Kerstmis zou een feest in het teken van vrede moeten zijn, maar net zoals 100 jaar geleden beleven ook vandaag vele mensen deze kerstdagen in mineur door oorlogen en aanslagen. Toch bleven ook in 1916 de mensen hoop koesteren dat er betere tijden zouden aanbreken.
André Gysel, voormalig leraar geschiedenis in Diksmuide en gids in de IJzervallei, schreef meerdere boeken over zijn passie voor de Eerste en Tweede Wereldoorlog. André Gysel stelt vast dat er in december 1916 geen hoop meer op kerstbestanden is zoals in de vorige twee oorlogsjaren.
Omdat de opperbevelhebbers razend waren toen hen verhalen ter ore kwamen zoals de legendarische voetbalmatch tussen Britten en Duitsers, vaardigden ze strenge maatregelen uit en dreigden ze zelfs met executie als er nog verbroederd zou worden met de vijand.
In onze regio is er het mooie verhaal van de Gouden Monstrans in Diksmuide op Tweede Kerstdag, waarbij een Beierse commandant een gouden monstrans, die hij had gevonden in een kolenkelder, op de dichtgevroren IJzer teruggaf aan de Belgen. Maar in de kerstperiode van 1916 zat de schrik er diep in voor de strafmaatregelen en is er zo goed als geen sprake meer van kerstbestanden.
De stemming aan het front zakt steeds dieper
De stemming aan het front zakt steeds dieper, het aantal doden stijgt, de leefomstandigheden zijn erbarmelijk. Gifgasaanvallen maakten honderdduizenden slachtoffers, de artilleriegevechten in de loopgraven worden niet gestaakt. Het Belgische Militair Tijdschrift ‘De Legerbode’ brengt nauwgezet verslag uit van de activiteiten aan het front en heeft vooral de intentie om de moreel van de soldaten op te krikken, maar al snel krijgt het magazine de bijnaam ‘De Leugenbode’. De soldaten kunnen alleen maar dromen van een warm, gezellig kerstfeest met familie.
Begin december is er volgens ‘De Legerbode’ niets bijzonders te vermelden aan het Belgisch front, maar in de loop van de maand valt er te lezen dat de artilleriegevechten toenemen in de regio Diksmuide, in de richting van het Sas, Ramskapelle en Steenstraete, aan beide kanten van de IJzer, en met bom- en granaataanvallen in de regio Diksmuide.
De Duitsers, die ‘s nachts in de mist probeerden door onze vooruitgeschoven posten te geraken, werden volgens de verslagen telkens teruggedreven. Half december wordt er melding gemaakt dat door het slechte weer de bedrijvigheid van onze vliegdienst wordt belemmerd, maar dat na een nachtelijke geslaagde actie boven Zarren al onze vliegtuigen ongedeerd waren teruggekeerd.
De tweede helft van december neemt de bedrijvigheid van artillerie en loopgraaftuigen toe en is er aanhoudend geweer- en mitrailleurvuur, en het rapport vermeldt dat de Belgische batterijen de vijandelijke linie aanzienlijke schade hebben toegebracht.
De laatste week van het jaar vermeldt het rapport dat de Duitse artillerie ‘tamelijk bedrijvig’ is geweest en de omgeving van Steenstraete, Lizerne, onze posten van de Yperlee, Kaaskerke en onze loopgraven vóór Diksmuide hebben gebombardeerd, maar dat de Belgische artillerie altijd krachtig en ‘doelzaam’ heeft geantwoord.
De poging van de vijand om onze luisterposten bij het Veerhuis te bemachtigen, zou ook zijn mislukt.
Kortom, de Duitsers zouden telkens de pan zijn ingehakt door onze soldaten, met behulp van 20 jachtvluchten van onze vliegeniers boven de vijandelijke linies.
(Myriam Van den Putte)
Eerste Wereldoorlog
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier