Slechts één op vier provinciale gebouwen heeft zonnepanelen… maar daar komt verandering in
Amper 13 gebouwen van de Provincie West-Vlaanderen wekken zelf groene energie op door middel van zonnepanelen. Dat blijkt uit een schriftelijke vraag van provincieraadslid Maarten Tavernier (Groen). “Een actueel probleem, inderdaad. Er zijn reeds gesprekken aan de gang”, aldus Jurgen Vanlerberghe, provinciaal gedeputeerde voor energie.
“Eén vierde van alle provinciale gebouwen met zonnepanelen op het dak, dat is veel te weinig. Zeker nu de energieprijzen alsmaar stijgen. Vanaf 1 juli 2022 zullen eigenaars van verschillende gebouwen de groene energie van hun zonnepanelen kunnen delen met andere vestigingen. Een extra argument, want dat maakt de panelen financieel en ecologisch nog interessanter”, legt Maarten Tavernier uit.
Actieve screening
De huidige zonnepanelen van de Provincie zijn samen momenteel goed voor een vermogen van 470 kW. De site van het landbouwonderzoekscentrum Inagro loopt op kop, met een piekvermogen van 200 kW. De fractie stelt voor om alle provinciale gebouwen actief te screenen om de mogelijkheden voor extra zonnepanelen in kaart te brengen.
“Dit zou voor een besparing zorgen op de energiefactuur van de Provincie. En ze zouden haar ecologische voetafdruk verkleinen”, besluit Maarten Tavernier.
Positieve reactie
Dit pleidooi is alvast niet in dovemansoren gevallen bij gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe: “Het is een zeer zinvol voorstel. Al voor we deze vraag binnenkregen waren er reeds gesprekken aan de gang om hier werk van te maken. We staan er helaas wel nog niet zo ver mee.”
“Extra zonnepanelen zijn een stevige investering, maar we weten dat we dit op lange termijn natuurlijk terugverdienen”
“We zijn van plan om twee zaken in kaart te brengen. Enerzijds moeten we weten hoe groot in totaal energieverbruik is, en hoeveel we gelijktijdig zouden kunnen verbruiken als we alle daken vol leggen met panelen. Daarnaast zullen we bekijken welke gebouwen hiervoor in aanmerking komen. Tegen september zouden we hier zicht op moeten hebben, daarna moeten we bekijken hoeveel investeringsbudget hiervoor kan vrijgemaakt worden. Rekening houdend met het feit dat we dit natuurlijk op lange termijn terugverdienen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier