Wat denken de Bruggelingen over de Triënnale Brugge?

Onderschrift tag with 7 point dummy text. Onderschrift tag with 7 point dummy text. Onderschrift tag with 7 point dummy text.©Davy Coghe Davy Coghe
Onderschrift tag with 7 point dummy text. Onderschrift tag with 7 point dummy text. Onderschrift tag with 7 point dummy text.©Davy Coghe Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

De Triënnale Brugge is gestart. Tot 24 oktober staan er op dertien Brugse plekjes hedendaagse installaties, met als thema ‘TraumA’. Wat vinden de Bruggelingen ervan? Is de Triënnale Brugge voor hen een ‘traumatische’ ervaring? Wij trokken per fiets langs het parcours en luisterden naar de reacties van passanten en bezoekers.

Onder de bomen op de Burg ontmoeten we Chris Delbarre en Daan Soenens. Ze zijn op weg naar de expo Hedendaagse Primitieven en houden even halt bij de Inner Circle van de Tunesische kunstenares Nadia Kaabi-Linke. Zij heeft veertien banken in een cirkel geplaatst en voorzien van duizenden metalen pinnen, zodat je er niet kunt op gaan zitten.

“Het doet mij denken aan een spijkerbed of aan een egel die zijn stekels uitsteekt”, zegt Chris. Daan vult aan: “Of aan pinnen op kerktorens om vogels af te schrikken.”

De installatie prikkelt de fantasie van de passanten. Zelf wou Nadia Kaabi-Linke de ontoegankelijkheid van Fort Europa voor vluchtelingen hekelen, net als het feit dat tijdens de pandemie de overheid de publieke ruimte strikt controleert. “Tijdens de eerste lockdown mochten de oudere mensen inderdaad niet eens op een bankje gaan zitten in het park”, merkt Daan op.

Vogelnestjes

Bij het Gruuthusemuseum is amateurfotograaf Otto Koentges naarstig aan het speuren naar een van de tachtig bakstenen vogelnestjes die de Argentijnse kunstenaar Adrian Villar Rojas in Brugge en Zeebrugge neergepoot heeft. We helpen mee zoeken, maar staken na tien minuten onze vruchteloze queeste. Geen rode ovenvogels te vinden! We kunnen dus niet mijmeren over de verbondenheid tussen mens en natuur, de idee achter Adrians Brick Farm .

Otto Koentges is minder onder de indruk van deze editie van de Triënnale: “Het inpakken van de Poertoren met een rood weefsel door de Nigeriaanse Nnenna Okore vind ik wel schitterend. Was het omdat het zonnetje scheen, toen ik passeerde en een foto nam? De Poertoren stak schril af tegen de blauwe hemel, dat vormde een mooi kleurencontrast. Ik hoop dat ook de colonnade van het architectenduo Gijs Van Vaerenbergh (een woud van metalen zuilen in het Baron Ruzettepark) mooie foto’s zal opleveren, dat wordt mijn volgende stop.”

Aan het Minnewater zit studente Celien Guns op een bankje te tokkelen op haar laptop: “Ik kom hier vaak genieten van het wondermooie zicht. Van de Triënnale Brugge heb ik nog niet gehoord. ’t Was mij wel al opgevallen dat de Poertoren sinds kort rood kleurt. Een tof initiatief, want op die manier worden Brugges eeuwenoude monumenten extra in de verf gezet. Anders loop je die toren achteloos voorbij.”

Catherine Deloof en Joost De Baets zijn ietwat kritischer: “Van ver oogt die rode Poertoeren mooi. Maar van dichterbij ontgoochelt het weefsel een beetje. De Triënnale op zich is een prachtig initiatief, maar waarom niet eens een editie organiseren met enkel Brugse kunstenaars? Dat zou hen kansen geven om zich te tonen voor een internationaal publiek van toeristen.”

Vlakbij de Poertoren staan twee Italiaanse toeristen de zussen Virginia en Teresa Napoli voor het bord van de Triënnale. Aandachtig lezen ze de info over de installaties en het traumatische thema. “Ik woon in Brussel, mijn zus is op bezoek. Ik wou haar verrassen met een half dagje Brugge. In Brussel heb je veel vuile wijken, terwijl Brugge symbool is voor een propere, perfecte stad. Een paradijs. Het verheugt mij dat de Triënnale ook aandacht heeft voor de andere kant van de medaille: het verborgen Brugge, waar niet alles perfect is. Al heb ik nog geen vuile, duistere buurt ontdekt in Brugge”, bekent Teresa.

In het Begijnhof is Ronny Bouchot op weg naar het beeld Who is afraid of Natasha? van de Poolse kunstenaars Joanna Malinowska en C. T. Jasper. “Ik heb op voorhand de podcast van de Triënnale beluisterd en op YouTube filmpjes van de artiesten bekeken. De Triënnale Brugge is voor mij een aanleiding om meer te weten te komen over hedendaagse kunstenaars.”

“Zonder vooraf die info op te zoeken, begrijp je niet ten volle waarover het gaat. Neem nu dat beeld: het lijkt op het eerste zicht niks bijzonders. Maar als je weet dat dit beeld een verpersoonlijking was van het communistische regime dat het Poolse volk onderdrukte en nu ook een feministisch statement is, kijk je er met andere ogen naar”, aldus Ronny Bouchot.

Kant als corona

Brigitte Wyns en Jacques Van Acker bestuderen de boomstam die de Braziliaanse kunstenaar Henrique Oliviera in de Pottenmakersstraat met piepschuim, afgedankte multiplex platen en ander afval creëerde. “Het is precies een echte boom, je zou er zo aan voorbij wandelen. Henrique Oliviera zet je op het verkeerde been. Dat vind ik tof, het bevalt mij veel meer dan die lintjes die de Antwerpse Nadia Naveau in zeven nissen langs de Augustijnenrei opgehangen heeft”, zegt Jacques.

Twee installaties zullen pas in juni klaar zijn: corona en burenprotest hebben weken vertraging bezorgd aan de danse macabre (een verstilde kermismolen op het Sint-Maartensplein) van de Belg Hans Op De Beeck en aan The Bruges Diptych (een drijvend paviljoen) van de Amerikaan Jon Lott.

“Ga ook naar het museum van de Potterie! Niet alleen voor de vier kantwerkjes van Laura Splan, in de vorm van een virus. Maar zo ontdek je de collectie van dat voormalige hospitaal”, zegt Jacques Van Acker. Vergeet evenmin de verdiepende expo van veertig jonge kunstenaars in de Poortersloge en het spookkot van Gregor Schneider in het Grootsmenarie, roepen we hem na. Een piepklein trauma voor wie bang is in het donker…

Info: www.triennalebrugge.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier