Rode Duivels eten Ieperse stuutjes en groentjes

Hendrik Durnez (links) en Dries Delanote zijn trots op hun aandeel bij de Rode Duivels.© TOGH
Hendrik Durnez (links) en Dries Delanote zijn trots op hun aandeel bij de Rode Duivels.© TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

De Rode Duivels zijn volop bezig met de voorbereiding voor het EK. Dat betekent niet alleen stevig trainen, maar ook gezond en evenwichtig eten. Op hun bord krijgen ze ook Ieperse producten. Dries Delanote van Le Monde des Mille Couleurs in Dikkebus levert groenten, kruiden en sapjes, Hendrik Durnez van biobakkerij De Trog op de Ieperse industriezone bakt hun brood. Behalve Ieperse roots hebben beide heren nog iets gemeen: respect voor mens en natuur.

Het is kok Bartel Dewulf die voor de Rode Duivels in de potten en pannen roert en daarvoor gebruikt hij de beste producten die hij in alle uithoeken van ons land zoekt, ook in de Westhoek. Zo bracht hij samen met bondscoach Roberto Martinez ook een bezoekje aan Le Monde des Mille Couleurs, de bioboerderij van Dries Delanote (46) in Dikkebus. “De bondscoach vond het belangrijk om voeling te hebben met de plaats waar de groenten vandaan komen”, vertelt Dries. “Ik vond het een prachtige ontmoeting. Hij is een échte coach, was heel rustig en heeft hetzelfde respect voor de levende plant als ik als boer. Je ziet dat het een coach is die dieper gaat. Hij werkt niet alleen met zijn verstand, maar met heel zijn lichaam. Die connectie was sterk samen. Hij begreep het. Hij is in de tuin gegaan, tussen de planten. Het is een man die op zoek is naar diepere energie.”

Dries begon vijftien jaar geleden als kleine wildfarmer . Ondertussen levert hij aan tal van restaurants. “De laatste tien jaar is het bewustzijn rond voedsel in de horeca enorm toegenomen. Je ziet nu dat zich dat ook doortrekt in de catering voor sporters. In de supermarkt kun je kiezen als consument, maar het is een doolhof. Wij bieden enkel het pure aan. Vandaar dat koks graag met ons werken. Het is maatwerk, korte keten… Klanten hebben alleen maar keuze uit groenten, kruiden en eetbare bloemen van het seizoen, niets anders, maar dan wel met een enorme diversiteit. Het is goed dat dit nu ook tot bij de Rode Duivels is doorgedrongen. Het is een beetje de omgekeerde wereld. Normaal kunnen ze zich laten sponsoren, maar nu gaan ze bewust op zoek naar de puurste groenten met de meeste vitaminen.”

Vitaminen

Dries levert niet alleen groenten, maar ook kruiden en sapjes. “Die hebben we in de crisisperiode gemaakt in samenwerking met Lombarts Calville met oude appelsoorten die we kweken in een boomgaard op de Kemmelberg”, gaat Dries verder. “Maar het zijn vooral groenten die ik lever. Daarbij gaat het echt om de vitaminen in die groenten. Dat is het verschil met de horeca, waarvoor we vaak heel speciale en verfijnde eetbare planten leveren.”

Ik ga nog niet zo ver dat ik mezelf als deel van het team van de Rode Duivels beschouw

Ook bij biobakkerij De Trog kwamen de mensen van het cateringbedrijf van de Rode Duivels langs. “Eigenlijk was dat gestart vanuit eens studie die gedaan werd over een bepaald soort graan, tritordeum”, vertelt zaakvoerder Hendrik Durnez (55). “Dat is een hybride tussen wilde gerst en haver en dus heel voedzaam, maar ook heel duurzaam omdat het een tarweras is dat heel goed bestand is tegen droogte. Wij zijn daarmee beginnen brood maken en het cateringbedrijf had daar wel interesse voor. Ze zeiden dat ze in hun maaltijden ook duurzaamheid wilden meenemen.”

Geen manipulatie

“Het unieke aan ons brood is dat we het maken zoals brood 100 jaar geleden gemaakt werd”, legt Hendrik uit. “Er wordt niks gemanipuleerd, niet in het telen van de graangewassen, maar ook niet in onze bakkerij. Als wij een brood maken, dan heeft dat een doorlooptijd van 8 tot 12 uur. Uit studies is gebleken dat bij zo’n lange doorlooptijd het lichaam de minerale bestanddelen veel gemakkelijk en beter zal opnemen. In die context kun je misschien wel zeggen dat ons brood prestatiebevorderend werkt.”

Hendrik is de derde generatie bakker. “Mijn grootvader had een bakkerij in Geluwe, gesticht in 1911. Mijn ouders namen die over, maar mijn vader is heel vroeg gestorven. Hij was 43, ik amper 10. Mijn moeder heeft dan dankzij heel trouwe medewerkers de bakkerij verder kunnen uitbouwen. Uit die tijd is het respect voor de mens voor ons altijd heel centraal blijven staan”, vertelt Hendrik, die in 2004 met De Trog naar de Ieperse industriezone verhuisde. “Momenteel werken we met 130 medewerkers. Onze beste barometer om te zien dat we goed bezig zijn, is dat het personeelsbestand recht evenredig meegroeit met onze omzet. Niks wordt gemanipuleerd en er komt nog veel handenarbeid aan te pas. Alle mensen bij ons op de werkvloer zijn geschoolde bakkers, zelfs in de verpakkingsafdeling.”

Terug naar de natuur

Ook voor Dries Delanote staat respect voor de mens en de natuur centraal in zijn filosofie. “Een keer dat je als boer de deur van de natuur opendoet, dan kom je nooit meer terug”, legt Dries uit. “In plaats van topmanagement in de productie word je al mens een deeltje van het geheel. We zijn productmensen in een productmaatschappij. Dat is een beetje het resultaat van de economie, die ons weliswaar welvaart geboden heeft, maar ik denk dat we vanuit die welvaartspositie de natuur weer mogen ingaan.”

Uiteraard duimen zowel Dries als Hendrik vanaf volgende week extra hard voor de Rode Duivels. “Het is natuurlijk een erkenning als je weet dat de Rode Duivels ons product waarderen, maar eigenlijk hebben wij evenveel voldoening van de gewone consument die ons brood eet en het lekker vindt”, aldus Hendrik. “Uiteindelijk doen we het daarvoor iedere dag opnieuw, om de mensen te laten genieten van onze ambacht. Maar dat neemt niet weg dat we trots mogen zijn dat ook topsporters onze ambacht appreciëren.”

“Ik ben zoals veel Vlamingen een EK-liefhebber, vanuit mijn jeugd”, zegt ook Dries Delanote. “Maar als boerenzoon had ik amper tijd om te gaan voetballen. Het EK verbindt ons, we zijn daar trots op. Ik ga niet zo ver dat ik zal zeggen dat ik tot het team van de Rode Duivels behoor. We moeten daar bescheiden in blijven. Een diepe fierheid dat ik daar een schakeltje in mag zijn, dat is er wel.”