Vissers mogen weer uitvaren richting Britse kust

De O.154 Wilmar van de familie Lepeire kan weer richting Britse wateren varen.©Peter MAENHOUDT Peter MAENHOUDT
De O.154 Wilmar van de familie Lepeire kan weer richting Britse wateren varen.©Peter MAENHOUDT Peter MAENHOUDT
Hannes Hosten

Het Verenigd Koninkrijk kende eindelijk licenties toe aan onze vissers om in de twaalfmijlszone voor de Britse kusten te vissen. Dat was overeengekomen in het Brexitakkoord, maar tot nu toe nog niet uitgevoerd. Toch blijven nog enkelen op hun honger zitten. Zo kreeg de Oostendse reder Willy Versluys nog geen licentie voor zijn O.582 Hombre, maar dat zou alsnog in orde komen.

We keren even terug naar kerstavond vorig jaar. Toen kwam er een moeizaam bevochten Brexitakkoord uit de bus. Voor de visserij werd overeengekomen dat Europese vissers die er vroeger al kwamen de komende 5,5 jaar in Britse wateren mogen blijven vissen. Ze geven wel een kwart van hun quota op en na die 5,5 jaar moet alles opnieuw onderhandeld worden.

De zone binnen zes mijl voor de Britse kust is het exclusieve terrein van Britse vissers. Voor de twaalfmijlszone de zone tussen zes en twaalf mijl van de kust konden onze vissers licenties aanvragen bij de Britse overheid. Die lieten enkele weken op zich wachten, maar vorige zaterdag liet Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits (CD&V) weten dat de licenties de dag ervoor waren toegekend. Zeventien vissers kregen het broodnodige papiertje, maar ondertussen blijkt dat vier anderen nog steeds wachten op toestemming.

Alle Belgische vissersvaartuigen kunnen op dit moment vissen in de Britse wateren, meer bepaald in de 200-mijlszone hebben alle Belgische vaartuigen een vismachtiging bekomen”, verduidelijkt minister Crevits. “Om dichter bij de kust actief te zijn, is er een vismachtiging voor de twaalfmijlszone nodig, die intussen aan 17 Belgische vissersvaartuigen werd verstrekt. Voor vier vaartuigen is die machtiging er nog niet. Onze ambitie is dat alle vaartuigen die het aangevraagd hebben, toegang kunnen bekomen. Ook voor die vier vaartuigen wordt daarom met de betrokken reders verder bekeken welke bijkomende elementen ze hiervoor op tafel kunnen leggen.”

Strikte voorwaarden

“De voorwaarden om een licentie te krijgen voor de twaalfmijlszone zijn erg strikt”, legt Emiel Brouckaert, directeur van de Rederscentrale, uit. “Zo moet je er eerder gevist hebben tussen 2012 en 2016. Nieuwere schepen kunnen ook een licentie krijgen, maar dan enkel als ze de licentie hebben overgenomen van een schip dat er in die periode viste. Dat werd grondig gecontroleerd en daarom was het even wachten.”

Sowieso zijn niet alle schepen in de twaalfmijlszone toegelaten. “De zone is voorbehouden voor Eurokotters, dat zijn schepen met een lengte van 12 tot 24 meter en een bepaald maximumvermogen”, weet Brouckaert. “Grotere schepen zijn enkel toegelaten als ze aan bordenvisserij doen, wat wij ook ‘plankenvisserij’ noemen. In de praktijk gaat het vooral over Belgische schepen die eigendom zijn van Nederlandse reders. Maar het blijven wel Belgische vaartuigen, met ook Belgen aan boord.”

Langoustines

Een van de reders die de licentie nog niet op zak heeft, is Willy Versluys voor zijn O.582 Hombre. “Het doet een beetje zeer. De Hombre en zijn voorganger, de Z.582 Assanat, visten altijd in de twaalfmijlszone. De Assanat is er in 2016 zelfs vergaan. En we zijn een plankenvisser. Waarom zouden we er niet verder mogen vissen?”, vraagt Versluys zich af. “Voorlopig kunnen we ons nog redden door op langoustines te vissen in het midden van de Noordzee. Ook in Britse wateren, maar niet in de twaalfmijlszone. Als het niet te slecht weer is toch.”

Willy Versluys kreeg nog geen licentie voor de twaalfmijlszone voor zijn O.582 Hombre.© Peter Maenhoudt
Willy Versluys kreeg nog geen licentie voor de twaalfmijlszone voor zijn O.582 Hombre.© Peter Maenhoudt

“De twaalfmijlszone is voor ons vooral belangrijk voor tong, pladijs en andere platvissen en in bepaalde periodes ook inktvis. Wij vissen zowat de helft van het jaar in de twaalfmijlszone, meer bepaald in het Kanaal aan de Engelse zuidkust en soms ook in het Bristolkanaal. Voor de iets kleinere schepen, die de grote dieptes niet halen, is dat toch een belangrijk gebied”, stelt Versluys.

Bureaucratie

Kurt Deman uit Knokke-Heist, reder van de Z.55 Goede Hoop, heeft zijn licentie wel op zak. En dat is niks te vroeg. “Wij visten voorlopig op garnaal voor onze kust, maar het is niet het seizoen daarvoor. De soep is de patatten niet waard. Waarom we zo lang hebben moeten wachten? De bureaucratie, hé. Ze weten nochtans perfect wie daar allemaal viste. Of misschien zijn ze er te laat aan begonnen. Er vertrokken deze week al Belgische schepen naar de twaalfmijlszone, maar wij blijven wellicht nog tot eind deze maand voor onze kust. Voor de Britse kusten vissen wij vooral op tong en rog, maar nu de horeca dicht is, verkopen die ook niet zo goed. Het is een beetje wikken en wegen. Het zijn moeilijke tijden.”

Johan Lepeire van de O.154 Wilmar is in 2021 nog niet gaan vissen. “We wachtten op deze licentie”, zegt hij. “We konden in de tussentijd op langoustines gaan vissen, maar dan moesten we zo’n 25.000 euro investeren in kreeftenkorven en aanpassingen aan boord. Waarom zoveel geld steken in iets wat je niet gewend bent, als je dan een maand later toch je licentie krijgt? Het is ingewikkeld allemaal, maar volgende maandag gaan we toch vertrekken. Wij zitten acht tot negen maanden per jaar in de twaalfmijlszone. Waarom we zo lang hebben moeten wachten? Het zijn Engelsen, hé. Goede mensen, maar ze aanvaarden geen dwang van Europa.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier