Een delegatie jonge landbouwers trok vanochtend naar het Provinciehuis Boeverbos in Brugge om er in gesprek te treden met enkele gedeputeerden. Ze legden er een eigen plan neer om stikstof te reduceren en overhandigden de politici enkele overalls. “Want als jonge boeren niet langer mogen boeren, zullen onze parlementsleden dat straks zelf moeten doen.”
De stikstofproblematiek houdt de hele landbouwwereld al maanden in de ban. Bedrijven dreigen verplicht te moeten sluiten of zware investeringen te moeten doen om aan de strenge normen te voldoen, iets wat heel wat (jonge) boeren beroert.
Groene Kring West-Vlaanderen trok daarom vanochtend naar het Provinciehuis Boeverbos in Brugge om er in dialoog te treden met enkele leden van de deputatie. Bart Naeyaert, Jurgen Vanlerberghe en Jean de Bethune ontvingen de delegatie, aangevoerd voor provinciaal voorzitter Nicolas Dehaemers uit Gistel en de Anzegemse ondervoorzitter Ward Colman.
“We willen graag onze bijdrage leveren bij het halen van de natuurdoelstellingen, laat dat duidelijk zijn”, viel te horen. “Voor het behoud van deze waardevolle en primaire sector is het cruciaal dat de noden van de natuur en de eigenheid van de landbouwsector optimaal op elkaar afgestemd worden.”
De beperkte instroom van jonge landbouwers en de druk op rendabiliteit zal enkel toenemen door wat nu voor ons ligt. De regering heeft op dit moment geen idee welke schade ze toebrengt – Ward Colman, ondervoorzitter Groene Kring West-Vlaanderen
Om daartoe te komen, moet het stikstofbeleid volgens de jonge boeren van Groene Kring aan enkele principes voldoen.
“Wij ijveren voor een jonge boerentoets. Het perspectief voor jonge boeren om te ondernemen, te ontwikkelen, te investeren en te innoveren mag niet onderdrukt worden. Zonder jonge boeren wordt de toekomst van de landbouwsector verder gehypothekeerd. Bekijk daarom elk onderdeel en het geheel met een jonge boerenbril en milder de impact waar nodig en waar mogelijk.”
Bindende natuurdoelstellingen
Er moet ook verder gekeken worden dan 2030, stellen ze. “De uiteindelijke doelstellingsdatum ligt in 2050. Door 2030 als symbolische tussendatum te hanteren, wordt er onvoldoende rekening gehouden met demografische trends in de sector en praktische belemmeringen van landbouwers. We moeten ervoor zorgen dat jonge landbouwers, die nog zullen boeren na 2045, zekerheid hebben voor de volledige periode.”
Groene Kring wil ook bindende natuurdoelstellingen. “Een zware inspanning van enkel de landbouwsector zal niet volstaan om de natuurdoelen te halen. Tegenover die gigantische krachttoer moet een resultaatsverbintenis voor natuurbeheer staan. Zodra de stikstofdoelstelling gehaald wordt, moet de goede instandhouding snel volgen. In ruil voor een budget van miljarden euro’s krijgt de maatschappij op dit moment geen zekerheid op succes.”
Er moeten ook mogelijkheden zijn voor bedrijven zonder uitweg. “Dit hele verhaal zal hoe dan ook zware gevolgen hebben voor de landbouwsector. Door de diversiteit aan landbouwbedrijven en de versnippering van natuurgebieden zullen er bedrijven vast komen te zitten. Een toekomstgericht landbouwbedrijf zonder perspectief verdient het om de nodige ondersteuning en begeleiding te krijgen. Eventueel via een vrijwillige uitkoopregeling.”
West-Vlaanderen is van oudsher een landbouwprovincie en dat zal ook zo blijven. Jullie vormen een vitaal onderdeel van onze economie – gedeputeerde Bart Naeyaert
Als laatste punt vraagt Groene Kring om nieuwe technieken te onderzoeken. “Voor jonge landbouwers zijn ondernemingsvrijheid en ontwikkelingskansen belangrijke aspecten van een stikstofbeleid. Om die ontwikkelingskansen te garanderen, is het echter belangrijk dat we stikstof reduceren. De overheid moet daarom inzetten op financiële en administratieve ondersteuning bij de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technieken.”
Niet voor doodsteek zorgen
Groene Kring heeft het voorbije jaar vaak gevraagd om een doordacht stikstofbeleid te voeren. “Daarbij mag niet enkel gekeken worden naar de natuurdoelen, maar moet ook het perspectief en de ondernemingszekerheid voor boeren worden meegenomen. Door de bijzonder zware inspanningen en het gebrek aan mogelijkheden dreigt een generatie jonge boeren verloren te gaan.”
“Geen enkel beleid mag als doel hebben om de doodsteek te geven aan een economisch en strategisch belangrijke sector. Landbouwers verdienen een correct inkomen en zijn cruciaal voor onze voedselvoorziening. De beperkte instroom van jonge landbouwers en de druk op rendabiliteit zal enkel toenemen door dit akkoord. De regering heeft op dit moment geen idee welke schade ze toebrengt.”
De opgelegde doelstellingen per sector brengen heel wat onzekerheden met zich mee, klinkt het verder. “De doelstelling voor rundvee is zeer onduidelijk opgesteld. Als bovendien de sectordoelstelling in 2026 niet gehaald wordt, dreigt een algemene veestapelreductie op deze bedrijven af te komen. Dat geeft aan jonge boeren niet de nodige basis en zekerheid om aan een overname of investering te beginnen.”
Door de bijzonder zware inspanningen en het gebrek aan mogelijkheden dreigt een generatie jonge boeren verloren te gaan – Nicolas Dehaemers, voorzitter Groene Kring West-Vlaanderen
“Varkens- en pluimveebedrijven worden op hun beurt verplicht tot de bouw van nieuwe stallen. Veel technieken kunnen namelijk niet geïmplementeerd worden op bestaande stallen. Dat gaat niet alleen in tegen de keuzevrijheid voor bepaalde bedrijfsmodellen, maar is daarnaast ook bouwkundig onhaalbaar tegen 2030.”
Uitkoopregeling herbekijken
Ook de uitkoopregelingen moeten herbekeken worden, vindt de organisatie. “Varkenshouders hebben te maken met een bijzonder zware crisis. De voorgestelde uitkoopregeling leek hier een antwoord op te bieden, maar het huidige akkoord laat jonge landbouwers drie keer in de kou staan: er wordt geen liquiditeitssteun voorzien voor blijvende varkenshouders, jonge bedrijven met een lopende lening kunnen hun schulden niet aflossen met de voorgestelde uitkoopbedragen en de gerealiseerde reductie door stoppers wordt niet doorgerekend aan de blijvers.
“Hoewel er voor donkeroranje bedrijven een vrijwillige uitkoopregeling voorzien wordt, worden de andere oranje bedrijven vergeten. Omdat de kans reëel is dat er na 2030 gefocust wordt op deze bedrijven, is het onbegrijpelijk dat er niet voor alle oranje bedrijven een alternatief voorzien wordt.”
Provincie toont begrip
De gedeputeerden toonden begrip voor de verzuchtingen van de jonge landbouwers. “West-Vlaanderen is van oudsher een landbouwprovincie en dat zal ook zo blijven”, benadrukte Bart Naeyaert. “Daarover bestaat geen discussie. Het is ook een vitaal onderdeel van onze economie: omzetmatig, op vlak van tewerkstelling, maar ook qua toegevoegde waarde. Denk maar aan onze sterke agro-industrie.”
“Daarom willen we vanuit de provincie een gezamenlijk standpunt innemen, over alle politieke fracties heen. Dit is een cruciaal dossier en jullie halen terechte punten aan. Innovatie speelt een grote rol en misschien moeten we nadenken over ontwikkelingszones voor landbouwbedrijven, net zoals dat ook gebeurt voor de industrie en ambachten. We kunnen niet alles vanuit West-Vlaanderen oplossen, maar willen wel mee aan de kar trekken.”
Jurgen Vanlerberghe onderstreept de wens naar rechtszekerheid en perspectief voor de hele sector. “Want jullie beroep is erg belangrijk. Er moet ook ruimte zijn voor innovatie en trial & error in een gecontroleerde omgeving. Daarnaast vind ik ook dat landbouworganisaties en natuurverenigingen met elkaar moeten spreken, elkaar meer moeten vinden dan nu het geval is. Wij blijven in elk geval met jullie in dialoog treden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier