Op de Mercator met beeldhouwster Josiane Vanhoutte: “Altijd hetzelfde maken zou ik maar saai vinden”

Josiane Vanhoutte is een van de meest aanwezige kunstenaars in het Oostendse straatbeeld. © Davy Coghe
Hannes Hosten

Bustes van Lucy Loes en Grace Kelly, het standbeeld van koning Boudewijn aan de Venetiaanse Gaanderijen, de zwaan van Zandvoorde… Beeldhouwster Josiane Vanhoutte (77) moet een van de meest aanwezige kunstenaars in het Oostendse straatbeeld zijn. Maar ze heeft nog één grote droom. “Ik ontwierp een ‘Ode aan de Zee’ met schelpen die samen een handpalm vormen, verwijzend naar de sterkte van de zee. Dat werk realiseren, liefst op de oostelijke strekdam of ergens op de Oosteroever, zou de kroon op het werk zijn.”

Als echte Oostendse heeft Josiane Vanhoutte ook iets met boten. “Mijn papa had een scheepswerf, waar zeil- en andere boten werden gemaakt”, vertelt ze. “Mijn familie was actief in de roeiwereld. Papa is nog kampioen van België geweest en ik heb zelf ook geroeid. Zowel mijn papa, ikzelf als mijn kinderen hebben ook gezeild. Aan het strand of in zee ben ik echt gelukkig. Vandaar ook mijn wens om nog een ‘Ode aan de Zee’ te kunnen realiseren in mijn geboortestad.”

Hoe moet dat werk er uitzien?

“Het is een compositie van ‘muiltjes’ of ‘slippertjes’. Dat zijn een soort schelpen die oorspronkelijk uit de Atlantische Oceaan komen, maar die je nu ook vaak aan onze kust vindt. Die schelpen klitten samen door de stroming. Zo laat ik ze een gebalde vuist vormen, wat staat voor de kracht van de zee. Ik maakte het al op klein formaat, maar zou het graag in het groot – 4,75 meter – realiseren op de oostelijke strekdam of de Oosteroever. Ik klop daarvoor al enkele jaren aan bij de stad, maar voorlopig lukt het niet. Omdat ik al te oud ben? Omdat er al genoeg van mij staat in Oostende? Ik weet ook niet hoe het komt.”

Zit het beeldhouwen je altijd al in het bloed?

“Ik was altijd redelijk creatief en ook mijn ouders waren dat. Ik ben als autodidact begonnen, maar om een mal te maken, had ik toch een technische opleiding nodig. Zo volgde ik een viertal jaar academie in Oostende. Maar dat was pas rond mijn 30ste. Ik maak portretten, maar ook meer gestileerde werken. Zo is mijn Fire Man aan de brandweerkazerne opgebouwd uit brandslangen en mijn roeier aan de Watersportbaan in Gent uit paletten. Je ziet nog een figuur, maar met strakke lijnen. Ik wou altijd alle disciplines aankunnen: dieren, portretten, gestileerde werken, naakten, ballerina’s…”

Je hebt ook een eigen museum.

“Ik had 35 jaar mijn atelier in een gebouw van de elektriciteitsmaatschappij aan de rand van de stad. Ook de tuin rondom had ik eigenhandig ingericht, maar ik kon er niet blijven door de regelmatige inbraken van illegalen. Ik vond het jammer, vooral het verlies van de tuin doet pijn. Maar daarna kon ik terecht in de kelders van de Heilig-Hartkerk, waar ik ook heel veel plaats heb en waar ik op afspraak soms groepen rondleid. Ik ben altijd blij als er mensen naar mijn werk komen kijken.”

Ben je er nog dikwijls bezig?

“Ik werk meestal in opdracht, maar door corona viel dat wat stil. Toch ben ik wekelijks nog een namiddag of twee aan het werk in mijn atelier. Ik vrees altijd dat ik het niet meer zal kunnen als ik een tijdje heb stilgelegen, maar dat blijkt niet het geval. Meestal ben ik met twee werken tegelijk bezig: een klassiek beeld – wat ik nog altijd de basis vind – en een gestileerd of abstract werk. Ik kan niet kiezen tussen beide. Als ik altijd hetzelfde zou moeten maken, dan zou ik het maar saai vinden.”

Toch kennen we je vooral van je portretten. Doe je dat het liefst?

“Dat is toch een beetje mijn favoriet, ja. In het begin wou ik zelfs alleen maar portretten maken. Ik zoek altijd naar de mens achter het masker. De uitdaging bestaat erin om er iets levendig van te maken. Als iemand een twinkeling in de ogen heeft, moet die in het beeld zitten. Een beeld moet ook iemand veredelen. Je moet er opstaan zoals je bent, maar positief. Lucy Loes heeft een vijftal keer geposeerd. Dat was niet echt stilzitten hé, ze zat bij me en we maakten een praatje. Maar intussen doe ik het ook met enkel foto’s. Ik heb profielfoto’s nodig – een beeld heeft drie dimensies – en een mooie foto van de geportretteerde zoals die gezien wil worden. Ik maakte ook al enkele beelden van overledenen. Dat zijn best emotionele opdrachten. Ik werk er altijd aan tot de geportretteerde of de familie het goedkeurt. Het moét goed zijn. Soms werk ik maanden aan zo’n portret, al moet je ook opletten dat je een beeld niet doodwerkt door te ver te gaan.”

Van koning Boudewijn ben je niet helemaal tevreden?

“Van het beeld wel, maar het is gemaakt om op een hoogte te staan, terwijl het op de grond staat. Daardoor lijkt het alsof het disproportioneel is. De proporties zijn juist, maar het beeld is confronterend omdat het geen hoogte krijgt. Ik vroeg enkele keren om daar iets aan te doen, maar blijkbaar wil men dat de koning tussen de mensen wandelt. Maar daar is het beeld niet voor gemaakt. Het staat er ook al jaren belabberd bij door de aanvallen met cement en verf. Bij de inhuldiging in 2001 was koningin Fabiola nochtans erg tevreden. Ze keek ernaar en zei: ‘Dat is helemaal zijn mond’.”

Ben je tevreden met je carrière zoals die gelopen is?

“Graag had ik van kunst mijn beroep gemaakt, al weet ik niet of ik dat waard ben. Maar ik stond 34 jaar in het kleuteronderwijs. Had ik dat niet gedaan, dan zat ik aan het OCMW. Ik heb heel veel gewerkt in mijn leven. Er staan nog 150 beelden in mijn kelder. Ik hield van sport en ook daarvan had ik graag mijn job gemaakt. Even dacht ik eraan in de politiek te stappen, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Ik had er al een infarct van gekregen. Bij mij kwam alles op latere leeftijd. Misschien had ik vroeger meer mijn best moeten doen, maar het gaf me ook een vorm van vrijheid. Dus vind ik het goed zoals het gelopen is. Ik ben wel veranderd met ouder worden. Ik help veel in een woonzorgcentrum. Als ik zie hoe erg sommige hulpbehoevende bejaarden eraan toe zijn, wil ik niet meer klagen over het weer of over kleinigheden. En mijn geluk vandaag zijn mijn kinderen en kleinkinderen.”

Bio

Privé: geboren in Oostende op 24 mei 1946. Twee kinderen, vijf kleinkinderen.

Opleiding en loopbaan: studeerde kleuteronderwijzeres en oefende dat beroep 34 jaar lang uit aan het GO! Pegasus in Stene. Volgde ook beeldhouwen aan de Kunstacademie aan Zee. Al ruim 40 jaar beeldhouwster.

Vrije tijd: houdt van sport, onder andere golf, doet vrijwilligerswerk in een woonzorgcentrum.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier