Sinds 2000 is het aantal vissersboten aan de Belgische kust met bijna de helft afgenomen, zo blijkt uit cijfers die het Vlaams parlementslid Frieda Verougstraete-Deschacht (Vlaams Belang) heeft opgevraagd bij Vlaams viceminister-president Hilde Crevits (CD&V).
In 2000 waren er nog 127 vissersboten, in 2008 nog 100 en momenteel zijn er nog 64. “Niet alleen krimpt onze eigen vissersvloot, er zijn ook steeds minder erkende zeevissers aan de slag”, zegt Frieda Verougstraete-Deschacht. In 2012 waren er 439 erkende zeevissers. Van hen had 75 procent de Belgische nationaliteit. In 2020 is dat aantal gedaald tot 370 erkende zeevissers, van wie 63 procent de Belgische nationaliteit had.
Het aandeel Nederlandse vissers neemt stelselmatig toe. In 2012 had zowat 23 procent van de erkende zeevissers de Nederlandse nationaliteit. Dit steeg naar 30 procent in 2017 en naar 32 procent in 2020.
Volgens het parlementslid wordt de visserijsector steeds meer uitgeperst en wordt het beroep minder aantrekkelijk. Ook zegt Verougstraete-Deschacht dat steeds meer buitenlandse werkkrachten actief zijn. “Naast Nederlanders hebben de buitenlandse vissers de Franse, Poolse, Roemeense, Portugese of Letse nationaliteit”, zegt het parlementslid van Vlaams Belang.
Daarnaast wordt ook zowat 2,5 keer meer vis geïmporteerd. Verougstraete-Deschacht stelt dat het in de huidige tijd echter essentieel is “dat we in onze eigen voedselvoorziening kunnen voorzien”. “Net zoals met de landbouw is het daarom belangrijk dat we onze visserijsector niet verder teloor laten gaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier