Het is misschien wat vergezocht, maar Bart De Wever had eigenlijk een West-Vlaming kunnen zijn. De vader van de populairste politicus van Vlaanderen was één van de liefst 50.000 Antwerpenaars die tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtten voor de bommen en onderdak kregen in onze provincie. De Roeselaarse hobbyhistoricus Patrick Buyse legde het verhaal van die onwaarschijnlijke uittocht bloot en schreef er het boek ‘Weg van ‘t Stad!’ over. “Sommige dorpen hadden op een gegeven moment meer Antwerpenaren dan eigen bewoners.”
Het is niet meer dan een voetnoot in de geschiedenisboeken, dat een aantal klassen met schoolkinderen per trein of vrachtwagen vanuit Antwerpen richting West-Vlaanderen trokken op het einde van WO II. Maar dat blijkt nu fel geminimaliseerd, zo ontdekte Patrick Buyse uit Roeselare. De groothandelaar in voedingsverpakkingen en fervent hobbyhistoricus botste op een verhaal waarbij een compleet nieuwe wereld voor hem openging. “Ik was op bezoek bij de Heemkundige Kring in Oostrozebeke, waar een vraag op de agenda stond van een Antwerps kindje in een West-Vlaams gezin in WO II”, aldus Patrick.
Indrukwekkend
“Ik doorzocht de lokale archieven en het provinciaal archief en botste op indrukwekkende cijfers. In Oostrozebeke (waar Patrick roots heeft, red.) alleen al verbleven in 1945 meer dan 200 Antwerpenaren. Tot mijn grote verwondering bleek er ook een meisje onderdak te hebben gekregen bij mijn vader, die nu 85 jaar is.” Patrick viel van de ene verbazing in de andere. “In Tielt verbleven er 1.400 mensen, in Roeselare 2.100… Sommige dorpen hadden op een gegeven moment meer Antwerpenaren dan eigen bewoners. De solidariteit was ronduit indrukwekkend. En overigens niet bepaald een verrassing, want eerder hadden de West-Vlamingen al de armen geopend voor onder meer de vluchtelingen van het Franco-regime. Na de bombardementen van de V1- en V2-bommen in Antwerpen ontstond zo’n grote exodus dat 20 procent van de West-Vlaamse bevolking uit Antwerpenaren bestond, mooi verdeeld over de toen 254 steden en gemeenten.”
Morele druk
Volgens Patrick zijn er drie belangrijke zaken die die massieve solidariteitsactie hebben bewerkstelligd. “Allereerst de katholieke Kerk. Antwerpse priesters spraken hun West-Vlaamse collega’s aan, die inspeelden op naastenliefde en zo heel hard de morele druk opvoerden. Mensen konden zo hun hemel verdienen. Zo ontstond ook een zekere sociale druk. Je wilde niet de enige zijn in de straat die géén Antwerpenaren opving. Tenslotte kregen de gastfamilies ook compensaties zoals extra kolen, petroleum en geld, zoals vijf frank voor een bed dat ze aanboden.”
Opvallend: het verhaal van die 50.000 opgevangen Antwerpenaren is meer dan 75 jaar onder de radar gebleven. Daar zijn verschillende verklaringen voor. “Wie wilde vertrekken, kreeg een evacuatiefiche. Al die gegevens werden gebundeld in een vluchtelingenregister. Van die fiches en registers werd slechts een derde teruggevonden. Sommige zijn verbrand, uit schrik voor represailles. Of de papieren zijn op zolder beland. Zo vond ik het vluchtelingenregister van Dadizele terug op zolder bij de weduwe van de voorzitter. Die had het na de gemeentefusies niet willen delen met de archiefdienst van Moorslede. En hij bleek niet de enige. Bovendien waren de cijfers erg versnipperd door de verschillende opvanginitiatieven. Ze werden ondergebracht in fabrieken, kastelen, kloosters, bioscopen… noem maar op. Daarnaast waren er ook verschillende privé-initiatieven. Zo slaagde een zekere Leopold Van Mol uit Antwerpen erin om 1.000 kinderen onderdak te geven in West-Vlaanderen via zijn connecties.”
Van Wannes tot Pros
Los van het praktische aspect had die opvang indertijd een zware impact op de gezinnen. Opeens kwamen volwassenen en kinderen in een onbekend gezin met een onbekend dialect terecht, gescheiden van hun ouders, al dan niet overleden. Meer nog, gezinnen met pakweg zeven kinderen werden zo uit elkaar gehaald en gedropt in verschillende steden of zelfs provincies. Onder meer troubadour Wannes Van de Velde vond als kind maandenlang onderdak bij een Roeselaars gezin en ook VRT-coryfee Pros Verbruggen kon terecht bij een gastgezin uit Ardooie. Hoewel de meesten slechts gemiddeld vijf maanden in West-Vlaanderen verbleven, ontstonden zo vriendschappen voor het leven.
“Toen ik contact opnam met historicus Bruno De Wever (de broer van Antwerps burgemeester Bart De Wever, red.) bleek dat ook hun vader op 9-jarige leeftijd maandenlang bij een Kortrijks gezin verbleef. Hij had enkel nog een wazige foto en een kaartje met een naam en adres. Na wat zoeken ontdekte ik dat hij bij het gezin van Richard Verpoort, een vlasser uit Kortrijk, verbleef. Bruno en Bart De Wever schreven als bedanking het voorwoord voor het boek. Ze komen ook naar de persvoorstelling in het stadhuis van Antwerpen. Ook auteur Tom Lanoye, die ik ken via een gemeenschappelijke vriendin en gecharmeerd was door het relaas, komt langs.”
‘Weg van ’t Stad!’ van Patrick Buyse, uitgegeven bij Ertsberg, is nu verkrijgbaar in de boekhandel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier