Augustijn Vermandere (44) werkt in zijn homestudio in Oostende zijn derde plaat in evenveel jaren af. Die zal wat donkerder klinken dan we van hem gewoon zijn. “Het wordt een echte winterplaat; ideaal om tijdens duistere avonden te beluisteren.”
Augustijn groeide als jongste zoon van Willem Vermandere op in een muzikaal nest in Steenkerke, bij Veurne. Als kind leerde hij piano spelen en later volgden ook nog gitaar en basgitaar. Die instrumenten grijpt hij ook vast als fulltime muzikant bij zijn vele, uiteenlopende zijprojecten: van de streetact Play-Mobiel tot de gothicgroep Your Life On Hold en de coverband Barak Friture. Tussen 2010 en 2018 bracht hij drie eigen albums uit als Willemsson, maar daarna stak hij zijn Engelstalig repertoire in de kast en sindsdien staat hij als Augustijn op het podium.
Waarom was die nieuwe artiestennaam nodig?
“Niet zozeer om die link naar mijn vader te doorbreken, zoals je misschien zou vermoeden. Ik ben en blijf nu eenmaal de zoon van en ik vind het zelf maar normaal dat ik altijd met hem geassocieerd word. Bij het schrijven van een nieuwe song kreeg ik de zin Een West-Vlaming is nooit content niet goed vertaald en zo ontstond mijn eerste West-Vlaams nummer. Daarna stroomden er nog meer teksten uit mijn pen en voelde ik mij enigszins bevrijd als singer-songwriter. Het publiek was veel sneller mee met die nieuwe singles en die bleven ook langer hangen. Ik besloot dan maar om mijn vorige, Engelstalige nummers achterwege te laten, net als die Engelse naam.”
Door alleen in het West-Vlaams te zingen, beperk je je fanbase natuurlijk wel.
“Verder dan in Nederland zal ik inderdaad niet gaan optreden. Vroeger droomde ik van een internationale doorbraak, maar ondertussen vind ik het prima om ’s avonds in mijn eigen bed te kunnen slapen. De ambitie van een maandenlange wereldtournee koester ik dus niet meer. Sinds die switch heb ik overigens meer optredens en dankzij de vele andere projecten kan ik daar nog altijd in kwijt wat muzikaal niet zozeer bij Augustijn past. Ik heb mij die stap dus zeker nog niet beklaagd.”
Met een van die andere bands breng je Belpopcovers. Je nieuwe single ‘Een klein gebaar’ is opgedragen aan de drummer van Barak Friture?
“Klopt. Vorig jaar kregen we het droevige nieuws dat er bij Joost Pitteljon een hersentumor was vastgesteld. Ik probeerde dat te verwerken op mijn manier: met muziek. Ik liet de song in eerste instantie horen aan zijn vrouw en zij was meteen enthousiast, waarna Joost die zelf ook nog heeft kunnen beluisteren. Het is natuurlijk een heel persoonlijk nummer, dat een jaar lang enkel van hem is geweest, maar op Allerzielen besloot ik om het alsnog de wijde wereld in te sturen. Dit opnieuw in samenspraak met zijn familie, omdat anderen er volgens hen ook iets aan kunnen hebben. Daarom belandt het straks ook op de nieuwe cd.”
Die andere vooruitgeschoven single ‘Ja santé’ is dan weer heel luchtig. Hoeveel bakken Augustijn heb je daarvoor gekregen?
(lacht) “Dat is inderdaad een vrolijke meezinger over drank, al is ook dit een persoonlijk nummer. Van frisdrank krijg ik echt pijn aan mijn tanden en Orval is effectief mijn favoriete bier. Die Augustijn in het laatste refrein was een plotse ingeving toen ik het nummer afgelopen zomer eens testte voor een live publiek. Daar moet je dus geen marketingtruc achter zoeken; evenmin achter het feit dat mijn vader de klarinet inspeelt op die single. Dat zal mij immers geen extra plays of likes opleveren.”
Die single is in ieder geval een internethit en ook het voorbije jaar scoorde je een paar keren op sociale media. Het lijkt alsof je de coronacrisis goed hebt doorstaan?
“De releaseshow van mijn tweede plaat was net na het ingaan van de eerste lockdown gepland, maar lang ben ik inderdaad niet bij de pakken blijven zitten. Die periode leidde bij mij tot een nieuwe creatieve impuls van livestreams en West-Vlaamse interpretaties van klassiekers en ik heb dus ook heel wat nieuw materiaal geschreven. Geliek gaat zelfs over de vele Facebookexperten die hun eigen mening verkondigen over de hele coronasituatie, zonder dat ik dat evenwel zo expliciet benoem in de tekst.”
Zit er een rode draad in het nieuwe album?
“Tekstueel niet echt, omdat velen tegenwoordig hun eigen Spotify-playlists samenstellen en daarbij veeleer afzonderlijke tracks dan een plaat in zijn geheel beluisteren. Daardoor kun je dus beide uitersten van het spectrum opzoeken, al zorgt dit er ook wel voor dat ik momenteel nog geen titel heb kunnen bedenken voor het nieuwe album. Muzikaal klinkt het album wat donkerder, met meer keyboards en minder gitaar, en veel drumsamples. Dat maakt het een echte winterplaat; ideaal om ’s avonds op te leggen. Ik ben er in ieder geval heel trots op. Ik verlang al om het album uit te brengen, zodat ik weer aan nieuw materiaal kan werken. Want hoewel dit nu al mijn derde Augustijn-plaat wordt, lijkt mijn vat met inspiratie nog lang niet leeg!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier