Fitness

Lectrr

Cartoonist wordt columnist: Steven ‘Lectrr’ Degryse ruilt zijn tekenpen voor een klavier. Een hele zomer lang mogen we hier proeven van zijn schrijfkunsten.

In een vlaag van complete zinsverbijstering heb ik ‘n fitnessabonnement genomen. Geen idee wat er door me heen ging, maar in een opwelling heb ik me meteen voor een jaar lang lid gemaakt. Nochtans heb ik een broertje dood aan sport. Ik ken de spelregels niet en ik wil ze ook niet leren. Ik krijg aanvallen van narcolepsie als ik een match van eender welke sport moet kijken.

En toch heb ik nu dus een fitnessabonnement. Dat is zo’n beetje alsof Dewinter een spaarkaart zou hebben in een pittazaak. In de lift naar het derde, waar de fitness is, speelt muzak. Die lift is m’n eerste kennismaking met de keet, en ik vind ‘t vreemd dat een plek die zichzelf verkoopt als een tempel voor wie meer wil bewegen enkel een lift heeft en geen trappen.

In de zaal staan een vijftigtal foltertuigen waar mensen op lopen, hangen en liggen te sterven in hun eigen zweet. Een huppelkut met een zweetband komt me verwelkomen en geeft me instructies over wat ik tijdens een eerste training best kan doen.

Mijn kop is bloedrood en ik hijg als een aangereden bambi

“Cardio”, zegt ze grijnzend, haar sproeten wippen nog net niet van haar smoel van onnozelheid.

“Cardio?”, vraag ik, niet wetend wat deze term betekent. Gaan ze me hier nog een openhartoperatie aansmeren ook? Ik vind dit abonnement een alsmaar slechter idee.

“Nee, cardio!”, zegt ze, en ze troont me mee naar een loopband waarop ik als een hamster moet gaan lopen tot het zweet uit al mijn poriën spuit als water uit een geiser.

Lang hou ik die zever niet vol. Na vier minuten slenteren op de loopband ben ik er klaar mee. Mijn kop is bloedrood en ik hijg als een aangereden bambi.

Terwijl ik m’n T-shirt uit sta te wringen boven de lavabo komt een gebronzeerde bodybuilder naast me staan. Hij ziet eruit alsof hij elke ochtend zijn borstkas moet oppompen met een voetpomp. Hij ziet er ongelukkig uit en ik zeg hem dat.

“Ik hou eigenlijk niet van sport,” zegt hij, “maar in een vlaag van complete zinsverbijstering heb ik ooit eens een abonnement genomen en ik heb het dan maar volgehouden.”

Onmiddellijk verlaat ik samen met de bodybuilder de fitness om naar ‘n pittazaak te gaan.

Dewinter is er ook, hij zit een dürüm te eten. Ik doe hem mijn fitnessabonnement cadeau.

Hij kan het beter gebruiken dan ik, met al die pitta die hij eet.