Schrijfster Ann De Craemer heeft een passie voor wandelen en fotografie. Elke week maakt ze in Tielt een beeld waarover ze haar gedachten deelt.
Als we door onze straten lopen, richten we de blik meestal vooruit. Of opzij, om te zien wat de etalages te bieden hebben. Sinds ik elke dag een (avond)wandeling maak door Tielt kijk ik vaak omhoog. Naar de gevels van huizen of gebouwen, waarvan het me telkens weer opvalt hoe weinig aandacht ik daar vroeger aan heb besteed. Dat is jammer, want onze stad herbergt prachtige historische gevels die de blik omhoog meer dan verdienen.
De mooiste gevel van Tielt vind ik die van het ING-kantoorgebouw, waar vroeger ‘de grote post’ was gehuisvest. Het is een gebouw dat qua schoonheid tientallen malen de spuuglelijke ‘nieuwe grote post’ in de Beernegemstraat overtreft.
Een bezoek aan de post vond ik als kind altijd een avontuur. Terwijl mijn moeder in de wachtrij aan het loket stond, ging ik aan een van de tafels zitten waar je je brieven kon frankeren. Twee dingen trokken daar steeds weer mijn aandacht: een pen die aan een glimmend metalen draadje vastzat en een rond groen doosje waarin een feloranje sponsje stak. Met dat sponsje kon je je postzegel bevochtigen, zodat je er niet aan hoefde te likken – al deed ik dat laatste eigenlijk wel graag. Had mijn moeder brieven om te posten, dan vroeg ik haar of ik de postzegels mocht plakken en deed ik dat net als de grote mensen met het oranje sponsje.
Ik heb heimwee naar de post van toen, niet alleen naar het majestueuze gebouw dat ook vanbinnen stijl en klasse uitstraalde, maar naar de tijd waarin we elkaar postkaarten en brieven stuurden. Alles wat we nu willen meedelen, gebeurt via mail of WhatsApp. Vroeger moest je nog moeite doen om je bestemmeling te bereiken: een vel papier nemen, daarop je zinnen neerpennen, een postzegel plakken en naar het dichtstbijzijnde postkantoor wandelen. Alleen al de tijd die dat in beslag nam, toont hoe snel we geëvolueerd zijn van een maatschappij waarin we net de tijd konden némen om dat soort dingen te doen, terwijl nu alles snel-snel-snel moet gaan: een besteld pakje kan de dag zelf al geretourneerd worden.
Als gisteren herinner ik me de opwinding wanneer ik wachtte op een brief. Een liefdesbrief bijvoorbeeld van de eerste jongen die mijn hart veroverde: Dries. Hij woonde in Aarsele, maar dat was te ver om als dertienjarige alleen naartoe te fietsen. Ik had het trouwens niet gemogen van mijn ouders, dus schreven we elkaar ellenlange brieven. Zodra ik de postbode hoorde, rende ik naar de gang. Zag ik het handschrift van Dries, dan ging mijn hart sneller slaan. Dat gevoel heette verlangen – een emotie die wat aan het verdwijnen is uit onze hedendaagse gevoelswereld, want alles kunnen we meteen met een muisklik of de simpele aanraking van een schermpje bereiken. Daarom: laat het verlangen van vroeger herleven en stuur iemand nog eens een échte, handgeschreven brief. Er zijn weinig dingen waarmee je zo goed kan bewijzen hoeveel iemand voor jou betekent.
Tielt Gespot
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier