Bij ons eet je écht op hoog niveau: West-Vlaanderen scoort opnieuw in Gault&Millau-gids

In het Oostendse Haut (links) eet je letterlijk op hoog niveau. De zaak werd dan ook nog eens hoogste nieuwkomer. “Hard werken en topkwaliteit nastreven zit gewoon in ons dna”, zegt gelauwerd topchef Geert Van Hecke. © Kris Vlegels
Philippe Verhaest

De punten en bijhorende koksmutsen zijn uitgedeeld. West-Vlaanderen staat opnieuw nóg wat sterker in de jaarlijkse Gault&Millau-gids. Liefst 218 restaurants van bij ons werden door de culinaire bijbel bekroond, acht meer dan een jaar geleden. “Hard werken en het allerbeste nastreven, het zit gewoon in ons”, zegt gelauwerd chef-kok Geert Van Hecke.

De West-Vlaamse Gault&Millau-lijst is er opnieuw eentje om duimen en vingers van af te likken. Boury mag zich met 19 op 20 opnieuw het beste restaurant van het land noemen, maar ook heel wat andere West-Vlaamse topzaken scoren fors. Bartholomeus in Knokke-Heist en het Brugse De Jonkman noteren allebei 18 op 20 en Willem Hiele valt de lijst binnen met 16 op 20.

Hoogste nieuwkomer is dan weer Haut in Oostende. Vanop de 28ste (!) verdieping van de Sky Tower geniet je niet enkel van het uitzicht, maar ook van een keuken die met 15,5 op 20 bekroond werd.

De Ontdekking van het Jaar voor Vlaanderen vinden we in het hart van onze provincie, waar het pas in december 2023 gestarte Jean-Philippe uit Ingelmunster 14,5 op 20 aan de gevel mag hangen.

Magnifiek ‘terroir’

En zo gaat het lijstje maar verder, merkt ook Geert Van Hecke (68). De Brugse sterrenchef zit al 42 jaar in het vak en levert met Zet’joe opnieuw een puik rapport van 17 op 20 af. “We doen het in West-Vlaanderen inderdaad niet slecht”, glimlacht hij.

“In onze provincie zijn vakmensen aan de slag die het allerbeste nastreven” – Geert Van Hecke, chef-kok Zet’Joe

“Onze provincie herbergt heel vele goede restaurants. Hier zijn vakmensen aan de slag die hard werk niet schuwen en het allerbeste nastreven. Dat zit gewoon in ons. Bovendien hebben we het geluk in een magnifiek terroir te wonen. De producten die we gewoon om de hoek kunnen vinden, zijn niet te evenaren. Garnalen, bijvoorbeeld, of ons witloof. Dat is van wereldklasse.”

Kennis doorgeven

Het doet de godfather van de Belgische gastronomie ook deugd dat heel wat jong talent definitief doorbreekt. “Zo volg ik de carrière van de mensen die nog bij mij gewerkt hebben op de voet. Het doet me deugd te zien dat zij stuk voor stuk hun eigen weg vinden en een goeie reputatie opbouwen. Het is aan ons, de oude garde, om onze kennis en ervaring door te geven en zo de continuïteit te garanderen.”

Een aanpak die loont, zo blijkt. Liefst 17 West-Vlaamse restaurants zetten een score van minstens 16 op 20 neer. “En je ziet ook nieuwe culinaire hotspots ontstaan. Brugge was dat al langer, maar nu mag je ook Knokke-Heist, Roeselare en Kortrijk aan dat lijstje toevoegen. Je kan bij ons gewoon óveral lekker eten.”

Al heeft Van Hecke ook een puntje van kritiek. “Veel jonge chefs leggen hun menu vast en wijken daar niet van af. Als klant eet je wat de pot schaft. Dat is bijzonder lekker, maar er mag wat meer flexibiliteit zijn, vind ik. Zorg voor een paar verschillende gerechten, zodat de klant wat meer keuzevrijheid heeft. Het zal de appreciatie voor je harde werk in de keuken en zaal alleen maar doen toenemen.”

Ontdek alle 218 West-Vlaamse restaurants in de gids van Gault&Millau op KW.be/gaultmillau2024.