoiets niet werkt, op vandaag is die op sommige plaatsen nog altijd niet verteerd. Durf toch vertrouwen te geven aan de lokale besturen !”
Waarop Bert Maertens (N-VA), burgemeester van buurgemeente Izegem (27.500 inwoners), zich ook in het gesprek mengde. “Laat ons in dit debat alsjeblieft niet emotioneel worden, we bekijken de zaken beter rationeel. En dan zie je dat heel wat gemeenten op vandaag niet meer in staat zijn om de burger de dienstverlening te geven die hij verwacht in ruil voor zijn belastinggeld. Er mogen hierover toch geen taboes meer leven !”
“Gelukkige bevolking”
Geert Bourgeois herhaalde van zijn kant nog eens dat er toch niks mis is met een persoonlijk standpunt, en dat het zijn stellige overtuiging is dat de lokale democratie alleen maar sterker wordt met grotere, bestuurskrachtige gemeenten. “Studies wijzen trouwens ook uit dat de mensen gelukkiger zijn in zo’n gemeenten. De bevolking van Denemarken is van de gelukkigste ter wereld.”
Waarop Bart Dochy, die tijdens de uitleg van Bourgeois voortdurend zijn meest ongelovige gezicht had opgezet, dadelijk riposteerde : “Wel tóón me die studies dan eens ! Ik weet alleen dat in Vlaanderen de schuld per inwoner in de kleine gemeenten doorgaans kleiner is dan in de steden, en dat uit een recente enquête van een Vlaams dagblad duidelijk is gebleken dat de tevredenheidsgraad van de bevolking beduidend groter is in de kleine gemeenten, waar er héél weinig klachten zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier