De Vlaamse regering schrapt twintig hectare bedrijventerreinen in de strijd tegen wateroverlast. Werkgeversorganisatie Voka stelt zich daar vragen bij. “We onderschrijven het belang van het klimaat- en waterrobuust maken van onze omgeving, maar we kampen nú al met krapte om te ondernemen” aldus Voka-directeur Bert Mons.
Vorig jaar duidde de Vlaamse regering voorlopig twintig watergevoelige openruimtegebieden (WORG) aan in West-Vlaanderen. Vlaanderen legt daarmee een feitelijk bouwverbod op in gebieden met een harde bestemming die een hoger overstromingsrisico hebben.
Daardoor zullen bijvoorbeeld gronden met de bestemming industrie, bedrijvigheid of wonen alleen nog voor bepaalde vormen van natuur, bos, recreatie of landbouw gebruikt mogen worden.Tijdens het openbaar onderzoek dat volgde op de voorlopige aanduiding, heeft Voka West-Vlaanderen bezwaar ingediend bij de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid.
“Eén van de belangrijkste aandachtspunten in ons bezwaarschrift is de noodzaak van een bewezen conflict tussen de verdere realisatie van de huidige bestemming van een gebied en de belangen van het watersysteem, vooraleer er een definitieve aanduiding als WORG kan gegeven worden”, stelt Bert Mons, directeur van Voka West-Vlaanderen.
Waterziek karakter
“Dit betekent dat er eerst zorgvuldig moet gekeken worden naar mogelijke plannen, projecten of beleidsmaatregelen die de watergevoeligheid van deze gebieden kunnen verbeteren. Indien eigenaars kunnen aantonen dat door gerichte plannen het waterzieke karakter verholpen kan worden, moet de Vlaamse regering daarmee rekening houden.”
“Vlaanderen voorziet een vergoeding voor watergevoelige gebieden die een bouwverbod krijgen. Alleen is onduidelijk hoeveel die zal bedragen” – Bert Mons, Voka
Voka West-Vlaanderen benadrukt dat de bewuste gebieden als signaalgebieden werden aangewezen. “Dit betekent dat sommige terreinen minder geschikt zijn voor verdere ontwikkeling van de huidige bestemming. Zo geldt binnen signaalgebieden al een verscherpte watertoets, wat het verkrijgen van vergunningen voor economische activiteiten bemoeilijkt. Als op basis van waterdicht bewijs blijkt dat een gebied slecht gelegen is voor de ontwikkeling van bedrijvigheid, kan dit ‘geneutraliseerd’ worden. Dit betekent dat je dit bedrijventerrein schrapt, maar de oppervlakte op beter gelegen locaties compenseert.”
Een aanduiding als WORG brengt een bouwverbod met zich mee en vermindert de waarde van een perceel. “Daarom voorziet Vlaanderen voor een vergoeding. Op vandaag is het echter onduidelijk hoeveel die zullen bedragen. Pas na de definitieve aanduiding kunnen eigenaars een aanvraag opstarten. Deze situatie brengt de rechtszekerheid van eigenaars in het gedrang.”
Tekort aan bedrijventerreinen
Een andere opmerking die Voka maakt, gaat over de totale ruimteboekhouding. “Die geeft aan dat ook ondernemingen worden getroffen door de aanduidingen van WORG. Nu alle aangeduide gebieden principieel werden goedgekeurd, verdwijnt namelijk twintig hectare aan industrie- en bedrijventerreinen, vooral in midden- en zuid-West-Vlaanderen.”
“Alleen al in Izegem zou meer dan veertien hectare watergebonden bedrijventerreinen en overslaggebied niet meer ontwikkeld kunnen worden. Ondanks het feit dat zulke gronden essentieel zijn in het stimuleren van goederenvervoer via de binnenvaart, schrapt de Vlaamse regering op voorstel van de minister van Omgeving (Zuhal Demir (N-VA), red.) deze gronden met één pennentrek.”
“Alleen al in Izegem zou meer dan veertien hectare watergebonden bedrijventerreinen niet meer ontwikkeld kunnen worden. Terwijl er nu al een tekort van minstens 430 hectare is” – Bert Mons, Voka
Daarom heeft Voka West-Vlaanderen in het bezwaarschrift voorgesteld om planologische ruil toe te passen. Zo kan het verlies van elke hectare bedrijventerrein gecompenseerd worden. Dit principe is cruciaal om voldoende ruimte voor ondernemingen te kunnen blijven voorzien, gezien het bestaande tekort van minstens 430 hectare bedrijventerreinen in onze provincie.”
“Het is van essentieel belang dat er ook voldoende rekening gehouden wordt met de belangen van onze economie, naast de belangen van het watersysteem. Helaas heeft de Vlaamse regering alle voorlopig aangeduide bedrijventerreinen principieel goedgekeurd, zonder rekening te houden met de ingediende bezwaren van eigenaars en zonder rekening te houden met het tekort aan bedrijventerreinen in West-Vlaanderen.”
Demir reageert: “Deze gronden zijn al sinds 2017 als signaalgebied aangeduid, na beslissing van voltallige regering”
Minister Zuhal Demir beklemtoont dat het in dit dossier over gronden gaat die sinds jaar en dag bekend staan als overstromingsgevoelig gebied. “Gaan we daar nu echt nog verdere verharding en bebouwing toelaten? Om dan over vijf jaar te komen klagen dat het gebied onder water staat, zoals ook bijvoorbeeld vorig jaar op het bedrijventerrein van Diksmuide? Neen.”
“Al in 2017 werden deze gronden door de Vlaamse regering, op voorstel van Joke Schauvliege, aangeduid als signaalgebied met bouwvrije opgave. Zo zouden ze niet meer ontwikkelbaar zijn. Eigenlijk zijn ze dat nooit geweest, want ze zouden nooit een vergunning kunnen krijgen op basis van de watertoets.”
“Door de aanduiding als WORG kunnen eigenaars een vergoeding krijgen als ze dat wensen. Het gaat trouwens om een beslissing van de voltallige regering. Mét de goedkeuring van Open VLD en CD&V, dus.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier