Platte band

© Lectrr
Lectrr

Cartoonist wordt columnist: Steven ‘Lectrr’ Degryse ruilt zijn tekenpen voor een klavier. Een hele zomer lang mogen we hier proeven van zijn schrijfkunsten.

Tomeloze velden vol felgele zonnebloemen die idyllisch staan te wezen, hier en daar een ruïne die de eindeloze vergezichten verstoort en nergens een levende ziel te bespeuren.

De desolaatheid van deze streek vond ik aangenaam zolang ik de toerist aan het uithangen was maar nu ik hier met twee platte banden sta, hangt het leven als God in Frankrijk me ferm de kloten uit. De voorbije uren is hier exact één iemand gepasseerd en dat was een idioot die terugzwaaide als reactie op mijn teken om te stoppen.

De zon doet haar best op de kalkstenen ondergrond. Verzengend kan je de hitte niet noemen, maar geef het een uur of vier en ik drink vlotjes het flesje ruitenwisservloeistof leeg van de dorst.

In de verte komt ‘n rode Peugeot aangestoven. Hij houdt halt. Een oudere Française spreekt me aan.

“In panne, jeune homme?” vraagt ze, en ik knik. Ik denk niet dat er veel mensen uren langs de weg gaan staan verdampen uit vrije wil. Ik vraag haar of ze iets te drinken heeft.

“Mijn koffer zit vol wijn.”

Elke Fransman die passeerde gaf me wijn om het wachten te verzachten

Frankrijk op zijn best. Water vind je nergens, maar overal alcohol bij de vleet. Ze biedt me een fles aan, en hulp uit een naburig dorp. Kan wel een paar uur duren want het is middag en dan is de garage dicht.

Terwijl ze opnieuw wegstuift ga ik zitten in de schaduw van de wagen en zet ik het op een drinken. De dorst blijft.

Eindeloos veel later stopt een tweede wagen, een jongeman met een lullig snorretje deze keer.

Ik doe opnieuw m’n verhaal in de hoop iets te drinken te scoren en ook hij diept een fles rode wijn uit zijn koffer. Hij belooft binnen anderhalf uur terug te zijn met hulp alvorens hij wegvlamt richting einder.

Uren verstrijken. Eens de eerste fles bijna soldaat is gemaakt stopt een kleine auto met twee jonge vrouwen. Ze vragen of ik de weg weet. In gebrekkig Frans leg ik hen uit dat ik in panne sta. Ze kijken me beteuterd aan en zeggen dat ze verdwaald zijn.

Ik nodig hen uit om de tweede fles te delen. Bij zonsondergang zitten we nog steeds op hulp te wachten.

“Denk je dat er ooit hulp komt?” vragen ze, en ik trek m’n schouders op. Elke Fransman die passeerde gaf me wijn om het wachten te verzachten. Alles wat ze vertellen over het leven als God in Frankrijk is waar.