Steeds hogere windmolens, steeds luider protest: waarom zijn er zoveel aanvragen voor megaturbines?

Waarom worden de windmolens alsmaar hoger? “Omdat het kan”, is het eenvoudige antwoord bij energiebedrijf Engie. © montage KW
Laurens Kindt

Het protest tegen de komst van nieuwe windmolens is al zo oud als de plaatsing van de grote turbines zelf. Maar nu nieuwe materialen toelaten om windmolens te bouwen die dubbel zo hoog zijn als het hoogste gebouw van onze provincie, gaat ook het protest crescendo. Energiebedrijven zoeken koortsachtig naar nieuwe locaties. “Alle evidente plaatsen zijn al bezet, het is echt zoeken naar elk beschikbaar plekje”, klinkt het bij Engie.

Op een industrieterrein in Oostkamp: een windturbine van 230 meter. Langs de A19 op de grens van Beselare met Geluveld: een windmolen van 235 meter. Langs het Leopoldkanaal in Damme: een mastodont van maar liefst 250 meter hoog. Dat is meer dan dubbel zo hoog als de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge, met zijn 115,5 meter het hoogste gebouw in onze provincie. Daarmee vergeleken zijn de huidige windturbines kaboutertjes.

Waarom worden die windmolens alsmaar hoger? “Omdat het kan”, is het eenvoudige antwoord bij energiebedrijf Engie. “De laatste tien jaar is er heel wat geïnnoveerd in de materialen waarmee men de wieken maakt. Hoe langer de wieken, hoe groter de cirkel die de wieken kunnen maken. En hoe groter de cirkel, hoe meer energie je kan produceren. Als je de lengte van je wieken kan verdubbelen, dan verviervoudig je de oppervlakte van de cirkel”, legt Nele Scheerlinck van Engie uit.

Twee voor drie

Een hogere windmolen levert dus veel meer op, terwijl de installatiekost niet evenredig stijgt. “Een site zoeken, je bouwvergunning krijgen, je materiaal ter plaatse krijgen en beginnen bouwen: of je dat nu voor een grote of een kleine windmolen moet doen, dat maakt niet uit”, zegt energie-expert Joannes Laveyne van de UGent. “We zien nu zelfs dat als men bijvoorbeeld drie ‘oude’ windmolens gaat vervangen, men kiest voor het plaatsen van slechts twee nieuwe, maar dan wel een stuk hoger. Die hogere windmolens hebben een opbrengst die dubbel tot driedubbel zo hoog ligt”, zegt Laveyne.

Champignons

In de race naar een klimaatneutraal Europa tegen 2050 en in de strijd naar meer energie-onafhankelijkheid van het buitenland lijkt dat alleen maar goed nieuws. Toch botst zowat elke aanvraag op een storm van protest bij buurtbewoners en lokale besturen. “We moeten deze aanvraag absoluut tegenhouden. Want windmolens zijn als champignons: zodra er één staat, zullen er nog volgen”, klinkt het bij Frontwind Geluveld-Beselare, dat de strijd aanbindt tegen de geplande windmolen langs de A19. Zorgen hogere windmolens dan ook voor meer overlast, zoals slagschaduw of geluidshinder? “Voor een stuk wel”, zegt Joannes Laveyne. “Vooral omdat de snelheid van de tip stijgt, wat voor meer geluidsproductie kan zorgen. Maar het is niet zo dat de hinder, net als de productie, met een factor twee of drie stijgt. Bovendien moeten die hogere windmolens aan net dezelfde reglementering voldoen als de kleinere.”

Stilleggen

Voor wie zich al eens afvraagt waarom een windmolen niet draait op een winderige dag: dat komt door die regels. Een windmolen mag maar acht uur per jaar slagschaduw afgeven op een woning, met een maximum van een halfuur per dag. “De coördinaten van alle huizen en van alle omringende windmolens zitten geprogrammeerd in het besturingssysteem van onze windmolens. Als we boven die norm dreigen te gaan, wordt de windmolen automatisch stilgelegd. Zonder die normen zouden we dus heel wat meer stroom kunnen produceren, al pleiten we niet voor minder strenge normen”, zegt Nele Scheerlinck van Engie.

“Het is echt zoeken naar beschikbare locaties” – Nele Scheerlinck, Woordvoerder Engie

Om te kunnen voldoen aan de exponentieel groeiende vraag naar (groene) elektriciteit zal er wel plaatsgemaakt moeten worden voor windmolens. De vraag is alleen: waar? Heel wat energieproducenten kijken met verwachtingsvolle blik naar West-Vlaanderen. “Het is een provincie met nog veel open ruimte en vooral: met de meeste wind dankzij de Noordzee. West-Vlaanderen heeft heel wat potentieel op vlak van windenergie”, zegt Joannes Laveyne. Wie de cijfers bekijkt, ziet dat er inderdaad nog wat marge is. Van de vijf Vlaamse provincies staat West-Vlaanderen op de vierde plaats qua productie van energie uit windturbines. West-Vlaanderen produceert 287 megawatt, koploper Oost-Vlaanderen maar liefst 631. In de top-30 van gemeenten die het meeste windenergie per vierkante kilometer produceren, staan maar drie West-Vlaamse: Brugge, Izegem en Wielsbeke.

Zo hoog mogelijk

“Er zijn best nog wel wat plekjes te vinden in West-Vlaanderen om windturbines te plaatsen. De visuele hinder kan daar tot een minimum beperkt worden, als er bijvoorbeeld amper mensen wonen”, zegt Laveyne. “De beschikbare ruimte is toch eerder beperkt”, weerlegt Nele Scheerlinck van Engie. “Je moet als ontwikkelaar toch echt op zoek gaan naar die plaatsen, want elke evidente locatie is nu al bezet. En als we dan zo’n locatie gevonden hebben, dan is het logisch dat we daar kiezen voor een zo hoog mogelijke windmolen met een zo groot mogelijk rendement. Bovendien valt de visuele hinder echt wel mee. Vanop de grond kan je amper het verschil zien tussen een windmolen van 210 of eentje 250 meter”, klinkt het.

Lees meer over:

Partner Content