De Vlaamse zeevissers hebben vorig jaar 18.306 ton verse vis gevangen en aan wal gebracht. Dat was 5 procent minder dan in 2019 en een absoluut dieptepunt, zo bleek vrijdag uit cijfers van het Departement Landbouw en Visserij. Schol en tong waren de vaakst gevangen soorten.
Het volume aangevoerde vis dook in 2019 voor het eerst sinds 2010 onder de 20.000 ton. Maar zo laag als vorig jaar lag het totale volume hoogstwaarschijnlijk nog nooit, zo valt af te leiden uit de tabellen van het Departement Landbouw en Visserij.
Het dieptepunt houdt verband met het coronavirus. “De tijdelijke stilligregeling die in het kader van de covid-19-crisis voor de visserijsector werd uitgewerkt, speelt hier natuurlijk mee”, zo luidt het. Reders konden ervoor kiezen om tijdelijk niet meer uit te varen, om zo vraag en aanbod in evenwicht te krijgen, en konden daarvoor een vergoeding krijgen.
Gemengde vangsten
Zeventig procent van de gevangen vis, of 12.796 ton, werd aan wal gebracht in Belgische havens, met Zeebrugge op kop (6.764 ton). Dan volgen de havens van Oostende (5.697 ton) en Nieuwpoort (335 ton). De rest kwam in buitenlandse havens toe, vooral in Nederland en Denemarken.
De Vlaamse vissers staan bekend om hun gemengde vangsten, met specialiteit platvissen. Schol en tong werden het vaakst aangevoerd – respectievelijk 20 en 15 procent van het totale volume -, gevolgd door roggen, inktvissen en ponen.
In waarde uitgedrukt is tong veruit het belangrijkst. Die was vorig jaar goed voor 42 procent van de totale aanvoerwaarde, schol vertegenwoordigde 11 procent. De totale aanvoerwaarde bedroeg 74,3 miljoen euro, 8 procent minder dan in 2019. Sinds 2000 lag dat bedrag alleen in 2013 nog lager.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier