De zeevisserij zal alternatief zijn of men kiest voor folklore

Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

Dat de visserij onder druk staat is duidelijk, maar ook hier telt dat minder duurzaamheid een gezonder toekomst van de visserij zonder twijfel zal nekken.

Het Belgisch gedeelte van de Noordzee (de zee is nog grotendeels federale, dus Belgische bevoegdheid) is qua grondgebied een provincie groot. Visserij is er belangrijk, net zoals zandwinning, energievoorziening (windmolenparken), natuur, scheepvaart,… Jarenlang was het Noordzeebeleid eerder willekeur dan structuur. In de vorige federale regering was Johan Vande Lanotte minister van de Noordzee en werkte na veel overleg en wetenschappelijke onderbouw -zoals het hoort- een Marien Ruimtelijk Plan uit voor het Belgisch deel van de Noordzee. De geest van alles was duidelijk: ‘laat ons net zoals op land (de gewestplannen) nu eindelijk eens aangeven wat op de Noordzee kan voor visserij, zandwinning, natuurreservaten (in onze zee leven pakken zeehonden, dolfijnen, bruinvissen, zijn duizenden zeevogels afhankelijk van wat er onder de waterlijn voor de kust door de mens kan en wat niet) en laat ons dus een plan, een structuur brengen. Sommigen kunnen het zever vinden, maar met een plan, een structuur raakt een mens het verst.

Windmolenparken zijn geen concurrentie voor de toekomst van de visserij, maar net een partner

Zo gezegd, zo gedaan. Er kwam een ontwerp, een structuur en na al dat overleg en die inspraak werd een MRP, een Marien Ruimtelijk Plan, goedgekeurd en dat plan doorstond dus de toets van parlement, openbaar onderzoek, Raad van State en al de rest. Er kwam dus structuur en zelfs de Europese Unie zag en keurde goed. De milieubeweging tevreden, de zandwinners, de molenbouwers en al de rest. Er was immers duidelijkheid en wie het ernstig neemt met iets wil juist die duidelijkheid.

Er werden windmolens gebouwd voor de duurzame energie van tienduizenden gezinnen, er werd aandacht besteed aan betere Noordzee-natuur en het zand en de vis bleef uit die zelfde zee komen. Ja, tot een paar dagen geleden de N-VA per se iets rond de Noordzee moest lanceren – al dan niet door het uitzonderlijke weer – en de zee in associatie met weer de inspiratie of de politiek profilering bracht. Hoe dan ook, hun standpunt komt hierop neer: “De Noordzee is een attractiepark geworden voor ngo’s en energiebedrijven, waardoor er steeds minder ruimte is om te vissen. Dat zeggen Vlaamse en Nederlandse vissers. N-VA-parlementsleden Daphné Dumery (federaal) en Sabine Vermeulen (Vlaams) steunen de wake up call van de vissers die voldoende visgronden in de Noordzee willen behouden. Dumery en Vermeulen roepen op om bij het herzieningsproces van het Marien Ruimtelijk plan meer rekening te houden met de visserijsector.”

Slik? Ja, toch wel, want wat wil men eigenlijk? Een Vlaamse/Belgische Noordzeevisserij die teruggaat naar pakweg 1970, met weinig structuur en zo weinig mogelijk regels? Zo ja, dan is dat een visserij , een economische sector zonder toekomst. Dat de visserij onder druk staat is duidelijk, maar ook hier telt dat minder duurzaamheid, minder rekening houden met de natuur en de kansen die andere en nieuwe sectoren brengen – zeg maar in deze de windmolenparken- een gezonder toekomst van de visserij zonder twijfel zullen nekken. Net zoals we aan land geen uitweg gaan vinden voor de crisis in de varkenssector door meer stallen te bouwen, gaan we voor de kustvisserij geen toekomst maken door meer te laten vangen. In tegendeel, er zal enkel toekomst zijn voor het leven van de vangst van de vis, de krab en de mossel als men het pad verder opgaat van alternatieve vangst, het op de markt brengen van vissoorten die nu in veevoer verdwijnen en het samenwerken met andere gebruikers van die zee.

We kunnen niet terug naar 1970 en de wonderbaarlijke visvangsten zijn verleden tijd

In die geest zijn de windmolenparken geen concurrentie voor de toekomst van de visserij, maar juist de partner, de kans om levensvatbaar te blijven. Windmolenparken en mariene beschermde zones bieden net ruimte om in te richten met kunstmatige riffen (wat een paar jaar geleden als gebeurd is), leveren net rust om vissen te laten paaien, zich dus te vermenigvuldigen en zo juist kweekgrond te zijn voor meer en diverser soorten vis en schaaldieren. Toekomst dus, en meer kansen voor de biodiversiteit in de Noordzee, de visserij en iedereen van ons die ook na 2020 (het jaar dat het MRP officieel kan herzien worden) regelmatig een brokje gezonde vis op z’n bord en dat van hun kinderen willen serveren.

Laat ons van de Noordzee geen nieuw Bokrijk maken

Ik ben in dit hele verhaal een van de hevigste fans en blijf dus hameren op structuur en afspraken voor die extra Belgische (of voor wie het wil, Vlaamse) provincie die onze Noordzee is. We kunnen niet terug naar 1970 en de wonderbaarlijke visvangsten zijn verleden tijd. Enkel door nu te kiezen voor samenwerking met windmolenparken en onder meer natuurbehoud zal onze visserij nog toekomst hebben. Achteruit dromen over het verleden, geeft zelden duurzame toekomst. Laat ons van de Noordzee geen nieuw Bokrijk maken. De Vlaamse kustvisserij zal anders zijn dan 40 jaar geleden of zal binnenkort niet meer zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier