Streetartduel met Limburg: welke provincie wint met verve?

Kurt Bosmans is één van de sterke mannen achter het Hasseltse Street Art Festival. (gf)
Redactie KW

Welke provincie mag zich met recht en reden het mekka van de Belgische streetart noemen? Limburg of West-Vlaanderen? Wij vroegen de curatoren van festivals in Hasselt en Oostende om elk drie werken te nomineren voor een streetart battle. Kunstenaar Koen Vanmechelen is de strenge maar rechtvaardige rechter van dienst.

Dit artikel maakt deel uit van een uniek samenwerkingsproject tussen De Krant van West-Vlaanderen en Het Belang van Limburg.

De tijd dat graffiti gewoon wat verf op een muur was, is al lang voorbij. Vandaag heeft iedere zichzelf respecterende stad een mooie collectie streetart in haar kunstcatalogus. Ook in Limburg en West-Vlaanderen kan je er niet omheen: beide provincies hebben een bloeiende scene.

In Oostende is Bjørn Van Poucke de drijvende kracht achter streetartfestival The Crystal Ship, dat in 2016 een eerste editie kende. In enkele jaren tijd werd de stad aangekleed met werken van gerenommeerde artiesten, zowel internationale kleppers als talent van eigen bodem.

Limburg hoeft daar niet voor onder te doen. Het Hasseltse Street Art Festival is het oudste in de Benelux, en mag dit jaar tien kaarsjes uitblazen. Kurt Bosmans is één van de sterke mannen achter deze community, die geworteld is in de vroege jaren negentig.

Het was voor beide curatoren een helse opdracht om ieder drie werken te nomineren voor deze battle. Maar de teerling is geworpen, de keuzes zijn gemaakt, en Koen Vanmechelen heeft zijn verdict klaar. Maak kennis met de beste streetart van Limburg en West-Vlaanderen.


En de winnaar is…

Conceptueel kunstenaar Koen Vanmechelen, vooral bekend van Coming World Remember Me in Palingbeek, is de eenmansjury die in deze battle beslist welke provincie eeuwige streetartroem verdient. Wie hangt hij de gouden medaille om?

“Uil van Roa is een serieuze troef”

“Limburg is voor mij de duidelijke winnaar van deze battle“, oordeelt Koen Vanmechelen. “Nu zullen sommigen misschien denken: ‘Ja, tuurlijk, want Koen is zelf een Limburger.’ Toch is dit geen chauvinistische keuze, ik heb me bewust zeer neutraal opgesteld. En dan kan ik niet anders dan toegeven dat Hasselt met de uil van Roa een serieuze troef in handen heeft. Niet zozeer omdat Roa een grote naam is, maar vooral omdat dit een goed werk is. Het vertelt over de gekooide wereld die wij gecreëerd hebben: een gigantische uil in een veel te kleine gevangenis, waarin de vogel ook nog eens vastgebonden zit. Het werk belichaamt op een visueel zeer krachtige manier hoe de mens met de wereld omgaat, hoe hij steeds controle wil. Knap.”

“Daarnaast heb je Pablo Delgado, die eigenlijk het omgekeerde verhaal brengt, maar met dezelfde boodschap. In zijn kleine werkjes moet de mens steevast het onderspit delven, terwijl de natuur het overneemt. Je moet er maar ‘ns op letten: volwassen mensen staan vaak in de schaduw, terwijl kinderen of dieren worden uitgelicht. Hij maakt van de mens een karikatuur van de maatschappij. Zijn werken zuigen je aandacht werkelijk aan, en ze zeggen wat ze moeten zeggen.”

Limburg: 8/10

“Vazen zijn picturaal zeer sterk”

“Het werk van Henrik Uldalen valt voor mij wat buiten deze competitie”, zegt Koen Vanmechelen. “Een vrouw die opgaat in rook: ik vind het geen sterk beeld. Het is iets te letterlijk, te vergezocht. Als illustratie in een boek of zo, zou het misschien wel kunnen werken, maar niet op deze manier.”

“Van de twee andere West-Vlaamse nominaties vind ik de uitvergrote vazen van Leon Keer het beste werk. Ze kunnen je doen denken aan grote Chinese vazen die imperialisme en macht representeren. Maar ze hebben ook iets weg van urnen, die verwijzen naar de mens in verval. De vazen zitten in transportkisten, wat duidt op een movement, een beweging. Dit is een beeld dat binnenkomt: picturaal is het zeer sterk en vergelijkbaar met de uil van Roa. Dus hangt alles af van de portretten van Paola Delfin. Haalt zij hetzelfde niveau als de miniaturen van Pablo Delgado? Het antwoord, helaas, is neen. Delfin schildert hier een geromantiseerd beeld van een samenleving waarin de mens niet met elkaar maar naast elkaar leeft. Maar zowel qua inhoud als qua beeld, vind ik het minder geslaagd. Leon Keer redt de meubelen voor West-Vlaanderen, want dankzij hem geef ik de provincie toch nog een 7 op 10.”

West-Vlaanderen: 7/10

En de winnaar is…

Conceptueel kunstenaar Koen Vanmechelen, vooral bekend van Coming World Remember Me in Palingbeek, is de eenmansjury die in deze battle beslist welke provincie eeuwige streetartroem verdient. Wie hangt hij de gouden medaille om?

“Uil van Roa is een serieuze troef”

“Limburg is voor mij de duidelijke winnaar van deze battle“, oordeelt Koen Vanmechelen. “Nu zullen sommigen misschien denken: ‘Ja, tuurlijk, want Koen is zelf een Limburger.’ Toch is dit geen chauvinistische keuze, ik heb me bewust zeer neutraal opgesteld. En dan kan ik niet anders dan toegeven dat Hasselt met de uil van Roa een serieuze troef in handen heeft. Niet zozeer omdat Roa een grote naam is, maar vooral omdat dit een goed werk is. Het vertelt over de gekooide wereld die wij gecreëerd hebben: een gigantische uil in een veel te kleine gevangenis, waarin de vogel ook nog eens vastgebonden zit. Het werk belichaamt op een visueel zeer krachtige manier hoe de mens met de wereld omgaat, hoe hij steeds controle wil. Knap.”

“Daarnaast heb je Pablo Delgado, die eigenlijk het omgekeerde verhaal brengt, maar met dezelfde boodschap. In zijn kleine werkjes moet de mens steevast het onderspit delven, terwijl de natuur het overneemt. Je moet er maar ‘ns op letten: volwassen mensen staan vaak in de schaduw, terwijl kinderen of dieren worden uitgelicht. Hij maakt van de mens een karikatuur van de maatschappij. Zijn werken zuigen je aandacht werkelijk aan, en ze zeggen wat ze moeten zeggen.”

Limburg: 8/10

“Vazen zijn picturaal zeer sterk”

“Het werk van Henrik Uldalen valt voor mij wat buiten deze competitie”, zegt Koen Vanmechelen. “Een vrouw die opgaat in rook: ik vind het geen sterk beeld. Het is iets te letterlijk, te vergezocht. Als illustratie in een boek of zo, zou het misschien wel kunnen werken, maar niet op deze manier.”

“Van de twee andere West-Vlaamse nominaties vind ik de uitvergrote vazen van Leon Keer het beste werk. Ze kunnen je doen denken aan grote Chinese vazen die imperialisme en macht representeren. Maar ze hebben ook iets weg van urnen, die verwijzen naar de mens in verval. De vazen zitten in transportkisten, wat duidt op een movement, een beweging. Dit is een beeld dat binnenkomt: picturaal is het zeer sterk en vergelijkbaar met de uil van Roa. Dus hangt alles af van de portretten van Paola Delfin. Haalt zij hetzelfde niveau als de miniaturen van Pablo Delgado? Het antwoord, helaas, is neen. Delfin schildert hier een geromantiseerd beeld van een samenleving waarin de mens niet met elkaar maar naast elkaar leeft. Maar zowel qua inhoud als qua beeld, vind ik het minder geslaagd. Leon Keer redt de meubelen voor West-Vlaanderen, want dankzij hem geef ik de provincie toch nog een 7 op 10.”

West-Vlaanderen: 7/10

En de winnaar is…

Conceptueel kunstenaar Koen Vanmechelen, vooral bekend van Coming World Remember Me in Palingbeek, is de eenmansjury die in deze battle beslist welke provincie eeuwige streetartroem verdient. Wie hangt hij de gouden medaille om?

“Uil van Roa is een serieuze troef”

“Limburg is voor mij de duidelijke winnaar van deze battle“, oordeelt Koen Vanmechelen. “Nu zullen sommigen misschien denken: ‘Ja, tuurlijk, want Koen is zelf een Limburger.’ Toch is dit geen chauvinistische keuze, ik heb me bewust zeer neutraal opgesteld. En dan kan ik niet anders dan toegeven dat Hasselt met de uil van Roa een serieuze troef in handen heeft. Niet zozeer omdat Roa een grote naam is, maar vooral omdat dit een goed werk is. Het vertelt over de gekooide wereld die wij gecreëerd hebben: een gigantische uil in een veel te kleine gevangenis, waarin de vogel ook nog eens vastgebonden zit. Het werk belichaamt op een visueel zeer krachtige manier hoe de mens met de wereld omgaat, hoe hij steeds controle wil. Knap.”

“Daarnaast heb je Pablo Delgado, die eigenlijk het omgekeerde verhaal brengt, maar met dezelfde boodschap. In zijn kleine werkjes moet de mens steevast het onderspit delven, terwijl de natuur het overneemt. Je moet er maar ‘ns op letten: volwassen mensen staan vaak in de schaduw, terwijl kinderen of dieren worden uitgelicht. Hij maakt van de mens een karikatuur van de maatschappij. Zijn werken zuigen je aandacht werkelijk aan, en ze zeggen wat ze moeten zeggen.”

Limburg: 8/10

“Vazen zijn picturaal zeer sterk”

“Het werk van Henrik Uldalen valt voor mij wat buiten deze competitie”, zegt Koen Vanmechelen. “Een vrouw die opgaat in rook: ik vind het geen sterk beeld. Het is iets te letterlijk, te vergezocht. Als illustratie in een boek of zo, zou het misschien wel kunnen werken, maar niet op deze manier.”

“Van de twee andere West-Vlaamse nominaties vind ik de uitvergrote vazen van Leon Keer het beste werk. Ze kunnen je doen denken aan grote Chinese vazen die imperialisme en macht representeren. Maar ze hebben ook iets weg van urnen, die verwijzen naar de mens in verval. De vazen zitten in transportkisten, wat duidt op een movement, een beweging. Dit is een beeld dat binnenkomt: picturaal is het zeer sterk en vergelijkbaar met de uil van Roa. Dus hangt alles af van de portretten van Paola Delfin. Haalt zij hetzelfde niveau als de miniaturen van Pablo Delgado? Het antwoord, helaas, is neen. Delfin schildert hier een geromantiseerd beeld van een samenleving waarin de mens niet met elkaar maar naast elkaar leeft. Maar zowel qua inhoud als qua beeld, vind ik het minder geslaagd. Leon Keer redt de meubelen voor West-Vlaanderen, want dankzij hem geef ik de provincie toch nog een 7 op 10.”

West-Vlaanderen: 7/10

WEST-VLAANDEREN

Leon Keer (2019), Oostende, Buskruitstraat

foto Algomas
foto Algomas

Leon Keer is wereldberoemd geworden dankzij zijn anamorfische en 3D-muurschilderingen. “Daarbij schuwt hij maatschappelijke thema’s niet, maar hij zet ze wel steeds op een speelse manier in de kijker”, legt Bjørn Van Poucke uit. “Als echte Delftenaar koos hij in Oostende voor de typische witblauwe vazen, maar dan gedecoreerd met doemscenario’s die gelinkt zijn aan het klimaat. Overstromingen, zware stormen en extreme droogte: een waarschuwing voor wat komen zal als we niet omzichtiger omspringen met onze planeet. De meeste werken in Oostende hebben trouwens een sociale, maatschappelijke of politieke boodschap. Streetart is dan ook één van de zeldzame kunstvormen die nog iets te vertellen hebben.”

Henrik Uldalen (2017), Oostende, Velodroomstraat

foto Ian Cox
foto Ian Cox

Henrik Uldalen is geen traditionele streetartist, hij is een hedendaags schilder die normaal gezien op kleine canvassen van 20 vierkante centimeter schildert. “Toch boekte ik hem voor The Crystal Ship”, zegt Bjørn Van Poucke, “omdat hij gewoon barst van het talent. Aanvankelijk vreesde ik dat hij moeite zou hebben met het formaat van de gevel – het is tot op vandaag nog steeds zijn grootste werk -, maar niets bleek minder waar. Uldalen is een autodidact, en dat is haast niet te geloven als je dit werk bekijkt. De vrouw vervaagt in een witte leegte, waarmee de schilder vervreemding en gevoelloosheid uitdrukt. De kleuren zijn geïnspireerd door het palet van de omgeving, waardoor het werk er perfect in opgaat. Leuk detail: Uldalen schildert altijd piekfijn uitgedost, inclusief maatpak en das.”

Paola Delfin (2019), Oostende, Guldensporenlaan

foto Arne Deboosere
foto Arne Deboosere

“Het werk van de Mexicaanse Paola Delfin is gebaseerd op gesprekken die we hebben gehad met de bewoners van de Guldensporenlaan”, aldus Bjørn Van Poucke. “De geportretteerde mensen werden door hen bepaald; één van hen is Tineke Decroos, wijkopbouwwerkster in die buurt. Paola’s werk was een huzarenstuk, want de mural is maar liefst veertig meter hoog. Ze maakte er een ware queeste van om het tot een goed einde te brengen: twee weken heeft ze eraan geschilderd. Het resultaat is subliem, technisch zeer verfijnd en gedetailleerd. Ook al heb ik dit werk al honderden keren gezien, toch blijf ik het indrukwekkend vinden. Het bewijst ook dat vrouwelijke artiesten zeker hun plaats verdienen in deze door mannen gedomineerde scene.”


En de winnaar is…

Conceptueel kunstenaar Koen Vanmechelen, vooral bekend van Coming World Remember Me in Palingbeek, is de eenmansjury die in deze battle beslist welke provincie eeuwige streetartroem verdient. Wie hangt hij de gouden medaille om?

“Uil van Roa is een serieuze troef”

“Limburg is voor mij de duidelijke winnaar van deze battle“, oordeelt Koen Vanmechelen. “Nu zullen sommigen misschien denken: ‘Ja, tuurlijk, want Koen is zelf een Limburger.’ Toch is dit geen chauvinistische keuze, ik heb me bewust zeer neutraal opgesteld. En dan kan ik niet anders dan toegeven dat Hasselt met de uil van Roa een serieuze troef in handen heeft. Niet zozeer omdat Roa een grote naam is, maar vooral omdat dit een goed werk is. Het vertelt over de gekooide wereld die wij gecreëerd hebben: een gigantische uil in een veel te kleine gevangenis, waarin de vogel ook nog eens vastgebonden zit. Het werk belichaamt op een visueel zeer krachtige manier hoe de mens met de wereld omgaat, hoe hij steeds controle wil. Knap.”

“Daarnaast heb je Pablo Delgado, die eigenlijk het omgekeerde verhaal brengt, maar met dezelfde boodschap. In zijn kleine werkjes moet de mens steevast het onderspit delven, terwijl de natuur het overneemt. Je moet er maar ‘ns op letten: volwassen mensen staan vaak in de schaduw, terwijl kinderen of dieren worden uitgelicht. Hij maakt van de mens een karikatuur van de maatschappij. Zijn werken zuigen je aandacht werkelijk aan, en ze zeggen wat ze moeten zeggen.”

Limburg: 8/10

“Vazen zijn picturaal zeer sterk”

“Het werk van Henrik Uldalen valt voor mij wat buiten deze competitie”, zegt Koen Vanmechelen. “Een vrouw die opgaat in rook: ik vind het geen sterk beeld. Het is iets te letterlijk, te vergezocht. Als illustratie in een boek of zo, zou het misschien wel kunnen werken, maar niet op deze manier.”

“Van de twee andere West-Vlaamse nominaties vind ik de uitvergrote vazen van Leon Keer het beste werk. Ze kunnen je doen denken aan grote Chinese vazen die imperialisme en macht representeren. Maar ze hebben ook iets weg van urnen, die verwijzen naar de mens in verval. De vazen zitten in transportkisten, wat duidt op een movement, een beweging. Dit is een beeld dat binnenkomt: picturaal is het zeer sterk en vergelijkbaar met de uil van Roa. Dus hangt alles af van de portretten van Paola Delfin. Haalt zij hetzelfde niveau als de miniaturen van Pablo Delgado? Het antwoord, helaas, is neen. Delfin schildert hier een geromantiseerd beeld van een samenleving waarin de mens niet met elkaar maar naast elkaar leeft. Maar zowel qua inhoud als qua beeld, vind ik het minder geslaagd. Leon Keer redt de meubelen voor West-Vlaanderen, want dankzij hem geef ik de provincie toch nog een 7 op 10.”

West-Vlaanderen: 7/10

LIMBURG

Roa (2012), Hasselt, Vaartstraat

foto Street Art Festival
foto Street Art Festival

De gigantische uil in de Hasseltse Vaartstraat is misschien wel het bekendste van alle werken die de Limburgse hoofdstad rijk is. “Je kan er gewoon niet omheen”, vertelt Kurt Bosmans. “Roa, een Gentse artiest, creëerde bijna negen jaar geleden deze muur die uitgroeide tot één van de fraaiste landmarks van Hasselt. Het werk wordt zo belangrijk geacht dat het gebouw intussen beschermd is. Deze gevel krijgt internationale erkenning. Zelfs The Guardian, één van de grootste Britse kwaliteitskranten, besteedde er eerder dit jaar aandacht aan. De Hasselaren zijn zeer trots op hun uil. Ik ken zelfs mensen die de vogel op hun lichaam hebben laten tatoeëren. Het perfecte bewijs dat streetart mensen raakt, emotioneert en inspireert.”

Smug (2016), Genk, jeugdcentrum, Europalaan

foto Street Art Festival
foto Street Art Festival

Smug, een Australiër die in Schotland woont, is zowat de koning van de realistische graffiti. “Limburg heeft werken van hem in Hasselt, Genk en hopelijk volgend jaar ook in Maaseik”, zegt Kurt Bosmans. “De reden waarom ik deze gevel van hem selecteerde, is simpel: de vorm van de muur is door zijn asymmetrische en onderbroken lijnen zeer ondankbaar. Ik weet dat de meeste artiesten zouden bedanken om ermee aan de slag te gaan, en als ze het wel zouden doen, zouden velen hun tanden erop stukbijten. Smug niet. Hij kwam, zag en maakte dit prachtige werk. Het is een ongelooflijke meerwaarde voor het gebouw én de omgeving.”

Pablo Delgado (2012-2017), Hasselt, meerdere locaties

foto Street Art Festival
foto Street Art Festival

De in Mexico geboren Londenaar Pablo Delgado heeft van miniaturen zijn handelsmerk gemaakt. Hij bewijst dat streetart niet altijd groot hoeft te zijn om een grootse impact te hebben. “We hebben Delgado leren kennen in Londen, waar zijn werken overal in de stad opduiken”, zegt Kurt Bosmans. “Hij zorgde er voor een serieuze buzz. Mensen richtten zelfs community’s op om zijn werkjes op te sporen. Toen we hem naar hier haalden, wisten we dat hij ook in Hasselt veel zou losmaken. We kregen geen ongelijk: talloze stadsgenoten wilden een werk van hem op hun gevel, wat hem ertoe aanzette om nog tweemaal terug te keren. Zijn werken tonen ook de vergankelijkheid van streetart: ze vervagen na een tijdje. Maar je kan er nog altijd enkele vinden in de binnenstad.”


WEST-VLAANDEREN

Leon Keer (2019), Oostende, Buskruitstraat

foto Algomas
foto Algomas

Leon Keer is wereldberoemd geworden dankzij zijn anamorfische en 3D-muurschilderingen. “Daarbij schuwt hij maatschappelijke thema’s niet, maar hij zet ze wel steeds op een speelse manier in de kijker”, legt Bjørn Van Poucke uit. “Als echte Delftenaar koos hij in Oostende voor de typische witblauwe vazen, maar dan gedecoreerd met doemscenario’s die gelinkt zijn aan het klimaat. Overstromingen, zware stormen en extreme droogte: een waarschuwing voor wat komen zal als we niet omzichtiger omspringen met onze planeet. De meeste werken in Oostende hebben trouwens een sociale, maatschappelijke of politieke boodschap. Streetart is dan ook één van de zeldzame kunstvormen die nog iets te vertellen hebben.”

Henrik Uldalen (2017), Oostende, Velodroomstraat

foto Ian Cox
foto Ian Cox

Henrik Uldalen is geen traditionele streetartist, hij is een hedendaags schilder die normaal gezien op kleine canvassen van 20 vierkante centimeter schildert. “Toch boekte ik hem voor The Crystal Ship”, zegt Bjørn Van Poucke, “omdat hij gewoon barst van het talent. Aanvankelijk vreesde ik dat hij moeite zou hebben met het formaat van de gevel – het is tot op vandaag nog steeds zijn grootste werk -, maar niets bleek minder waar. Uldalen is een autodidact, en dat is haast niet te geloven als je dit werk bekijkt. De vrouw vervaagt in een witte leegte, waarmee de schilder vervreemding en gevoelloosheid uitdrukt. De kleuren zijn geïnspireerd door het palet van de omgeving, waardoor het werk er perfect in opgaat. Leuk detail: Uldalen schildert altijd piekfijn uitgedost, inclusief maatpak en das.”

Paola Delfin (2019), Oostende, Guldensporenlaan

foto Arne Deboosere
foto Arne Deboosere

“Het werk van de Mexicaanse Paola Delfin is gebaseerd op gesprekken die we hebben gehad met de bewoners van de Guldensporenlaan”, aldus Bjørn Van Poucke. “De geportretteerde mensen werden door hen bepaald; één van hen is Tineke Decroos, wijkopbouwwerkster in die buurt. Paola’s werk was een huzarenstuk, want de mural is maar liefst veertig meter hoog. Ze maakte er een ware queeste van om het tot een goed einde te brengen: twee weken heeft ze eraan geschilderd. Het resultaat is subliem, technisch zeer verfijnd en gedetailleerd. Ook al heb ik dit werk al honderden keren gezien, toch blijf ik het indrukwekkend vinden. Het bewijst ook dat vrouwelijke artiesten zeker hun plaats verdienen in deze door mannen gedomineerde scene.”


En de winnaar is…

Conceptueel kunstenaar Koen Vanmechelen, vooral bekend van Coming World Remember Me in Palingbeek, is de eenmansjury die in deze battle beslist welke provincie eeuwige streetartroem verdient. Wie hangt hij de gouden medaille om?

“Uil van Roa is een serieuze troef”

“Limburg is voor mij de duidelijke winnaar van deze battle“, oordeelt Koen Vanmechelen. “Nu zullen sommigen misschien denken: ‘Ja, tuurlijk, want Koen is zelf een Limburger.’ Toch is dit geen chauvinistische keuze, ik heb me bewust zeer neutraal opgesteld. En dan kan ik niet anders dan toegeven dat Hasselt met de uil van Roa een serieuze troef in handen heeft. Niet zozeer omdat Roa een grote naam is, maar vooral omdat dit een goed werk is. Het vertelt over de gekooide wereld die wij gecreëerd hebben: een gigantische uil in een veel te kleine gevangenis, waarin de vogel ook nog eens vastgebonden zit. Het werk belichaamt op een visueel zeer krachtige manier hoe de mens met de wereld omgaat, hoe hij steeds controle wil. Knap.”

“Daarnaast heb je Pablo Delgado, die eigenlijk het omgekeerde verhaal brengt, maar met dezelfde boodschap. In zijn kleine werkjes moet de mens steevast het onderspit delven, terwijl de natuur het overneemt. Je moet er maar ‘ns op letten: volwassen mensen staan vaak in de schaduw, terwijl kinderen of dieren worden uitgelicht. Hij maakt van de mens een karikatuur van de maatschappij. Zijn werken zuigen je aandacht werkelijk aan, en ze zeggen wat ze moeten zeggen.”

Limburg: 8/10

“Vazen zijn picturaal zeer sterk”

“Het werk van Henrik Uldalen valt voor mij wat buiten deze competitie”, zegt Koen Vanmechelen. “Een vrouw die opgaat in rook: ik vind het geen sterk beeld. Het is iets te letterlijk, te vergezocht. Als illustratie in een boek of zo, zou het misschien wel kunnen werken, maar niet op deze manier.”

“Van de twee andere West-Vlaamse nominaties vind ik de uitvergrote vazen van Leon Keer het beste werk. Ze kunnen je doen denken aan grote Chinese vazen die imperialisme en macht representeren. Maar ze hebben ook iets weg van urnen, die verwijzen naar de mens in verval. De vazen zitten in transportkisten, wat duidt op een movement, een beweging. Dit is een beeld dat binnenkomt: picturaal is het zeer sterk en vergelijkbaar met de uil van Roa. Dus hangt alles af van de portretten van Paola Delfin. Haalt zij hetzelfde niveau als de miniaturen van Pablo Delgado? Het antwoord, helaas, is neen. Delfin schildert hier een geromantiseerd beeld van een samenleving waarin de mens niet met elkaar maar naast elkaar leeft. Maar zowel qua inhoud als qua beeld, vind ik het minder geslaagd. Leon Keer redt de meubelen voor West-Vlaanderen, want dankzij hem geef ik de provincie toch nog een 7 op 10.”

West-Vlaanderen: 7/10