Fons Roets schrijft al 41 jaar voor De Zeewacht: “Mensen in de krant krijgen, daar doe ik het voor”
Fons Roets (71) is in Oostende al jaren een van de bekendste Zeewacht-gezichten. Half november dreigde aan zijn 41-jarige loopbaan als medewerker bij onze krant een einde te komen, toen hij na een val in een gracht lelijk toegetakeld in het ziekenhuis belandde. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan… Fons herstelde en schrijft vanaf deze week toch weer mee aan De Zeewacht. “Ik zou het contact met de mensen missen”, zegt hij. “Die rekenen op me, want ze blijven bellen.”
“Ik heb veel geluk gehad”, zucht Fons een kleine maand na het ongeval. Geplaagd door computerproblemen bij een opdracht voor de krant keerde hij op een zaterdagavond in november nog eens terug naar de sterrenwacht Astropolis aan de Duinkerkseweg. Op weg van zijn wagen naar de sterrenwacht maakte hij in de duisternis een lelijke val in een gracht. “Ik bleef bij bewustzijn, kon zelf weer naar boven kruipen en reed zelfs met mijn wagen weer naar huis. Waar mijn vrouw prompt de ambulance opbelde.”
In al zijn ellende dacht Fons er eerst aan om pen en fototoestel definitief neer te leggen. Maar hij herstelde vlot van de verwondingen in zijn gezicht en mocht na een dikke week het ziekenhuis verlaten. Deze week voelt hij zich voldoende hersteld om weer aan de slag te gaan. Fons blijft het nieuws dus nog een tijdje op de voet volgen.
Onderwijzer
“Ik werd op 10 augustus 1950 in Beernem geboren”, vertelt Fons. “Ik studeerde voor onderwijzer aan de normaalschool van Blankenberge en daar leerde ik mijn latere Oostendse echtgenote Monique Hoorelbeke kennen. We trouwden in 1975 en vestigden ons in Oostende. Ik kende de stad al lang, want ik deed in het seizoen een vakantiejob bij de Kusttram en voetbalde hier toen al, iets wat ik deed tot mijn 68ste. Had ik toen geen trombose gekregen, ik shotte nog altijd.”
Fons en en Monique kregen twee kinderen, Cindy en Nick, en zijn de grootouders van Kyani en Elena en de plus-grootouders van Eva en Wulan. Ze stonden allebei 38 jaar voor de klas, waarvan Fons 30 jaar bij kinderen met een beperking in het MPIGO De Vloedlijn aan de Maurits Sabbestraat. Zijn loopbaan bij De Zeewacht begon eerder domweg in 1980.
Duivel-doet-al
“Ik schreef in die tijd gedichten en was lid van de Oostendse Kunstgilde. Ik ging eens naar een voordracht van die vereniging over het Beleg van Oostende. Ik kende fotograaf Marc Van Middelem en die vroeg me of ik geen stukje wou neerpennen bij de foto die hij voor De Zeewacht had gemaakt. Dat stukje was blijkbaar niet slecht, want toenmalig hoofdredacteur Jo Deensen vroeg me eens langs te komen in zijn kantoor aan de Rogierlaan. Hij vroeg me of ik nog meer wou schrijven voor de krant. Zo rolde ik er letterlijk in. Ik schreef van alles: sport- en verenigingsleven, maar ook familie- en stadsnieuws, politiek, interviews met boeiende mensen… Ik schreef ook vele jaren op rijm de satirische rubriek Boembas met een tekening van Willy Bosschem.”
“In het begin schreef ik vooral over kunsttentoonstellingen, soms op rijm. Maar het duurde niet lang voor ik ook schreef over voetbal en andere sporten en over Oostendenaars die ik kende. Nog in 1980 begon ik ook te interviewen en te presenteren bij Radio Noordzee, iets wat ik vijf jaar gedaan heb. Ik ben zelf geboren en getogen in een café en raakte in 1983 betrokken bij de eerste Oostendse snookerclub in café Noordzee op het Wapenplein. De voorzitter van die club werkte bij Het Laatste Nieuws. Zo begon ik ook voor die krant te schrijven, iets wat ik pas vorig jaar gestopt ben.”
“Op de radio was ik wekelijks vier uur te horen met veel muziek, nieuws en sport”, verrtelt Fons. “Ik interviewde grootheden als Fats Domino, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis, James Last, Freddy Breck, Dalida, Nana Mouskouri, Gilbert Becaud, Ray Charles, Petula Clark, Adamo, Rob De Nijs, Peter Koelewijn… naast Will Tura, Marva, Willy Sommers en een hele reeks Vlaamse muziek- en sportvedetten. Ik hielp er ook Lucy Loes populair worden door haar dikwijls uit te nodigen in Radio Galaxi op zondagnamiddag.”
Lionel Messi
Fons combineerde dat allemaal met zijn onderwijsopdracht en klopte dus vele uren. “Ik trok soms wel eens een nachtje door, ja”, bekent hij. “Alles moest de maandagochtend klaar zijn. Maar ik gaf altijd heel graag les en was ook graag met de kinderen bezig. Zeker 20 jaar heb ik niet boven de 100 moeten rekenen, ook al waren mijn leerlingen tien- tot twaalfjarigen. De laatste vier jaar van mijn loopbaan, van 2006 tot 2010, was ik leerkracht muziek. Zingen, blokfluit spelen, dansjes doen… Ja, dat kan ik ook. Ik schreef trouwens liedjesteksten voor onder meer Will Tura en de Brugse Strangers. Met wat meer tijd had ik misschien wel meer liedjes geschreven.”
“Het is een druk leven geweest, maar ik heb het altijd graag gedaan. Met goedkeuring van mijn vrouw”, beklemtoont Fons. “De laatste jaren helpt ze me veel bij de teksten en uitslagen. Door het werk voor de krant en de radio leer je enorm veel mensen kennen. Overal waar ik kom, zijn er mensen die weten wie ik ben. Soms komt dat wel goed van pas, zoals in september toen ik Lionel Messi kon fotograferen toen hij op de Oostendse luchthaven van het vliegtuig stapte. Via een kennis raakte ik als enige journalist op de tarmac.”
“Twintig jaar lang schreef ik voor De Zeewacht de ‘jeugdmatch van de week’. Ik liet de beste speler van elke ploeg nog eens apart van het woord en er zijn er velen die daardoor carrière gemaakt hebben. Want de andere ploegen lazen dat ook. Ik denk aan Johnny Nierinck, die profvoetballer werd bij KV Oostende en Cercle Brugge. 35 jaar presenteerde ik ook loopwedstrijden, waarvan 32 jaar de wedstrijden van het Oostends Loopcriterium.”
60.000 foto’s
“Uiteraard is het schrijven voor De Zeewacht enorm veranderd. In het begin moest je je teksten insturen op papier met gaatjes aan beide zijkanten. Later moesten we faxen. Het heeft lang geduurd voor we een computer kregen. De foto’s evolueerden van zwartwit naar kleur en sinds 2004 fotografeer ik alles digitaal. Dat gaat natuurlijk veel sneller. Voorheen ontwikkelde ik mijn foto’s meestal zelf. Om een filmpje op te gebruiken ging ik vaak foto’s maken van straten en pleinen in Oostende. Zo heb ik daar ook een enorm archief van. Ik zit al van in het begin op Facebook en deel daar de foto’s die ik niet kan gebruiken in de krant. Ik plaats er nu ook veel archieffoto’s. Je vindt er wel 60.000 foto’s op mijn Facebookpagina.”
“Ik heb drie keer chance gehad”, vertelt Fons. “In mijn jeugdjaren nam ik, als nar verkleed, deel aan een carnavalsstoet. Ik dronk twee pinten en ik kàn niet drinken. Ik sprong van de kar, maakte een valpartij en werd wakker met negen draden in mijn hoofd. Sindsdien drink ik geen druppel meer en eet ik zelfs geen praline met drank in. Monique heeft mij nooit zien drinken. Enkele jaren later, als student, miste ik mijn trein en mocht ik mee in de auto van een trammachinist. Maar die man was dronken en reed plots het kanaal Oostende-Brugge in. We gingen overkop, maar raakten allebei uit de auto. En de laatste keer was bij mijn ongeval enkele weken geleden. Voor hetzelfde geld verloor ik het bewustzijn en had niemand me gevonden. Ik twijfelde even, maar wil toch nog niet stoppen met De Zeewacht. Foto’s maken en mensen in de krant krijgen, daar doe ik het voor.”
125 jaar De Zeewacht
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier