Sinds kort zijn er op het dak van Innovatiecentrum Grote Beer aan het Beernemse industrieterrein zo’n 40.000 nieuwe medewerkers aan de slag. Met het huisvesten van twee bijenfamilies wil bezieler Stefan Danschotter iets terugdoen voor de natuur.
Het is als in een sprookje, maar bij het Innovatiecentrum Grote Beer gebeurt het echt: de Grote Beer zal weldra haar eigen honing kunnen eten. “We nemen als industrie heel veel van onze natuur”, steekt Stefan Danschotter van Grote Beer van wal. “Met deze bijenfamilies wil ik iets terugdoen voor het milieu. Bovendien eet de beer honing, een leukere combinatie kan je dus niet vinden”, lacht hij.
Specifiek gaat het om twee zacht-aardige bijenvolken die momenteel wennen aan hun nieuwe woonplaats. Omdat er heel wat bedrijvigheid is in het Innovatiecentrum, is het mooi meegenomen dat de bijen niet agressief zijn. Op de warmste momenten van de dag zullen reeds een klein aantal bijen zich heroriënteren naar hun nieuwe locatie en de aanvliegroute naar hun huis leren kennen. “Dit merk je doordat de bijen voor de kast op en neer blijven vliegen. Eens het warmer wordt, zullen de vliegbijen op zoek gaan naar voedselbronnen van stuifmeel voor de jonge bijen en nectar om de kolonie te voeden”, legt Danschotter uit.
De twee zachtaardige bijenvolken wennen nu aan hun nieuwe woonplaats
Voor het project werkt hij samen met een imker, die de bijen onderhoudt en de honing verwerkt. “Die honing mogen we hebben en kunnen we aan onze klanten of aan het personeel meegeven. Eind mei mogen we onze eerste honing al verwachten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
