Hoe talentvol ze ook zijn: bands, artiesten en muzikanten zijn meestal geen zakelijke genieën. Hun belangen worden meestal niet of nauwelijks verdedigd.
Eens groepen wat succesvoller worden, wijzigt dat vaak. Dan komen de managers, impresario’s en soortgelijke lui op de proppen. Maar de artiesten worden door hun tussenkomst niet altijd op een correcte manier geholpen, vaak willen deze randfiguren vooral hun eigen portefeuille spekken.
Een voorbeeld van zo’n showman is Petit Louis. Hij heeft begin jaren zeventig een mooi kantoor op de Oostendse zeedijk en slaagt erin sterren zoals Johnny Hallyday, Juliette Gréco en The Three Degrees naar Oostende te halen. Hij is in 1974 ook even de manager van Tjens Couter, de voorloper van T.C. Matic (met frontman Arno natuurlijk). Petit Louis laat hen onder andere spelen in het voorprogramma van enkele van die grote namen. Zijn inkomsten haalt hij uit de verkoop van tickets, voorschotten van mede-organisators en het oplichten van opkomende sterretjes aan wie hij de hemel op aarde belooft. Hij wordt hiervoor, en voor nog andere louche praktijken, in 1975 veroordeeld tot een celstraf van ruim drie jaar.
Een iets meer betrouwbare Oostendse vakgenoot is Freddy Cousaert. Hij is naast gewiekst ook een succesvol zakenman met een passie voor muziek. Freddy heeft goede contacten in Londen en baat in de Oostendse Langestraat de hippe club The Groove uit. Later neemt hij ook de Versailles op de Zeedijk over. Het is een club waar travestieten en andere kleurrijke personages thuis zijn. De bevolking spreekt er schande over, maar het zorgt wel voor kleur. Freddy Cousaert haalt onder andere Jimmy James and The Vagabonds naar het vasteland en begeleidt Mohammed Ali tijdens een Belgische promotour. Begin 1981 zorgt hij zelfs voor een nog veel grotere stunt: Freddy haalt de Amerikaanse soullegende Marvin Gaye naar Oostende. Over de passage van Marvin Gaye in Oostende lees je meer in een van de komende afleveringen van deze column.
Rufus Thomas in Oostende
Marvin is niet de eerste en ook niet de laatste naam die Freddy Cousaert promoot. Eind jaren negentig arrangeert hij een Europese tour voor een andere legende: Rufus Thomas. In de begeleidingsband zien we onder andere de Oostendse muzikanten Serge Feys (op toetsen), Arno drummer Rudy Cloet en gitarist Danny Bossaer (die eerder ook Marvin Gaye begeleidde). Iets gelijkaardigs doet Freddy met de legendarische Amerikaanse trombonist Fred Wesley. Hij speelde met wereldsterren als James Brown, George Clinton en Count Basie.
Dan slaat het noodlot toe: in 1998 komt Freddy Cousaert tijdens een fietstocht zwaar ten val, hij overleeft het niet. Rufus Thomas overlijdt niet lang daarna. Na zijn dood neemt Serge Feys de tienkoppige band over. Onder de naam The Atlantic Soul Machine touren ze door Europa en tot in Dubai. Ze nemen in Londen een cd op (Black, White and Blue) en Oostendenaars Rudy Cloet en Danny Bossaer mogen weer meedoen.
Schrijver Frank Vermang presenteert op zaterdag 20 april om 16 uur in de Oostendse bibliotheek zijn derde boek ‘Oostende: rock & roll’, over de geschiedenis van de Oostendse muziekscene. De hele maand loopt er in de bib nog een tentoonstelling over dit item. Toegang is gratis. p>
Muziek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier