“Als de mussen niet meer tsjilpen, dan moeten we daar mee bezig zijn”
Peter Bossu breekt in deze column een lans voor het beschermen van het mussenbestand, in een poging om het biologisch evenwicht niet nog meer te verstoren dan de beschaving nu al heeft gedaan.
Een maand geleden was het terug het Vlaams Vogeltelweekend van Natuurpunt. Nooit eerder namen zoveel mensen (28.086) deel aan het tellen van vogels in hun tuin en zowat in dezelfde periode bereikte Natuurpunt de kaap van 100.000 leden. Als dat geen getallen zijn die tonen dat de Vlaming bezig is met en bezorgd om natuur en leefmilieu…
De ringmus, die vroeger in haast elke plattelandstuin werd gezien, is er sterk op achteruitgegaan. Hun broedbestand verloor de laatste 10 jaar zo’n 70 tot 90 procent. De vogel staat in de Rode Lijst van bedreigde flora en fauna nu felrood te blinken in de categorie ‘Ernstig bedreigd’. Er is maar één slechtere categorie: ‘regionaal uitgestorven’. In de categorie ‘Kwetsbaar’ we vinden de huismus. Het is opvallend dat grote concentraties broedende huismussen vandaag eerder uitzondering zijn dan regel. Net die grote bolwerken waren belangrijk. Ze boden zekerheid en geborgenheid. Op plaatsen waar er slechts één of enkele koppeltjes aanwezig zijn, is de kans op het volledig verdwijnen uiteraard veel groter.
Frietjes met mus
Vogeltellingen en wetenschappelijk onderzoek in de natuur leren ons ook waardevols over de toestand van die natuur. Zo zien we spijtig genoeg jaar na jaar dat het aantal ring- en huismussen sterk aan het verminderen is. Dat een vroeger zeer algemene soort als de mus zwaar onder druk komt is op zich een alarmsignaal over de kwaliteit van de Vlaamse natuur en de grote nood, de enorme roep van de natuur om meer, beter en gedurfder natuurbeleid.
Als ik het bovenstaande vertel aan vijftigers en zestigers uit mijn familie en kennissenkring, dan fronst men vaak de wenkbrauwen en is men ook verbaasd. Velen vingen in hun jeugd met een eenvoudig net, gemaakt van vier oude latten en een stuk kippengaas, of schoten met een simpele luchtkarabijn, net als zoveel andere plattelandsjongens, massa’s mussen. Gewoon voor de fun en ook om er de zaterdag bij een pot frieten een paar gebakken achter de kiezen te schuiven. Nu klinkt zoiets raar en bij sommigen wellicht zelfs barbaars. Toen niet, want overal waar je kwam zaten mussen. Op de velden kon je er groepen van honderden zien. Waar er ook maar een gat in de muur of een plekje tussen de pannen te vinden was, kroop er een koppeltje mussen weg om er een nest te bouwen. Geen vogel was zo algemeen als de mus en zelfs de biologen hadden nauwelijks in de gaten dat het aantal mussen zo sterk aan het verminderen was. De mus was zo gewoon dat de vogel zelden aandacht kreeg. De Vlaamse natuurbeweging zag dat gelukkig wel en kwam in actie.
De parabel van de Chinese mus
Eigenlijk zou de zware achteruitgang van de mus een veel grotere lamp moeten doen branden bij wetenschap, beleid en burger. We hebben het niet over de bescherming van een zeldzame pinguïnsoort, arend, walvis, panter of neushoorn: we spreken over de mus, die tot voor een tiental jaar terug massaal voorkwam. Waar men ook woonde, wandelde, fietste of wat dan ook deed, men zag en hoorde mussen. Plots is deze vogel zo achteruitgegaan dat de regering beschermingsmaatregelen moet nemen. Voor mij is dat pas een signaal dat er zaken fundamenteel verkeerd lopen met ons leefmilieu en het beheer van de open ruimte. Als de mussen niet meer tsjilpen, dan moeten we daar mee bezig zijn. We moeten zoeken wat de oorzaken zijn en daar iets aan doen. Als we dat durven, zou wel eens duidelijk kunnen worden hoe belangrijk de beslissing om de mussen te beschermen wel is.
Op zoek naar meer informatie over wat de mens allemaal met mussen uitspookt, las ik in een boek een interessant stuk over mussen in het China van Mao. China is natuurlijk Vlaanderen niet, maar het zegt wel veel over de grote gevolgen door het verdwijnen van een klein, eenvoudig vogeltje als de mus. Het zou een parabel kunnen zijn: in april 1958 werden drie miljoen Chinezen gemobiliseerd om in drie dagen tijd en met alle mogelijke middelen – schieten, vangen, vergiftigen, lijmen, de vogels opjagen en in de lucht houden tot ze bezwijken – met de mussen af te rekenen. Volgens een verslag werden alleen al rond de stad Peking zo’n 800.000 (ring-)mussen gedood. De daaropvolgende jaren verdween de mus bijna volledig uit China. De gevolgen waren dramatisch: verschillende insectenplagen vernietigden hele oogsten. Pas dan realiseerde men zich dat door het verdwijnen van de mussen een belangrijk biologisch evenwicht verstoord werd. De mus werd van alle blaam gezuiverd, er ontstonden beschermingscampagnes en aan de mus worden in het Chinese volksgeloof tal van wonderlijke gaven toegedicht…
Tips over vogels, voederen of vogelvriendelijke tuinen vind je opwww.natuurpunt.be/vogelvriendelijketuin
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier