Net als James Ensor overleed precies 75 jaar geleden ook architect Charles Pil (1867-1949). Terecht wordt het architecturale erfgoed van deze aangespoelde Oostendse bouwmeester nu herdacht met een gegidste wandeling, een boek, een erfgoedapp, een podcast en een expo in de Anglicaanse Kerk.
De uit een landbouwersgezin in Lo afkomstige architect Charles Pil, de jongste in een kroostrijk gezin van zeven kinderen, kreeg zijn opleiding aan het Sint-Lucas in Gent. Na de vroege dood van zijn ouders verbleef hij vooral bij zijn oudere broers en zussen die ondertussen bijna allemaal in Oostende waren neergestreken, net als een paar ooms en tantes langs moederszijde.
Ondank twee verwoestende wereldoorlogen en een bijna even destructieve bouwwoede nadien sieren er nog opvallend veel gevels met Pil-signatuur het straatbeeld in de stad. “Er zijn nog 45 huizen van hem te zien. 16 panden zijn verdwenen. De meeste zijn te situeren in het stadscentrum en de westelijke uitbreiding. In de belle-époqueperiode krijgen we de westelijke uitbreiding van de stad die vanaf 1867 uit zijn omwalling bevrijd wordt”, zegt stadsgids Dirk Beirens. In zijn beginjaren als zelfstandig architect ontwierp hij vooral villa’s en herenhuizen in eclectische stijl voor de gegoede burgerij.
Tijdens het interbellum toont hij zich een meester in de vormentaal van de art deco en spitst hij zich ook toe op appartementsbouw, toen nog een prille woonformule”, zegt Dirk. Samen met collega-gids Lieve Ternier ontwierp hij de Charles Pil-wandeling. “Een Pilgevel herken je aan zijn sierlijke handtekening op de arduinen plint. Voor WOI werden veel van zijn gevels in geglazuurde bakstenen uitgevoerd. Tussen de twee wereldoorlogen vervangen de ‘wc-tegels’ of pleisterwerk vaak de geglazuurde bakstenen”, verduidelijkt Lieve.
Verwoeste Gewesten
“Maar ook in de provincie en in andere kustgemeentes is hij erg actief”, vult Lieve aan. “Hij was sterk betrokken bij de opbouw van de frontregio na WOI dit in associatie met de in Roeselare geboren architect Henri Carbon die later ook in Oostende kwam wonen. Samen zijn tot op vandaag al zowat 120 ontwerpen bekend van particuliere en openbare bouwopdrachten waaronder scholen, kerken, woonhuizen, hoeves, kloosters, gemeentehuizen… In die zogenaamde Verwoeste Gewesten waren beiden actief in Reninge, Lo, Ieper Kemmel, Middelkerke,Westende, Lombardzijde, Nieuwpoort en Oostduinkerke.”
De reizende Expo Charles Pil (1867-1949) was eerder al te zien in Oudenburg, Westende, Nieuwpoort, Lo-Reninge en Gistel. Nu loopt zij nog tijdens de weekends tot 11 december in de Anglicaanse Kerk, Langestraat 101 in Oostende. Deze fototentoonstelling, meer dan een ommetje waard, eert een van de meest productieve bouwmeesters van onze provincie en toont zijn architecturale erfenis uit de late 19de en de vroege 20ste eeuw.
Voor de openingstijden kan je terecht op www.charlespil.be. De ErfgoedApp leidt je langs verschillende routes die het werk van architect Pil in West-Vlaanderen belichten. Het project is een organisatie van de stad Oudenburg en Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst Polderrand. Voor Oostende werkten Lieve Ternier en Dirk Beirens van Gidsenkring Lange Nelle mee.
Sjaak Bisseling: “Eigenhandig pand ‘Sole Mio’ gerestaureerd”
Als ondernemer van een waterbouwkundig bedrijf in houtbewerking was de Nederlander Sjaak Bisseling (70) uit het Nederlandse Gemert bij Eindhoven betrokken bij de meest recente restauratie van het Westerstaketsel. “Zo heb ik in die periode stilaan Oostende ontdekt: het ontspanningsleven, het cultureel aanbod, de haven, het groen… en ben ik verliefd geworden op de stad. Met mijn vrouw zocht ik er voet aan wal.”
Via een makelaar ontdekte hij het wat verkommerde burgerhuis van architect Pil in de E. Beernaertstraat. “Drie jaar heb ik in mijn vrije tijd het huis van boven tot beneden grondig gerestaureerd: nieuwe elektriciteits- en gasleiding, riolering… Maar ook de nog op zolder bewaarde interieurelementen kregen weer hun oorspronkelijke bestemming. Net als de marmeren schouwen en stucplafonds, plankenvloeren en trap, lambrisering en beschildering in marmerimitatie. “Zo wou ik de ziel van het burgerhuis bewaren”, zegt Sjaak.
“De originele tegelvloer met gestileerd bloemmotief in het souterrain heb ik stuk voor stuk uitgebroken, getransporteerd naar Gemert tijdens de coronapandemie en eigenhandig schoongemaakt. Een monnikenwerk, iedere tegel kostte me uren arbeid”, weet de eigenaar.
Het huis van bouwmeester Pil dateert van 1897, de gevel werd in 1928 in art-decostijl vernieuwd, zo vertelt ons de geveltopinscriptie. Bij de renovatie voorzag Bisseling het huis ook van een nieuwe gevel, trouw aan de stijl en indeling van de renovatie van 1928. “Ooit wil ik mijn renovatiecampagne in een (foto)boek vastleggen”, besluit de fiere bewoner van het beschermde pand.
Nathalie Pil: “In bloed en interesse sterk verwant met architect”
Nathalie Pil ontvangt ons in het prachtig gerenoveerde herenhuis uit 1878 in de Léon Spilliaertstraat. “Gezien onze interesse voor dit soort architectuur mag het je niet verwonderen dat ik ook sterk geïnteresseerd ben in architect én familielid Charles Pil. Mijn overleden oom vond bij het opstellen van de stamboom dat de Charles en ikzelf een verre voorouder delen op het einde van de 17de eeuw. En al hoor ik bij een andere tak van de familie, ik voel mij in bloed en interesses sterk verwant met de architect”, zegt archeoloog Nathalie die professioneel verbonden is aan de VUB als wetenschappelijk medewerker maar ook deeltijds actief is bij het VLIZ. “Mijn oom had nog vaak contact met de dochter van Charles Pil, zodat we binnen onze familie nog veel interne informatie hebben over haar vader. Zo vertelde ze dat hij een paard had waarmee hij iedere dag een uurtje ging rijden. Zijn broer, Pierre, was liberaal gemeenteraadslid, terwijl Charles zelf bij de verkiezingen opkwam als kandidaat bij de katholieke partij. Pierre ligt trouwens begraven op de Paster Pype-begraafplaats en nu is onze familie van plan om het graf te restaureren.”
Zelf verhuisden Nathalie en haar man Joeri Lefévre een vijftal jaar geleden vanuit de streek van Sint-Truiden. “Maar mijn moeder is van Mariakerke en mijn vader, afkomstig uit Zonnebeke, heeft hier wel schoolgelopen. “Zelf heb ik Oostende altijd aangevoeld als een thuiskomen. Drie jaar zijn we op zoek geweest naar een huis met karakter. We hebben zelfs nog ‘Sole Mio’ bezocht toen het te koop stond! Maar uiteindelijk hebben we na een gigantische verbouwing dit toen nog bouwvallige pand laten renoveren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier