Ramen- en deurenfabrikant Deceuninck heeft het afgelopen jaar zijn prijzen opgetrokken om de inflatoire druk op grondstoffen, energie, lonen en transport te compenseren. Dit bezorgde het bedrijf een recordomzet en record bedrijfswinst. Nochtans was de bedrijfsomgeving opnieuw “zeer uitdagend” door onder meer de energiecrisis en problemen met de toeleveringsketen, zegt CEO Bruno Humblet woensdag in het persbericht met de jaarresultaten.
De jaaromzet van Deceuninck steeg met 16,2 procent tot 974,1 miljoen euro. Qua verkochte volumes was er wel een daling en dat in alle regio’s. Het bedrijf wijst op “vertraging van de nieuwbouw- en renovatieactiviteit als gevolg van het moeilijke marktklimaat door de inflatie, stijgende rente en dalend consumentenvertrouwen”. Deceuninck kon naar eigen zeggen zijn marktaandeel stabiel houden.
De aangepaste brutowinst (ebitda of winst voor intresten, belastingen en waardeminderingen, red.) steeg voor het derde jaar op rij naar een nieuw record van 102,3 miljoen euro (+4,6 procent).
De nettowinst lag wel flink lager, van 37,2 miljoen euro in 2021 tot 7,6 miljoen euro in 2022, als gevolg van boekhoudkundige aanpassingen op de Turkse participaties waar een hyperinflatie geldt, en door het vertrek van Deceuninck uit Rusland. “Deze factoren zijn allemaal non-cash”, benadrukt het bedrijf.
De raad van bestuur stelt een dividend van 0,07 euro per aandeel voor, 16,7 procent meer dan vorig jaar.
Voor 2023 streeft het bouwmaterialenbedrijf opnieuw naar groei van omzet en brutowinst. Deceuninck verwacht zowel in Europa als in Noord-Amerika een opleving van de vraag door het structureel tekort aan kwalitatieve woningen. In Turkije wordt er meer onzekerheid verwacht na de verkiezingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier