Vlaams minister-president en minister van Onroerend Erfgoed, Geert Bourgeois heeft maandag een premie van 514.540, 95 euro toegekend aan het OCMW van Kortrijk. Het geld moet dienen voor de laatste restauratiefase van het Sint-Elisabethbegijnhof in het centrum van de stad.
“Deze subsidie past in de overeenkomst die het Kortrijkse OCMW met de Vlaamse overheid afsloot in 2014 om deze prachtige werelderfgoedsite te restaureren en te herbestemmen“, aldus minister-president Bourgeois. “Voor de volledige restauratie kon men de voorbije jaren rekenen op een totale premie van dik 4 miljoen euro.” Het Kortrijkse Sint-Elisabethbegijnhof, gesticht in 1238, is beschermd sinds 1931. Samen met twaalf andere begijnhoven in Vlaanderen is het ook ingeschreven op de UNESCO-lijst van cultureel en natuurlijk werelderfgoed.
Tijdens deze laatste fase is de buitenaanleg aan de beurt: de kasseien straten worden heraangelegd en de nutsleidingen aangepast. Daarnaast krijgt ook het plantsoen op het Johannaplein en het standbeeld van Johanna Van Constantinopel, de stichtster van het begijnhof, een opknapbeurt. Om het historische en homogene karakter van het begijnhof te vrijwaren worden de straten in vossenkoppen, een soort kassei, aangelegd, met een looplijn in vlakke blauwstenen kasseien voor rolstoelen of kinderwagens, zodat de toegankelijkheid ook voor minder mobiele bezoekers gegarandeerd wordt.
Historiek
Het begijnhof van Kortrijk werd in 1238 door gravin Johanna van Constantinopel gesticht. De gravinnen van Vlaanderen maakten van Kortrijk hun thuishaven. Het begijnhof is een van de belangrijkste historische sites van de binnenstad. Het is een combinatie van een straten- en pleinenbegijnhof en heeft ondanks uitbreidingen zijn integriteit en authenticiteit doorheen de eeuwen weten te bewaren. De site is eigendom van het OCMW van Kortrijk en telt 41 woningen, waarvan geen twee woningen dezelfde zijn.
Overheid
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier