Van januari tot juli mocht de Westhoek 310.000 herdenkingstoeristen verwelkomen, een daling van 23 procent in vergelijking met vorig jaar.
Dinsdag stelde het Kenniscentrum van provinciebedrijf Westtoer de toerismecijfers voor het eerste halfjaar in de Westhoek voor. Van januari tot en met juli kwamen 310.000 toeristen op bezoek. Dat is 23 procent minder dan dezelfde periode vorig jaar. “Die terugval was verwacht, want 2014 was een echt topjaar”, zegt gedeputeerde en voorzitter van Westtoer Franky De Block.
“Daarom kiezen we ervoor om de cijfers van 2015 te vergelijken met die van 2013, het jaar van de aanloop naar de herdenking. In vergelijking met 2013 zien we een stijging van 31 procent en dat is goed nieuws. Hoogtepunten voor dit jaar zijn nog Wapenstilstand en 100 jaar Talbot House in Poperinge. De maanden oktober en november zullen opnieuw piekmaanden worden en dus verwachten voor heel 2015 zo’n 500.000 herdenkingstoeristen.”
Schoolbezoeken
Westtoer berekende de cijfers op basis van de bezoekerscijfers van elf WO I-sites in de Westhoek. “Gemiddeld bezoekt een toerist drie sites“, legt Franky De Block uit. “Met 257.007 bezoekers in het eerste halfjaar is Tyne Cot in Passendale opnieuw met voorsprong de meest bezochte WO I-site. Het In Flanders Fields Museum in Ieper (178.246) en de Duitse begraafplaats in Langemark (142.919) vervolledigen de top drie. Iets meer dan de helft van alle WO I-bezoekers komt uit het buitenland. Het aantal individuele bezoekers is gedaald, maar de schoolbezoeken zijn stabiel gebleven. Ook bij de Belgische bezoekers zien we de individuele bezoeken sterk dalen, maar in vergelijking met 2013 zijn er nog altijd 13 procent meer Belgische oorlogstoeristen. We zien dat scholen een blijvende interesse hebben voor de Eerste Wereldoorlog. Vredeseducatie is belangrijk en zal dat ook na 2018 blijven.”
(JL – Foto EF)
Lees ook hierover in Krant van West-Vlaanderen, Het Wekelijks Nieuws West en Kust van vrijdag 28 augustus.
Eerste Wereldoorlog
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier