Trouwe lezer Valère Prinzie: “Ik zag De Zeewacht evolueren van stads- naar regiokrant”

Valère Prinzie met de zwartwitkrant van 7 december 1951 en die van 10 december 2021. Tussen beide edities verschenen zo’n 3500 ‘Zeewachten’ en ligt 70 jaar leesplezier. © ML
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

De Zeewacht reist al 70 jaar mee in het curriculum van Oostendenaar Valère Prinzie (80), die tot op vandaag een trouwe lezer is.

De connectie tussen Valère en De Zeewacht begon zelfs al vroeger, want zijn latere levenspartner Liliane Vandenbroucke groeide als ukje op in het conciërgegezin bij de familie Elleboudt op de hoek van de Christinastraat en de Van Iseghemlaan. “Zelf ben ik De Zeewacht beginnen lezen begin jaren vijftig, toen ik naar het Onze-Lieve-Vrouwcollege ging. De vrijdagmorgen, na de verplichte mis in de Konterdamse parochiekerk, doorbladerde ik, voor ik naar school trok, vlug de pas verschenen editie.”

“Eerst bekeek ik de filmpagina: welke nieuwe films draaiden ze in de Ideal dicht bij onze deur, en ook in ’t stad. De filmrecensies van hoofdredacteur Jo Deensen waren top. En de banvloek van de katholieke filmkeuring, Kinderen Niet Toegelaten, heb ik een paar keer omzeild. Maar even goed was ik geïnteresseerd in de uitslagen van de kaarting of de duivenmelkerij in onze wijk. Net als in de uitslagen van het Végé of den As.” Nadat iedereen het blad gelezen had, werd De Zeewacht opgestuurd naar een oom in Brussel.”

Kleinere stukken

Na zijn legerdienst gaat Valère als 20-jarige aan de slag in de winkel van het metaal- en motorenbedrijf Valcke in de Kapellestraat en kort daarop in de Internationale Boekhandel om uiteindelijk 33 jaar als bibliotheekmedewerker te werken. “Een van mijn vele taken was het halfjaarlijks inbinden van tijdschriften, waaronder De Zeewacht.”

In 2000 verhuist de stadsbibliotheek van het Feest en Kultuurpaleis naar een nieuw onderkomen. Ook Valère Prinzie vond zijn plaatsje tussen het gestapelde en ingebonden Oostendse nieuws van de voorbije 100 jaar.
In 2000 verhuist de stadsbibliotheek van het Feest en Kultuurpaleis naar een nieuw onderkomen. Ook Valère Prinzie vond zijn plaatsje tussen het gestapelde en ingebonden Oostendse nieuws van de voorbije 100 jaar. © GF

Valère, die zich in de voorbije decennia ontpopt heeft tot een erg talentvol fotograaf en beeldchroniqueur van de snel transformerende openbare stedelijke ruimte en het bouwkundig erfgoed, constateert: “Vandaag zijn de grote lappen tekst en de niet zo scherpe en kleine zwartwitfoto’s van weleer ingeruild voor erg volumineus en niet altijd professioneel geschoten beeldmateriaal in kleur en relatief kleinere stukken. De vroegere stadskrant werd een regioblad met provinciale allure en De Zeewacht, nu een middenkatern van De Krant van West-Vlaanderen, brengt nieuws van Knokke tot De Panne.”

Tot vandaag blijft Valère een trouw De Zeewacht-lezer. “Ik ben geabonneerd en haal trouw elke vrijdag mijn exemplaar op in de krantenwinkel.”