De ‘held’ van Dominique: 24 uur uit het leven van piloot Anthony Caere in Congo
Hij jaagt dagelijks op stropers en rebellen in een van de gevaarlijkste gebieden ter wereld: het Virunga National Park in de grensstreek tussen Congo, Rwanda en Oeganda. Met dagelijks gevaar voor eigen leven speurt Anthony Caere vanuit zijn vliegtuigje naar illegale activiteiten. Geen dag is er ooit hetzelfde, maar toch wil de avonturier een poging doen om ons een idee te geven van hoe het er in dat wondermooie broeinest van geweld aan toegaat. “Tegenslagen zijn er genoeg, elke dag, maar dit is waar ik als kind van droomde.”
Dit artikel verscheen in de unieke De Krant van West-Vlaanderen van 16 september 2022, met gast-hoofdredacteur Dominique Persoone. Puur, authentiek en met een vleugje rock & roll startte hij aan het avontuur. Ook benieuwd hoe de ideale krant eruit ziet voor de Brugse chocolatier met een gouden hart?Abonnees ontdekken het hier.
05.00 uur
“Ik leef hier met de zon. Het Virunga National Park ligt pal op de evenaar, wat dus betekent dat de zon hier om vijf uur opkomt en we helemaal leven volgens het ritme van de zon. Vroeg uit de veren dus. De dag starten doe ik met een koffie en een chocolaatje. Van Dominiques chocoladefabriek in Virunga, uiteraard. Maar ook de koffie maken we hier helemaal zelf, volledig duurzaam en met een zo groot mogelijke return voor de lokale boeren. Ik woon in een leeftent, compleet met bed, bureau en zelfs een relaxzetel van de Ikea. (lacht) In ons kamp zijn er ook containers, waar we een soort van ontbijtbar hebben ingericht. Daar eet ik dan mijn eitje, met een simpele boterham en wat confituur. Met zicht op de opkomende zon boven de heuvels. Na al die jaren in Afrika blijft dat toch altijd een speciaal moment.”
07.28 uur
“Na het ontbijt is het tijd voor de briefing van de piloten. Ik sta aan het hoofd van de Virunga Air Wing, zeg maar de luchtcomponent van het natuurpark. Ik heb hier ondertussen een aantal Congolese piloten opgeleid. Die zijn volledig klaar met hun opleiding, alleen moeten ze nog een aantal vlieguren opdoen om toegelaten te worden voor de verzekeringen om solo te mogen vliegen. Zij krijgen om 7.30 uur een briefing over de missies die we gaan doen in de voormiddag, met welk vliegtuig en met welke instructeur ze op pad zullen gaan. Die missies zijn voornamelijk patrouillevluchten. We gaan op zoek naar rooksporen want de stropers roken het vlees van de dieren die ze ’s nachts geschoten hebben. We checken ook waar er illegaal aan landbouw wordt gedaan of waar ze turf steken om houtskool te maken. Dat is een business van 35 miljoen dollar per jaar. Er zijn ook logistieke missies: personeel vervoeren bijvoorbeeld. Of we vliegen rond met onze mapping-instrumenten, om haarscherpe kaarten van het gebied te maken. Never a dull moment.”
12.07 uur
“Tegen de middag landen onze zeven vliegtuigjes opnieuw voor het middageten. Dat is meestal rijst met bonen. Of bonen met rijst. Of een variatie daarop. En bakbananen. Erna doe ik wat administratie: facturen voor brandstof betalen, personeel uitbetalen, logboeken bijhouden. We hebben ook 17 airstrips (kleine landingsbanen, LK) die moeten onderhouden worden. Ook het bijhouden van alle vergunningen voor de piloten en vliegtuigen is dagelijks aan de orde. En visums regelen voor allerhande zaken want we hebben personeel van overal in de wereld en er moeten ook regelmatig goederen gecleared worden voor transport. Ik heb al de gekste dingen vervoerd. Onlangs bracht ik twee baby chimpansees naar een opvangtehuis, maar ik heb ook al exotische schildpadden en maraboes (een gigantische ooievaarsoort, LK) vervoerd. Ooit lag er in mijn vliegtuig zelfs voor een half miljoen dollar aan ivoren slagtanden die in beslag genomen waren. En geconfisqueerde wapens en gearresteerde rebellen of stropers, die vervoer ik ook.”
14.34 uur
“Terug de vliegtuigen in voor nieuwe patrouilles. Die kunnen soms best gevaarlijk zijn. De M23-rebellen (Beweging van 23 maart, een militaire rebellengroep, red.) zitten hier en zorgen voor heel wat problemen. Ooit hebben ze ’s nachts mijn kat ontvoerd en opgegeten. Haar nekbandje lieten ze achter aan de poort, als een waarschuwing om mij af te dreigen. Regelmatig zitten er ook kogelgaten in onze vliegtuigen. Gemiddeld verliezen we acht parkrangers per jaar. Vermoord. Elke maand hebben we één à twee medische evacuaties. Dat zijn dan collega’s die neergeschoten werden en zo snel mogelijk naar een ziekenhuis moeten. Ook die vluchten verzorg ik. Dit is oorlogsgebied, hé. Ons vliegveld is ook al aangevallen geweest, met zware mortieren. Eén zo’n projectiel is op een schooltje naast het vliegveld beland. Vier kinderen dood.”
“En dan zijn er nog de bijna dagelijkse aanvallen van stropers. Helaas hoort dat er allemaal bij. Je moet hier de knop omdraaien, anders word je depressief. Mijn baas Emmanuel (prins de Merode, red.) is daar een krak in. Hij ziet altijd het positieve in de dingen. Dat probeer ik ook te doen. Ik droomde er als kind van om te vliegen en met beesten te werken. Hier kan ik dat doen. Zo vrij mogelijk zelfs. Ik vlieg op boomtophoogte of soms met mijn wielen in het water. Als je dat in België doet, ben je je licentie kwijt. Ik vlieg elke dag op een van de mooiste plekken ter wereld. Ondanks alle tegenslagen – na een crash hebben ze eens mijn gezicht volledig moeten reconstrueren – ben ik hier gewoon doodgraag.”
18.13 uur
“De zon gaat onder en dat gaat hier razendsnel. We zorgen dat we ten laatste tegen kwart na zes geland zijn en dan doen we de inspectie van de vliegtuigen. Een lampje dat niet brandt, een sensor die niet werkt, maar ook kogelgaten herstellen. Dat doen we in een hangar, waar we volledig off-grid werken. Dankzij de zonnepanelen die we hier hebben. Als ik hoor wat ze dezer dagen in België voor energie betalen, is dat een luxe. Energiefacturen hoef ik hier niet te betalen. (lacht) Ik heb hier elke dag vers water en eigen energie. Meer heb ik niet nodig. Maar het gevaar loert hier om elke hoek. Zijn het de stropers of de rebellen niet die je bedreigen, dan kan je ook nog doodgaan door een vliegtuigcrash, door een van de actieve vulkanen, door de gasbellen onder het Kivu-meer, de gevaarlijke airstrips waar je landing direct perfect moet zijn of je bent er geweest, door het onvoorspelbare weer of door de wilde dieren. Een paar dagen geleden kom ik in mijn badkamer en lag er een groene mamba aan mijn wc-pot. Of eigenlijk stond, want de slang stond al een halve meter hoog, klaar om aan te vallen. Niet goed.” (lacht)
20.00 uur
“Terug in mijn tent ga ik voor het slapengaan nog eventjes op het internet mijn sociale media checken en ik volg ook nog het Belgische nieuws. De band met België behoud ik dus wel nog, al ben ik hier al negen jaar aan de slag. Elk jaar ga ik een maand naar huis om mijn ouders te bezoeken. Ik schrik er dan altijd van dat ik er met mijn fiets kan rijden zonder bodyguards of rangers rond mij. (lacht) Afrika verlaten, dat zie ik me niet meer doen. Ik zou in een zwart gat vallen. Natuurlijk ben ik hier soms bang. Wie niet bang is, die liegt of is roekeloos. Angst is een goede raadgever. Het zorgt ervoor dat je geen onnodige risico’s neemt. Wie hier niet af en toe bang is, heeft een paar vijzen te kort. Ooit wil ik wel nog eens met neushoorns werken, in Zuid-Afrika. Het neushoornbestand wordt echt acuut bedreigd. Als je die wil beschermen, moet je ook ’s nachts vliegen. Dat wil ik wel nog eens doen. Maar alleen als het hier in Virunga perfect draait. Ik ga mijn kindje alleen achterlaten als ik honderd procent zeker weet dat het in goede handen is en volledig autonoom kan draaien.”
Anthony Caere in het kort
De 41-jarige piloot Anthony Caere is afkomstig uit Oostkerke bij Damme. Nadat hij tien jaar op de luchthaven van Oostende werkte, kreeg hij in 2014 de kans om voor het VRT-programma Flying Doctors met drie artsen-in-opleiding naar Congo te vliegen. Caere bleef er hangen en kreeg er van de Belgische prins Emmanuel de Merode een job aangeboden in het Virunga National Park. Daar bouwde hij als chief pilot de luchtafdeling van het park verder uit, zorgde hij voor extra vliegtuigen en leidde hij piloten op. In 2017 maakte Anthony een zware crash bij het opstijgen in zijn Cessna. Na diverse operaties in Afrika en Europa, waarbij zijn hele gezicht gereconstrueerd moest worden, keerde hij terug naar Congo om er zijn werk voort te zetten. In 2016 kreeg hij samen met Emmanuel de Merode de Albert Schweizer Prize, een erkenning voor het risicovolle werk dat het duo verricht in een van de mooiste maar tevens gevaarlijkste gebieden op de planeet. (LK)
De Krant van Dominique
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier