Op een pluimveehouderij in Stuivekenskerke, deelgemeente van Diksmuide, is donderdag vogelgriep van het type H5 vastgesteld. Rond de nieuwe haard werd een tijdelijke bufferzone van 3 kilometer ingesteld. Verder onderzoek heeft nu uitgewezen dat het om een laag pathogene variant gaat. De tijdelijke bufferzone van 3 kilometer rond de haard wordt aangepast naar 1 kilometer, meldt het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV).
De besmettingen werden vastgesteld in een braadkippenbedrijf waar een licht verhoogde sterfte onder het pluimvee werd opgemerkt. Om een verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, geldt er een tijdelijke bufferzone van 3 kilometer. Indien verdere resultaten uitwijzen dat het om een hoog pathogene variant gaat, zullen de maatregelen worden uitgebreid, aldus het FAVV. De “80.000 kippen van het bedrijf werden afgemaakt”, vertelt Marc Deprez, schepen van Dierenwelzijn in Diksmuide.
De nieuwe besmetting brengt het aantal besmettingen bij pluimvee met het vogelgriepvirus H5 in ons land op drie. Eerder werd de hoogpathogene variant vastgesteld op een pluimveehouderij in Menen en bij een hobbyhouder in Dinant. Verder zijn ook besmettingen vastgesteld bij wilde vogels op een tiental locaties in West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. In heel het land blijft de ophokplicht van pluimvee gelden, ook voor particulieren, benadrukt het FAVV.
In Menen is woensdagnacht het beschermingsgebied (3 km rond de haard), dat op 26 november werd ingesteld, versmolten met het toezichtsgebied (10 km rond de haard). Dit toezichtsgebied zal naar alle verwachtingen kunnen worden opgeheven in de nacht van 25 op 26 december. Het blijft belangrijk dat de professionele bedrijven de bioveiligheidsmaatregelen goed opvolgen, aldus het FAVV. Het vogelgriepvirus dat momenteel circuleert is niet overdraagbaar op mensen. De consument loopt geen enkel risico. Het vlees en de eieren van pluimvee kunnen in alle veiligheid worden geconsumeerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier