Op de site Busseboom langs de St.-Jansstraat werden woensdagnamiddag de monumenten voor de Chinese arbeiders die daar sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog ingehuldigd.
De eerste Chinezen werden in 1916 aangeworven door de Fransen. Zowat 40.000 Chinezen werkten voor hen. Tussen 1917 en 1920 werkten 95.000 Chinese arbeiders voor het Britse leger. Ze werden ingezet achter het front, voor het aanleggen van spoorwegen, het laden en lossen van munitie en het herstel van wegen. Na de oorlog werden ze ingeschakeld bij het opruimen van de slagvelden. Zeker 2.000 Chinese arbeiders kwamen hierbij om.
In totaal kwamen in de Poperingse kampen meer dan vijftig arbeiders om, van de 12.000 die er gelegerd waren. Op het gehucht Busseboom was een ook Chinees kamp gevestigd. Op 15 november 1917 stierven daar dertien arbeiders in een Duits bombardement. Ze werden eerst ter plaatse begraven, en later overgebracht naar een kerkhof in het Franse Belle.
In Vlaanderen liggen vandaag 86 Chinese arbeiders begraven. Zestig daarvan zijn terug te vinden in Poperinge, waarvan 35 op Lijssenthoek.
De monumenten bestaan uit een beeldengroep van drie, en een shelter met daarin het beeld van een Chinese sjouwer. De totale investering voor de site bedraagt 120.000 euro. De Poperingse monumenten zijn de enige in Europa.
De erg druk bijgewoonde inhuldiging en kransneerlegging gebeurde in aanwezigheid van ondermeer de ambassadeurs van China en het Verenigd Koninkrijk, provinciegouverneur Carl Decaluwé, burgemeester Christof Dejaegher en het schepencollege.
(AHP-Foto MD)
Eerste Wereldoorlog
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier